Van Tréguier naar Concarneau: we zetten er vaart achter

14/6: Tréguier – Perros-Guirec
We moesten niet vroeg opstaan om uit te varen, want de havenmeester had ons aangeraden niet vóór 10u30 uit te varen. Daarvóór was er teveel stroming op de rivier, en we herinnerden ons nog de rivier Darth, en de problemen om aan te leggen bij teveel stroming. Probleemloos uitgevaren en na een klein uurtje waren we weer op volle zee.  De eerste 3 mijl hebben we nog kunnen zeilen, maar dan nam de wind af tot 2 bft en zat hij pal op de neus. Dus motor aan. Juist na de lunch, we hadden vanmorgen tijd genoeg om een tortilla me chorizo klaar te maken (een schipper moet toch geen honger lijden?), konden we een iets zuidelijker richting koersen. Dit, gepaard met een lekke namiddag briesje, maakte er een perfecte zeiltetappe van. Zonder reef was het zelfs iets uitdagender. We deden tot 7,5 knopen over het water. En Ann riep weer “zoetje, niet te skief”. Bewijs dat het herlijk was. Zo kwamen we dan wel te vroeg aan in Perros-Guirec, zodat we nog een half uur aan een boei moesten liggen wachten, voordat we konden binnevaren. Tijd voor een koffietje.
Eens aangemeerd en schoon schip gemaakt een eerste verkenning van de beneden- en bovenstad. We hadden al vlug door dat onze stappenteller weer overuren zou maken.
De meteo voorspelde hevige wind voor de volgende twee dagen, dus hadden we tijd zat om te wandelen.

15/6. Perros-Guirec.  Iets lekkers.
Toen ik ‘s morgens bij de bakker langs de kade stokbrood ging kopen, passeerde ik langs een een belangrijke bezienswaardigheid, in de Michelin zou men zeggen: vaut le détour. Er was daar een kleine overdekte vismarkt, waar lokale vissers hun dagelijkse vangst verkochten. En wij wisten dat de streek bekend was voor de bretonse kreeft! En die waren daar talrijk aanwezig. Ik wist al wat er deze avond op het menu zou staan. Onze wandeling voor vandaag bestond dus uit twee delen. Eerste étappe was de aanschaf van 2 kreeften, ferme kleppers, die daarna in onze koelkast verdwenen. Pas dan gingen we terug de heuvel op voor een uitgebreider bezoek aan het stadje, dat echter in het niets verviel ten opzichte van de pareltjes van de vorige dagen. 
Dus waren we vroeg terug op de boot, waar ik een vruchteloze poging deed om de blog aan te vullen, maar al mijn tekst weer kwijtgeraakte. De alzo opgedane frustratie verdween echter vlug, toen het laatste uur voor de kreeften sloeg. Ze smaakten verrukkelijk !!!

16/6: Perros-Guirec. Le Sentier des Douaniers.
We stonden op met grijze lucht, miezerige regen, een kille 14 graden. Maar het zou niet de hele dag blijven regenen, zodat we rond 11u30 aan wal gingen voor een fikse wandeling. Eerste terug de heuvel op, naar het dorp (we kenden de weg al van buiten), dan door het dorp naar de overkant van de landtong, waar het strand lag en de dijk met het obligate rijtje horeca en andere van de (vooral franse en duitse) toeristen levende zaken. Maar juist daarover, langs de rozerode klippen, lag een prachtig wandelpad, door een natuurgebied en met steeds uitzicht op zee: le Sentier des Douaniers.
Het pad eindigt in het schilderachtig vissersdorpje Ploumanach. Schilderachtig genoeg om hier talrijke horecazaken neer te poten, die door horden toeristen worden bezocht. Het was daarenboven Vaderdag in Frankrijk zodat het toch een beetje zoeken was om nog een plaatsje te vinden voor een lichte lunch (de befaamde Bretoense Galette, een zoute pannenkoek, gevuld met lekkers). Na zo een wandeling (we hadden al 9 km achter de rug) smaakte het dubbel. Langs de terugweg zijn we dan ook de toeristen gevolgd en een glas gedronken op de dijk. Binnen, achter glas want buiten bleef het ijzig koud. Tegen de avond stond onze teller op 15 km.

17/6: Perros-Guirec – Roscoff
Na een mooie zeiltocht van 5u iets na de middag aangekomen in de marina van Roscoff (vroeger had ik gedacht dat Roscoff een Russische haven was). 
Ergens hadden we geluk dat we hier een plaats hadden gevonden. Roscoff is een etappe in de Figaro-race. Dit is een regatta voor éénmanszeilboten in 4 etappes van 450 tot 550 mijl elk. Die gasten zijn dus 3 á 4 dagen continu aan het zeilen. Superprofessionelen! Il faut le faire (bij ons begint Ann na 4 uur al te vragen: “ is ‘t nog ver?”). Voor deze organisatie is in de haven een volledig dorp opgebouwd?met alles erop en eraan (muziekpodium, VIP-tent, PR-tenten, eettenten en bars, winkels etc..). Gelukkig was het dorp momenteel gesloten want de zeilers waren nu op weg voor een toertje rond het Kanaal en werden pas vanaf 19/6 terug verwacht

We dachten om vervolgens nog een klein wandelingetje te doen naar de stad en dan wat boodschappen te doen in de dichtstbij gelegen supermarkt. Beide zijn echter weliswaar tamelijk dichtbij, maar elk aan de andere kant van de haven. Dat kort wandelingske liep bijgevolg wat uit……En dus hadden we weer 9,5km op onze teller, en iemand met een humeur onder vriespunt. Het zal de laatste keer zijn dat we nog te voet naar een “dichtbijgelegen” supermarkt gaan.  Volgende keer haal ik weer de fietsjes uit.


18/6: Roscoff.
Er was regen voorspeld voor de voormiddag. Dit gegeven, en ook de vaststelling, gisterennamiddag, na ons blitzbezoek, dat Roscoff wel de moeite waard was, deed ons beslissen om nog een dag te blijven. Het stadje noemt zichzelf “une petite cité de caractère”, en we kunnen dit beamen. Het oude centrum rond de haven was vroeger, in de 15de eeuw, een centrum van handel. Dit moet wel zeer lucratief zijn geweest, want de oude straatjes ademen nog steeds de grandeur van weleer uit. Bretagne is niet alleen mooi, maar heeft veel van haar geschiedenis bewaard kunnen houden.
19/6: Roscoff – l’Aber Wratc’h.Zie je de spelling van onze volgende haven? Dit is maar één versie, want ik ken nog altijd  de juiste schrijfwijze niet. Maar nog veel moeilijker: hoe spreek je dat uit? Ik denk dat ze daar in de haven, toen ik de havenmeester via de  marifoon opriep met de vraag naar een ligplaats in “aabervratsj” wellicht in een kramp schoten van het lachen. Enfin, het was een mooie tocht, half op motor, half op zeil naar onze volgende bestemming. En voor de eerste maal in Frankrijk werden we weer vergezeld door een groepje dartele kleine dolfijntjes. Juist vóór het binnenvaren van de inham (aber is bretoens en betekent inham) moesten we een rij mooie ranke zeilschepen kruisen, die op spinaker-zeil voeren ( voor de niet-zeilers: een spinaker is dat kleurrijke enorme zeil, dat gevoerd wordt als de wind quasi volledig van achter komt, en is de beste manier om bij deze wind nog snelheid te maken. Want bij het moderne zeilen is “de wind van achter” niet echt aangenaam en zeker niet de beste wind om snelheid te maken). Blijkbaar waren ze aan het racen. En toen we naar de namen van die snelle boten keken, beseften we dat het de deelnemers waren aan de Figaro-race, die koers zetten naar Roscoff. Die waren al 3 dagen onderweg. En toch zagen we die skippers continu met hun boot bezig zijn, daar een zeil aantrekken, verdere een touw wat lossen, wat neerzitten, en opnieuw naar de voorkant van de boot om de spinaker wat bij te stellen.
Aangekomen in Abervratch (alternatieve spelling) wat gewandeld en dan terug naar mijn motor gekeken. Want ik voelde wat nattigheid. Letterlijk dan, want er was nogal veel water op de bodem van de motorruimte. Sinds jaren was ik gewen om steeds wat water te moeten opkuisen, maar volgens het advies van alle experts was dit normaal. Had iets te maken met de verwarming van onze boiler tijdens het varen. Vraag mij aub geen verdere uitleg. Maar nu was er toch zeer veel water op de bodem. Meer dan voldoende om mijn volgende nachtrust grondig te verstoren.
20/6 L’Aberwratch – Camaret.Omwille van de stroming was het vanmorgen weer vroeg op te staan en waren om 6u45 de trossen los. Bij een steeds meer bewolkt gerakende hemel en (weeral) met ondermaatse temperatuur, ik dacht 15°, voor een stuk op zeil naar Camaret. Tegen de vroege namiddag waren we daar. Ik had al uitgedokterd dat er pal bij de marina een specialist van bootmotoren was gevestigd. En had hem vooraf al opgebeld. Zoals afgesproken, kwam hij om 15u30 aan boord en inspecteerde hij de motor. Er was dus wel degelijk een lek, van de waterpomp, waardoor het lekkende zeewater het metaal van de waterpomp zelf al had aangestast. Hij wou er wel aan werken, maar volgens hem was er een kleine kans dat er, bij het demonteren van de pomp, er één van de bouten, door corrosie aangetast, zou kunnen afbreken. En dan waren we goed voor minstens een week stilstand. Zijn advies was om in La Rochelle een Volvo-Penta -expert de zaak te laten uitklaren terwijl wij terug in België waren.Vervolgens konden we, enigszins gerust gesteld, een wandeling maken door het vissers-en vakantiedorp Camaret. Het was wel te koud en te weinig zonnig voor een terrasje. Maar dat zal wel komen, eens die uitzonderlijke koudegolf, die West-Frankrijk, sedert onze aankomst (maar zoek geen verband) al teistert, plaats zal maken voor de op komst zijnde hittegolf.
21/6: Camaret – Concarneau.Op ons gemak opgestaan, want we gingen het vandaag rustig aan doen, en zeilen naar Morgat, een 16 mijl verder.Er was geen wind, het zou dus op motor zijn. Maar na een uurtje (en met een ontmoeting met weeral een paar dolfijntjes) toch nog eens de weerberichten voor de volgende dagen gecheckt. Morgen en overmorgen zou het wat hevig kunnen worden.  Dus zouden we 3 dagen in het kleine Morgat moeten blijven liggen. Tenzij…..wij dan toch koers zouden zetten naar het 65, intussen 60 mijl verder gelegen Concarneau. Wordt dan wel een tocht van 10 uur, wellicht op motor. Uiteindelijk  beslisten we in unanimiteit (ofwel is er in elk koppel ofwel unanimiteit, ofwel staking van stemmen) lm onze koers bij te sturen, naar Concarneau te varen en veel zonnecrème te smeren. In het tweede deel van de tocht kwam er wat wind opsteken,zodat we dan toch de zeilen konden hijsen en in combinatie van motor- en zeilkracht een goede 7 knopen konden maken. Gelukkig, want de stroming was tegen. Om 19u30 aangemeerd in het mooie Concarneau met zicht op de ommuurde oude stad. Oef

(Wordt vervolgd)

12-13/6: Saint-Quay-Portrieux

12/6: een dagje lummelen in Saint-Quay-Portrieux

Het regende ’s morgens en de wind zat verkeerd. Dus maar snel beslist (we willen het leuk en aangenaam houden, en we gaan niet meer gebukt onder deadlines, een woord waarvan we de betekenis langzaam aan het vergeten zijn, oef!) om een dagje hier te blijven. Klusjes en wat inkopen in de voormiddag, en dan een mooie, lange wandeling langs de klippen, van St-Quay naar Portrieux. En het bleef droog. Zelfs een terrasje gedaan, maar dan beschut van de wind en onder een parasol (of moet ik zeggen een parapluie?).

13/6: Van Saint-Quay naar Treguier.

Een tamelijk lange tocht voor de boeg, dus was het belangrijk om mét stroom te vertrekken……en dit betekende dus voor ons, luxebeestjes, vroeg opstaan. Wekker om 6u15 (ontiegelijk vroeg voor ons) en om 6u45 trossen los.
Bij het vertrek nog op motor, wegens geen wind, maar onze kameraad kwam al vlug zijn neus opsteken, en na een een half uur konden we al de zeilen hijsen voor een aandewindse koers. Na een uur staken we al 1 reef, en een half uur, en veel “niet-te-skief-geroep” van Ann volgde de tweede. Maar dan draaide de wind zo, dat we nog dieper in zee moesten. En de zee werd echt woelig, met die geke,de schuimkopjes. Met een, goede 5 Bft dan toch maar motor bijgestoken, zeilen nog verder geminderd, en rond 12u15 de rivier opgevaren, nog 5 mijl of 1 uur, om Treguier te bereiken.

Dus tijd zat om dit zeer mooie , unspoiled, stadje te bezoeken , vol van middeleeuwse tot 16de eeuwse gebouwen te zien, zonder er een echt commercieel circus van te maken.

(Wij zouden er moeten jaloers op zijn, en enige bescheidenheid vertonen als we het over Brugge, Gent, Antwerpen enz hebben.
Echt waar, voor ons Belgen is Bretagne onbekend: wij denken enkel aan huitres en crustacés, maar er zijn hier zoveel mooie pareltjes te ontdekken. Ge moet er enkel maar wat tijd voor nemen.


TIJD: ook voor ons, zeilers, zien we dat de tijd snel gaat. Terwijl ik dit schrijf, hebben we juist de weekendkrant gedownload. Maar het is alsof het pas gisteren was dat we de vorige versie hebben gedownload. Het leven op een zeilboot, van haven naar haven met soms een ruststop ertussen, gaat zo ongevoeld snel dat we telkens schrikken als we weer een week verder zijn. Vervelend is het dus nooit, wel integendeel.

6 – 11/6: Saint – Malo, vive la France !

6/6: oversteek van Jersey naar het vasteland

Rond 11u lieten we onze ligplaats achter ons, en na voldoende diesel te hebben ingenomen (0,65£/l, een koopje) kozen we het ruime sop, richting Saint-Malo.
Terug goed voor een 40mijl met een zonnige start. In het begin op motor, maar toch voortdurend uitkijken of we dat luidruchtige ding niet konden uitzetten. En inderdaad, in de latere namiddag wakkerde de wind geleidelijk aan en konden we verder op zeil, en bleven we 6 knopen maken. Maar die wind bracht ook wolken, en vervolgens regenbuien mee. Het weer had blijkbaar de weerberichten niet gelezen. Enfin, we hadden tijdig gepaste kledij aangetrokken zodat de waterschade beperkt was. Na de buien konden we nog een stuk verder zeilen (en konden de zeilen drogen). Intussen was het al iets na 18u. We wisten dat de sluis van Saint-Malo maar 1 keer per uur opengaat, en dat dit de eerstvolgende keer om 19u45 (20u45 Franse tijd) zou zijn. Met de huidige vaart ( de wind was na de buien terug wat afgezwakt ), zouden we het juist niet halen. Dan maar de motor bijgezet, en met zeil én motor haalden we 7,5 knopen. Het zou er om spannen. Het was al 20u45 toen we in de verte de sluis zagen naderen. Gelukkig zijn de fransen niet echt stipt , en pas om 20u50 sprong het licht op groen en mochten de boten binnenvaren. Nog een korte spurt, en waren ook mee. En konden we voet aan land zetten op Franse bodem.

Onze eerste kennismaking met Saint-Malo

7/6: eerste kennismaking met het boeiende Saint-Malo.

Het centrum van Saint-Malo wordt Intra Muros genoemd, en zoals de naam het zelf zegt, is het een oude, ommuurde stad. “Oud” is wel relatief, want de Duitse en de Geallieerde strijdkrachten hebben er zich in 1944 kunnen op botvieren, zodat meer dan 80% van het oude stadsgedeelte werd verwoest.

Bij de heropbouw heeft men echter zoveel mogelijk de oude architectuur behouden (alhoewel meestal een combinatie van beton met granieten facade), zodat men toch de indruk krijgt dat ge met een oude historische stad te maken hebt. Let op, de 20% overgebleven delen zijn echt ook mooi en zijn perfect geconserveerd, tot en met de kogelgaten.

De remparts van Saint Malo

.Het is door deze stad dat we vanmorgen zijn gewandeld, tot we stilvielen bij de Halle de Blé, die nu een kleine overdekte markt huisvest. De (achteraf gebleken zeer lekkere) paté’s, de jambon cru en de verse groentjes vonden hun weg in mijn rugzak. Terug naar de boot voor een late lunch en dan een lange, want terug de verkeerde weg genomen, wandeling naar de post. Want daar moesten we dringend een kaart verstuurd krijgen voor een toekomstige jarige (wie zou dat zijn ???). En dan verder naar het station, naar het AVIS- agentschap. We hadden immers nog altijd recht op een gratis huurwagen, wegens onze zeer goede klandizie bij deze maatschappij, vorig jaar in Argentinië. Was uiteraard gesloten. Telefonisch ging ook niet, want Avis heeft waarschijnlijk dezelfde leverancier van telefoonsysteem-met-keuzetoetsen als onze Proximus. Rondjes blijven draaien, dus. Dan maar te voet naar het hoofdbureau van Avis, waar we ….voor een gesloten deur stonden. Maar toen kwam er plotseling een fee, weliswaar in Avis-tenue, te voorschijn, en voor de rest ging alles impeccable. Een kwartiertje later waren we in het bezit van de autosleutels van een SUV Nissan Quasqai (of iets dat daar toch op trekt). Gratis en voor niets. En wat doet een goed Vlaming met een auto? Hij gaat naar de dichtstbijzijnde supermarkt om boodschappen te doen. We hebben ‘s avonds op de boot lekker gegeten.

8/7. Bezoek aan Mont-Saint-Michel en Cancale

Iedereen moet toch eens Mont-Saint-Michel gezien hebben, ondergetekende tot nu nog niet. OK, het is supercommercieel uitgeb(ui)(aa)t, de parking kost 14€ (met gratis shuttle naar de “mont” zelf, die 4km verder ligt), het eten en drank is belachelijk duur en belachelijk slecht van kwaliteit (wij kregen 2x opgewarmde uitgedroogd kost op het bord), en bij wijlen moet je bijna op de (vooral Chinese en Japanse-met-selfiestick) koppen lopen, MAAR HET IS DE MOEITE WAARD. Overdonderend en da abdij zelf is een must. Een pyramide van bouwkunst met een labyrint van gangen en trappen, grote zalen, bekrompen cryptes, en geregeld een prachtig uitzicht op de baai

In Mont Saint Michel ben je nooit alleen

Oh ja, ook bij de terugkeer moesten we de shuttle nemen, die haar halte heeft 500m buiten de stad. We hadden pech, de shuttle, die klaar stond was juist vol toen wij aankwamen, en vertrok zonder ons. Wat toen aankwam, was niet de volgende shuttle, maar wel een gezonde, voltijdse, regenvlaag. En de haltes van de shuttle van Mont-Saint-Michel hebben geen afdakjes of andere beschutting. Niets. En gelukkig hadden wij onze paraplu’s mee, maar die lagen in de auto. Uiteraard duurde het dan ook nog ontiegelijk lang voor dat de volgende shuttle opdaagde. 

Met onze huurauto , met verwarming op max om wat te drogen, ging het vervolgens, op de terugweg, naar Cancale.


Een oude vissershaven, en nu een centrum van oesterkwekerij. De oude vissershaven is prachtig, en oesters smaakten machtig (we hadden een daar een bakje vers geopende oesters gekocht, en die bij onze terugkeer aan boord gedegusteerd ).

9/7: Ontdekking van Dinan, een verborgen parel !


We hadden nog nooit van Dinan gehoord, en de meesten onder ons ook niet, maar dit is echt een hoogtepunt bij een bezoek aan (Noord-)Bretagne. Het ligt aan de rivier Rance, die uitmondt in Saint-Malo, en was vroeger een zeer welvarend handelscentrum. Het is een volledig ommuurd stadje, temidden de groene natuur en uitkijkend op de Rance, beneden haar, met nauwe straatjes en steegjes, vol met Middeleeuwse huizen met vakwerk en/of houten uitbouw. Men waant zich in een super-Bokrijk. Maar dan vol leven (en veel toeristen, maar zonder dat dit echt hinderlijk is). En het bleef de ganse dag zonnig. 

Vandaag was het ook vaderdag. Kon ik ook niet vergeten, gezien de karrevracht wensen van de kids (alhoewel wij wel dachten dat het volgende week was, op het verkeerde been gebracht door de Engelsen, die dit verplicht festijn een week later vieren). En dit hebben wij waardig gevierd in Saint-Malo, in het kleine restaurantje, La Bigouden, in het oude centrum met de obligate, maar superlekkere oesters en een prachtig stoofpotje van vis. Intussen waren onze kleren ook weer gedroogd, na een zoveelste regenbui.

10/6: een (droge) zeiltrip van Saint-Malo naar St-Quay-Portrieux.

Eerst onze huurauto ingeleverd (nadat we nogmaals proviand hadden ingeslagen) en dan, door de reeds gekende sluis (met nu meer geroutineerde aanlegmanoeuvers), op weg naar de volgende haven, St-Quay-Portrieux. De tocht begon met nauwelijks wind, die dan ook nog van achter kwam. Motor dus aan. Meteo Marine had echter een goede NW voorspeld (itt onze Predictwind-App). Ik verwachtte mij dus op nogal wat spektakel, eens we Cap Frehel zouden hebben gerond. Voor alle veiligheid Ann toch rustig voorbereid op wat meer ambians. En toen rondden we Cap Frehel. En bleek dat Predictwind het bij het rechte eind had. Het bleef een kleine 2 beaufort, en verder uit het Oosten. We hebben dus ook de rest van de tocht op motor afgelegd. Geluk bij een (klein) ongeluk: alhoewel we links en rechts van ons gitzwarte wolken zagen, garant voor fikse regenvlagen, bleven wij het droog, en zelfs zonnig houden. Mocht ook wel ne keer.

Rond 19u30 waren we aangemeerd. 

3-6/6. Met Jersey laten we Engeland achter ons

Maandag 3 juni.Om met een gunstig tij naar Jersey te varen was het aangewezen rond 13u uit te varen. Maar we konden niet later dan om 11u de marina verlaten, want daarna zou het water te laag staan. Dus rond 10u30 buiten de marina aangemeerd aan een wachtponton, samen met nog een paar andere boten. Zoals voorspeld was er in de ochtend nog tamelijk veel wind. Rond 12u30 wilde een 14m lange Bèneteau van het tegenover ons liggende ponton al wegvaren. Zijn manoeuver was echter niet berekend op de harde windstoten, en snel raakte hij al de boot vòòr hem en bij het daaropvolgende uitwijkmanoeuver kwam hij recht op ons af. Ik denk dat de man in paniek was, want zijn reacties waren zeker niet de juiste. Gelukkig heb ik die 12 ton zware boot wat kunnen doen afzwenken, zodat hij ons nauwelijks heeft geraakt. Er hing nogal wal verf van zijn boot aan onze reling, maar voor de rest geen merkbare schade. De schipper was wel correct want hij heeft wat later aangemeerd en bij ons en bij de andere boot komen informeren of er schade was. Om 13u dan uitgevaren, nog een tweetal uur kunnen profiteren van de wind (begonnen met 2 reven, na een half uur waren die er al uit en nog eens anderhalf uur later moest de motor terug aan.Om 18u aangekomen in Jersey. 
Dinsdag 4 tot donderdagmorgen 6 juni in Jersey gebleven.
Dinsdagvoormiddag de stad St Hellier, hoofdstad van Jersey, en centrum van het grijze en zwarte geld, bezocht. Heel iets anders dan Guernsey. Echt al een grote stad, druk verkeer, veel mannen met dassen, grote nieuwe gebouwen waartussen de oude historische gebouwen een beetje in de verdrukking kwamen. Maar toch nog mooie plaatsjes en straatjes en een historische overdekte markt én een echte vismarkt. Ann had al zo lang om mossels gevraagd, dus wisten we al wat er morgen op het menu zou staan.In de namiddag onze electrische plooifietsjes bovengehaald voor een mooie fietstocht van 10 km naar de zuidwesterse punt van het eiland, Corbiére. Het fietspad ging door een heuvelachtig bosrijk landschap, maar toch geregeld ook langs de zee. In het terugkeren een tussenstop in het schilderachtige haventje Saint Aubin. Ah ja, Jersey is wel engels, maar quasi alle plaatsnamen zijn frans. En er wordt ook veel frans gesproken.Toen we ‘s avonds terug op de boot kwamen werden we opgeschrikt door een telefoontje van Ann-Sophie. Het had in Vlaanderen die dag goed geonweerd. En we weten dat een beetje bliksem al genoeg is om de zekeringen te laten doorslaan. Zoals dus ook vandaag. Gelukkig hebben we supergoede buren, Georges en Nicole, die dit onmiddellijk hadden vastgesteld en Ann-Sophie hadden opgebeld. Gelukkig hebben we supergoede kinderen, want Johan is onmiddellijk naar Vichte gereden om de electriciteit te herstellen en de inhoud van de diepvriezer te redden. Alles dus onder controle (dachten we…….).
Woensdag, 5 juni.We hadden de smaak te pakken, en woensdag een ganse dag uitgetrokken om te fietsen. Nu naar de oostkant van het eiland. Een stuk langs de zee, en dan het binnenland in waar we langs een veld van wilde orchideeën passerende, iets unieks voor Jersey. En ja, gelukkig dat we electrische fietsjes hadden, want bepaalde hellingen waren anders echt niet te doen. Tegen de middag waren we aangekomen in het kleine haventje Gorey dat gedomineerd wordt door een, van oorsprong middeleeuws kasteel, Mont Orgueil. Goed voor een fotoshoot, maar dan toch niet bezocht. Dan langzaam terug naar St Hellier, langs La Hougue Bie, een menhircomplex met er bovenop een middeleeuwse kapel.  Inkomprijs van het museum was echter van die aard, dat we het terug bij een paar foto’s hebben gehouden. En dan verder, zonder verdere tussenstops (er waren er ook geen) terug naar centrum van St Hellier, snakkend naar een andere zitplaats dan dat harde fietszadel.We wisten een leuke pub, de Cock&Bottle op de Royal Square of Place Royal, het leukste pleintje van St Hellier. En konden we dan ook onze mails en berichten eens checken, kwaliteit van wifi in de marina was immers onbestaande. We kregen al onmiddellijk een foto binnen van Sebas, op onze oprit in Vichte. Mooi. Leuk. We vroegen ons niet af wat Ann-Sophie en hun gezinnetje deden op een dinsdagavond in Vichte. Tot we een telefoontje kregen van Ann-Sophie. Ze vertelde dat we niet onmiddellijk moesten panikeren (dat begon al goed), maar dat het toch ernstig was. Blijkbaar moest er een waterleiding zijn gesprongen in de badkamer van de kinderen, boven. En het water had niet alleen in de bad- en slaapkamer gevloeid, maar was ook door het plafond naar beneden gesijpeld, naar de wasplaats en keuken en daar een kortsluiting veroorzaakt. Ook nu weer had onze attente buur gemerkt dat er geen electriciteit meer was, en misschien zelfs het water door de voordeur zien vloeien, en terug Ann-Sophie opgebeld, die onmiddellijk naar Vichte zijn gereden. En ons dan hebben opgebeld. Vervolgens hebben ze het water en electriciteit afgesloten, foto.s van de schade genomen, onze verzekeraar, en neef, Jan Balcaen opgebeld (die ook snel ter plaatse was), de boel opgekuist en het voedsel uit de propvolle diepvries meegenomen om bij hen thuis in te vriezen. Heb ik al niet gezegd dat wij superflinke kinderen hebben?. We waren zelfs ernstig aan het twijfelen of we niet beter naar huis zouden terugkeren, maar Ann-Sophie verzekerde ons dat zij het nodige zou doen om de loodgieter en de electrieker te contacteren. Heb ik al niet gezegd dat……..Enfin, we gaan dan morgen toch oversteken naar St Malo, zoals gepland, en dan zien we wel. 

Guernsey is nu ook afgevinkt op onze bucketlist

1-2/6: Guernsey

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image-1024x768.png
De Arwen in de haven van St Peters Port

Na een rustige nacht toch nog wat spanning in de morgen: blijkbaar was het water vlug aan het dalen en konden we seffens niet meer in de binnenhaven. De havenmeester verzekerde dat we nog juist binnenkonden, alhoewel het licht al op rood stond. Inderdaad, met nog 40cm onder de boot voeren we binnen en hadden alle plaats zat om aan te meren. Tijd genoeg om de ganse dag te flaneren in het zeer aantrekkelijke Guernsey en terug wat proviand in te doen.

De volgende dag zouden we het binnenland met de fiets bezoeken. Het draaide echter anders uit, want de meteo voorspelde diverse regenbuien, over de ganse dag verspreid.
We besloten dan maar in het mooie stadje te blijven en verder de toerist uit te hangen. Er waren immers ook een soort havenfeesten, met (eet)kraampjes langs de kade. We waren niet alleen, want het cruiseschip Brittania had zijn passagiers aan land gezet. 
Toch de kans gevonden om van een dozijn superlekkere oesters met een glaasje prosecco te genieten. 

Verse oesters uit Guernsey, een lekkernij


In de namiddag dan nog het huis van Victor Hugo bezocht met een gids. Heel speciaal huis, volledig ingericht door de schrijver zelf, die van zichzelf dacht dat hij nog een betere interieurarchitect dan schrijver was. Toch bizarre ontwerpen, maar wel leuk en zo was ons cultureel peil weer wat opgekrikt.

Met Dartmouth gaan we op 31 mei Engeland achter ons laten

24/5: Weymouth-Portland

Bij zeiltochten moet je echt met alles rekening houden. Stroming, wind afstand, en ook tijdstip waarop je de haven kunt uitvaren. Gezien de brug van de marina maar vanaf 8u opengaat, is het onmogelijk, gezien de stroming, en de lange afstand, om vandaag Dartmouth te bereiken in comfortabele omstandigheden. Vandaar onze beslissing om vandaag op ons gemak naar de buurhaven Portland te varen, 4 mijl van hier, en 24 op 24 uur toegankelijk, zodat we de dag daarop de tocht naar Dartmouth in ideale (tijds)-omstandigheden kunnen aanvatten.
Voor de sportliefhebbers: Portland was de haven waar bij de Olympische spelen van 2012 de zeilwedstrijden plaatsvonden. Voor deze gelegenheid hebben ze deze immense, vroegere oorlogshaven, heringericht. Gevolg na 7 jaar: een desolaat geheel met een veel te grote marina, hoogbouw, waarvan een aantal zelfs niet afgewerkt en geen sfeer. Maar wij, onverschrokken wandelaars, hebben dan maar de tocht aangevat, serieus bergop naar het oude dorp. En dat had wel nog zijn charme (en zijn oude pubs) behouden. Uiteindelijk dan toch een leuke stop.

25/5: Portland-Dartmouth

De wekker op 4u45 e, om 5u stipt uitgevaren, bij ochtendschemering, richting Dartmouth voor een tocht van meer dan 50 mijl. Jammer genoeg op motor wegens nauwelijks wind. Het is hier ofwel teveel ofwel te weinig. Maar na een half uurtje was onze dag al goed: we werden vergezeld door een 5-tal dolfijntjes die voortdurend naast, voor en achter onze boot uuit het water sprongen. Ik heb het zelf kunnen filmen tbv onze ongelovige familieleden. Voor de rest een rustige tocht, en in de vroege namiddag waren we voor Dartmouth.

Dartmouth, kant Kingswear (de “overkant”)

Het is nog geen zomerseizoen, maar het was wel het begin van een schoolvakantie. Veel Engelsen hadden dus besloten om met hun boot naar Dartmouth te varen. En die waren allemaal voor ons, want in de eerste drie havens, die ik opriep, was er geen plaats. Ik had dan toch wel succes in de verst van de stad gelegen haven, de Premier Marina. Deze maakt deel uit van de Premier Marina keten, een verzameling van luxueuze jachthavens, telkens gecombineerd met (dure) vastgoedprojecten. We hadden hiermee al goede (en dure) ervaringen in Eastbourne, Brighton en Chichester. Dus niet getreurd en onmiddellijk toegezegd Onze verrassing was dan ook compleet toen we, met veel moeite wegens de sterke stroming van decrivier Darth, aanlegde aan een rommelig ponton, met roest ijzerwerk en een gammele brug naar de oever. Het kantoor in een oud gebouw en de wasruimtes in containers. Wat bleek: de groep Premier Marina had deze (failliete) marina in 2016 overgenomen en was pas nu begonnen met de eerste afbraakwerken. Binnen een paar jaar zou hier wel een prestigieuze jachthaven liggen. Maar niet nu Het enige wat overeenstemde met de andere PM-havens was ….de prijs.

We hebben dan een eerste bezoek aan Dartmouth gedaan, en hierbij kennisgemaakt met de kettingferry van de stand. De” marina” ligt, uiteraard , aan de verkeerde kant van de rivier, zodat we die moesten oversteken. En dit gebeurt met een ferry voor auto’s en passagiers die zich via kettingen van de ene kant naar de andere kant voorttrtekt. Maar wel vlot en geen wachttijden. En Dartmouth is een prachtig (idyllisch, typisch, sfeervol, etc..) stadje. De moeite waard.

26/5-30/5: Dartmouth

Voor de zoveelste keer belde ik, in de morgen, Dart Marina op, die ik gisteren tevergeefs om een ligplaats had gevraagd, Die kenden mijn naam intussen al, hadden nog geen plaats vrij, maar beloofden mij terug te bellen als er iets vrijkwam. Want deze “Premier” Marina wilden wij toch zo snel mogelijk achter ons laten. Nog geen half uur later kreeg ik een telefoontje van hen met de vraag of het mogelijk was om onmiddellijk naar hen (aan de overkant, dus de “goede” kant) te varen, want ze hadden plots een plaats vrij en de stroming was nog voor 20 minuten doenbaar. Daarna zou aanleggen zeer moeilijk worden. We hebben nog nooit zo snel een ligplaats uitgevaren…..
Dart Marina, verbonden aan het Dart Marina Hotel, zou voor 4 dagen onze leuke en luxueuze ligplaats worden, waar we door het personeel vertroeteld werden. Echt, alle Engelsen zijn zoooooo vriendelijk! We zullen hen missen, na de Brexit.

De zondag voornamelijk in Darthmouth en op de boot gespendeerd; de maandag kwamen de wandelkriebels weer naar boven en hebben we een prachtige wandeling gemaakt door de weiden, bossen en heuvels langs de rivier Darth, stroomopwaarts naar Greenway. We waren iets te laat om de mansion van Agatha Christie te bezoeken, maar we kunnen wel begrijpen dat ze, met al het geld dat ze verdiend heeft met haar boeken, besloten had om naar hier te komen wonen.


En het plaatsje Dittisham , aan de overkant, en met een kleine motorferry gemakkelijk te bereiken, heeft een paar gezellige pubs.

Voor de volgende 3 dagen hebben we een auto gehuurd (tbv Carine: een Hyundai Tucson) om toch een stuk van Zuidwest Engeland te zien, dat we niet met de boot zouden aandoen. De woorden idyllisch, typisch, sfeervol, authentic English enz..zal ik niet meer gebruiken, maar dit gold voor alles wat we hebben gezien: Lyme Regis, Totnes, Fowey, Truro (iets minder), Saint Ives, Brixham.

Fowey

Saint Ives


Toch enige kanttekeningen: verschillende keren stapte ik in de auto en merkte dat mijn stuur verdwenen was, neem nooit een handgeschakelde Engelse auto (hoeveel maal taste ik niet tevergeefs aan mijn rechterkant naar de versnellingspook) en wat een nachtmerrie om met een niet vertrouwde auto door die zeer smalle Engelse landelijke wegen te rijden, met langs beide kanten hoge hagen en:of stenen omheiningen en dan voor jou een tegenligger te zien opdoemen… En toch hebben we de auto ongeschonden kunnen inleveren.

31/5: Dartmouth-St Peters Port (Guernsey)

Na dagen waar Predictwind rood kleurde, hadden we eindelijk het gepaste weer om over te steken. As usual betekende dit weer vroeg opstaan, de wekker om 4u45, maar om 4u15 waren we al klaar wakker. De stress, nietwaar..
Vlot vertrokken, en na een half uurtje onder zeil, motor uit. Perfecte timing, want op dat moment beslisten een 10-tal dolfijnen om een stukje mee te varen. Fantastisch, daar, en daar , en daar en daar, overal sprongen ze uit het water en hielden ze gelijke tred met onze boot, wel een half uur lang. Spijtig genoeg moest ik dan wel de motor aanleggen, want de wind was onverwacht sneller gevallen dan voorspeld, en quasi de rest van de overtocht, met uitzondering van een paar zeilmomenten (ik denk dat we in totaal 3 van de 14 uur op zeil hebben kunnen varen) hebben we de motor moeten gebruiken. We waren op schema, en zouden om 17u, bij hoog water, St Peters Port kunnen binnenvaren. Ik had wel gezien dat er rond hoogwater nogal wat tegenstroom zou kunnen optreden. No problem dachten wij, het is nog maar 4 mijl naar de haven. Het zijn de langste 4 mijl uit ons leven geweest. met een tegenstroom van soms meer dan 5 knopen, gingen we op een bepaald moment 1,1 mijl over de grond. We hebben meer dan 2 uur kunnen kijken hoe de haven van St Peters langzaam naderbij kroop. 2 uur later, dus om 19uur zijn we dan aangekomen in een proppensvolle haven: ze hadden er immers niet beter op gevonden dan juist vandaag het verzamelpunt te zijn van een grote regatta rond de kanaaleilanden. En blijkbaar waren er veel deelnemers. Aan elke mogelijk ponton lagen ze met 4 a 5 boten naast mekaar. Toch een plaats gevonden aan een vlottend ponton, zonder verbinding met de oever, en te moe om nog de dinghy uit te zetten zijn we gewoon aan boord gebleven en zelf iets lekkers gekookt.


Wymouth, heerlijke haven! We gaan Engeland nog missen

21/5: Lymington-Poole Harbour

Vandaag zouden we de Needles doorvaren. We hadden er al veel (onheils)verhalen over gehoord, hadden daarom alle informatie in de Pilot en in de Reeds 3 maal gelezen, we waren er klaar voor, en dan krijgen we…… 2/3 Bft , en dat beetje wind dan nog volledig op kop. Ervoor hadden we kunnen opkruisen, maar de passage zelf hebben we noodgedwongen op motor gedaan. Leuk, rustig, maar niet echt opwindend. Maar zo hebben we toch die bewuste Needles (gewoon een paar rotsen, en een tamelijk nauwe doorgang van de Solent naar open zee) gezien en gefotografeerd.
Daarna verder op zeil tot aan de ingang naar Poole Harbour. Deze haven viel nog mee, ondanks de eerder negatieve beoordeling in onze Trotter (ge ziet: we zijn goed gedocumenteerd): rustige ligplaats, en aan het het mooiere gedeelte van de kade, veel pubs in historische gebouwen (we hebben er maar 1 geprobeerd) , een massa supergrote motorboten (blijkbaar voor een deel afkomstig van de Sunseekers-werf, op 500 meter van onze ligplaats) en ……veel Harley Davidsons, Kawasaki’s en andere Honda’s op de kade en de straten er rond. Blijkbaar is de kade het toneel van een iedere dinsdag (Biker’s Tuesday) terugkerende meeting van motards, inclusief leren jekkers, paardestaarten bij overjaarse hippies, veel lawaai en nog meer blikken bier. Maar tegen valavond was alles terug rustig.

22+23/5: Poole Harbour-Weymouth.

We hadden graag de kustlijn, en de stroming, gevolgd, maar gelukkig had ik mijn Pilot gelezen. En zo kwam ik te weten dat de hele kuststrook voor Lulworth, tot zeker 10 mijl in zee, het speelgebied was van de Royal Navy, die daar quasi elke weekdag, dus ook vandaag, hun overschot aan testeron en obussen richting zee afvuurden. Werd bevestigd door de havenmeester. Wij dan maar braafjes, en dus volledig met onze neus in de wind, de veiligheidsstrook gevolgd gedurende de helft van de trip. Pas daarna konden we de zeilen hijsen en opkruisen naar Weymouth.
Leuke haven, vol met historische, mooie gebouwen en de marina in het midden hiervan. Veel foto’s getrokken. We hebben dan ook besloten om hier 2 nachten te blijven. Het mooie weer was immers ook terug van de partij.
De volgende dag, 23/5, hebben we dan weeral een heel stuk afgewandeld, strand en dijk, oude stad, pier, parkwandeling, enfin, onze 14 km stond weer op onze teller. En de vis, die we op de vismarkt hadden gekocht, was superlekker.

Intussen hou ik al met meer dan een half oog de weerberichten in de gaten. Ik zie dat het blauw (rustig weer, 2-3Bft), stilaan aan het evolueren is naar groen, soms wat geel, het oranje is aan het naderen, en in de verte zie ik al rood tot donkerrood. Het mooie , rustige weer zal niet lang meer duren Vandaar dat we stilaan toch met het gedacht spelen om zondag (of zelfs zaterdag, maar dan missen we Lyme Regis) over te steken naar Guernsey. We volgen het op de voet.

Lymington: de Solent ligt bijna achter ons.

18/5: Portsmouth-Beaulieu River

De dag begon met een volgende poging van Ann om ui te varen. …
Ik vraag mij nog altijd af hoe we dat motorjacht aan de overkant nog juist op tijd hebben kunnen ontwijken. Het school geen 20cm! Enfin, Ann is nooit echt goed geweest in het achteruit parkeren van haar auto, laat staan van de boot. Verder oefenen zal de boodschap zijn.
Voor de rest was het een rustige, zonnige tocht naar de Beaulieu River, maar wel op motor wegens geen wind. Beaulieu (Engelsen spreken dat uit als “bjulie”) River is inderdaad even mooi als onze Pilote het had voorspeld, een rivier tussen het groen met zicht op de pronkmansions van de steenrijke Engelsen, veelal met een eigen private steiger.
In Buckler’s Hard Marina kregen we een plaats aan het bezoekersponton, dat evenwijdig met de rivier lag met een prachtig uitzicht. Dat nodigde uit voor een flinke wandeling. De ganse omgeving is wondermooi. Goed te begrijpen als je weet dat de oevers van de rivier volledig in handen zijn van de hertog van Montagu (ja, die van Romeo), die er over waakt dat alles ongerept blijft.
4 km verder bereikten we het idyllische dorpje Beaulieu, een prentkaart ! En met uiteraard het (niet te beoeken) kasteel (of één van) van de hertog.
En de fish and chips die avond in het restaurant dicht bij de jachthaven was ook even engels én lekker.

19/5: Beaulieu River – Newtown River

We kunnen blijkbaar niet genoeg krijgen van de rivieren. Onze volgende bestemming ligt quasi rechtover de monding van de Beaulieu River, maar dan op het eiland Wight. Maar wel iets totaal anders: het is een beschermd natuurgebied, zonder enige faciliteiten. Het enige wat je krijgt voor je 25£ is een boei om aan te leggen te midden de rivier. Een unieke kans om ons motorbootje te testen. De havenmeester had ons, daar in de verte, de aanlegsteiger aangewezen waar we naartoe moesten varen met de dinghy, met de duidelijke waarschuwing dat die pier tussen 16 en 19u niet bereikbaar zou zijn, wegens te lage waterstand. Wij dus iets na 15u vertrokken, voor de eerste maal licht gekleed want het was eindelijk eens wat warmer geworden.
We wisten dat we veel tijd hadden, gezien we pas om 19u terug naar de boot konden. Op ons gemak een koffietje in de New Inn, een kwartiertje wandelen van de steiger. Vervolgens een zeer lange wandeling door het reservaat, langs het coastal path tot aan het piepkleine stadje Newtown, met een mooie middeleeuwse kerk en Old Town Hall. Vergane, maar goed bewaarde glorie. Ietsje na 18u waren we terug in de Inn voor een pintje, zodat we om 19u, na nogmaals een kwartiertje wandelen, terug bij de dinghy waren. Die nog volledig in de modder lag ! De informatie van de havenmeester was toch wat minder accuraat dan we hadden gedacht. We zagen zo dat het nog lang zou duren voordat er voldoende water zou zijn. En dat we erg laat op de boot zouden zijn, waar we nog het avondeten zouden moeten klaarmaken. Niet te doen dus En wij terug het kwartiertje wandelen naar de Inn, waar we dan maar een (lekker) avondmaal hebben genoten. Intussen vernamen we dat de zon hier rond 20u50 ondergaat. Dat wordt dus spannend om nog voor donker aan boord te gaan. Gelukkig ging het nog redelijk vlot met de bediening, konden we om 20u30 de reeds goed gekende wandeling naar de steiger opnieuw aanvatten (die dag hebben we 14 km gewandeld), en zagen we, in het schemerduister, dat er nu wel juist voldoende water onder de dinghy zat. Het was toch al bijna donker toen we terug op de Arwen zaten. Oh ja, moet ik er nog bij vertellen dat het juist pijpstelen is beginnen te regenen op het moment dat we in de dinghy stapten…….? Onze kleren waren pas 2 dagen later opnieuw droog.

20/5: Newtown River – Lymington.

Na de regenbuien van gisteren, beloofde de meteo stilaan een weersverbetering, maar de wind was niet van de partij. Dus op motor naar Lymington. Zeer mooi, schilderachtig (en dus toeristisch) havenstadje, waar we naartoe zijn gewandeld en daar wat kleren hebben gekocht.

De poging om in het terugkeren een korter weg te nemen was, tot de ergernis van Ann, niet echt succesvol. Na een paar keer de weg vragen en wat terugkeren hebben we de jachthaven dan toch terug gevonden. En hadden we weer meer dan 10 km gewandeld.

Intussen al in Portsmouth. We krijgen de smaak te pakken!

12 mei: Dover-Eastbourne

Nauwelijks wind, dus op motor. Saai, maar anderzijds tijd om wat te lezen en planning op te maken voor de volgende dagen.
Het enige noemenswaardige feit was het radioverkeer tussen de Cost Guard en een vissersboot, die een rubberboot met transmigranten had opgemerkt. Blijkbaar 7 volwassenen en 8 kinderen. Allen werden opgepikt door de Cost Guard. Een deel van de operatie hebben we zelfs door onze verrekijker kunnen volgen. Hiervoor moeten we al niet meer naar de Middellandse Zee trekken..
En, o ja, de ASDA-supermarkt in Eastbourne is op zondag om 16u gesloten. Geen probleem, want vandaag is het MOEDERDAG, dus een half flesje Ponson gesavoureerd, Ann een nieuwe iPad gegeven, en dan gaan eten in het restaurant “Simply Italian” (we onthouden enkel het woord “simply”).

13 mei: Eastbourne-Brighton

Ann heeft vandaag voor de eerste keer zelf het stuur genomen voor het uitvaren. Zonder kleer- of andere scheuren, maar laat ons zeggen dat ook hier oefening kunst baart….
We hebben vandaag alles op zeil gedaan onder een prachtige blauwe hemel (maar het bleef frisjes), en waren van plan om naar Littlehampton te zeilen. Een paar mijl voor Brighton echter was de stroming gekeerd, en begon het harder te waaien, een goede 5 Bft, waardoor de golven zich begonnen op te bouwen. Omdat alles leuk moest blijven, zijn we dan maar Brighton ingevaren. Het stadje hebben we al verschillende malen bezocht, zodat we ’s avonds gewoon aan boord gebleven zijn. Spaghetti met spek en kerstomaatjes smaakte heerlijk.

14 mei: Brighton-Littlehampton

Terug een prachtige, maar frisse zeildag, met oosterlijke wind, (3/4 Bft), waardoor we het ganse traject op genua hebben afgelegd, met stroming mee. Puur relaxed zeilen. Heerlijk.
Wel continu uitkijken naar de vele vissersboeitjes in alle kleuren en formaten. We zijn niet blijven “hangen” 😉
Litllehampton is onze eerste “nieuwe” haven, waar we dus nog nooit eerder zijn geweest. Is 1 mijl varen op de rivier Arun, en dan aanleggen aan de kade aan een ponton, met een 5-tal plaatsen (er lag nog 1 andere boot). Supervriendelijke havenmeester !
Die avond hebben we zelfs onze Cobb-bbq bovengehaald.

15 mei: Littlehampton (Arundel Castle)

We herinnerden ons nog dat Ann-Sophie en Evelyn zo lyrisch waren over het bezoek aan Arundel Castle, tijdens hun Zuid-Engeland reis. Moesten we dus ook zien. Was ook de gelegenheid om onze mini-E-bikes te testen. Het kasteel, en het mooie zeer gode geconserveerd stadje, lag op een 45 minuten heerlijk fietsen van onze ligplaats. En dit terug onder een heerlijk zonnetje. Meer moest dat niet zijn. En ja, AS&E hadden gelijk: het kasteel is een indrukwekkend, adembenemend complex met gebouwen van de 11de tot de 19de eeuw, gelegen in een wondermooie, tientallen hectaren grote, tuin. We hebben er nagenoeg 3 uur over gedaan om alles te bezichtigen. De pint op een terrasje in het liefelijke stadje was achteraf zeer welkom.

16 mei: Littlehampton-Portsmouth

De zon was terug van de partij, evenals de matige oostenwind. Zalig op genua gezeild van Littlewood naar Portsmouth.
Na een uurtje op zee, werden we vergezeld van 3 dolfijnen die tot naast onze boot zwommen en uit het water doken. Fantastisch! Ook hiervoor moeten we al niet meer naar de Middellandse Zee trekken….
Aangemeerd in de superchieke Royal Clarence Marina, waar we gelukkig kunnen profiteren van een 50% discount, dank zij TransEurope Marinas.

17 mei: Portsmouth (bezoek aan de historische dokken)

Vandaag was het tijdelijk wat minder (miezerig) weer. Tijd genoeg dus om de historische dokken van Portsmouth te bezoeken, met vooral de “Victory”, het vlaggenschip van admiraal Nelson in de Slag van TRagfalgar (die hij won, maar waarbij hij ook het leven liet). Zeer interessant bezoek, mede dankzij een zeer boeiende audiogids. Ik zou toch niet graag een zeeman zijn geweest in die tijden…


Engeland bereikt op 10 mei

Op 9 mei konden we Duinkerken verlaten. Weersvoorspellingen waren al klein beetje beter, maar toch terug stevige wind in de namiddag. Om toch wat verder te geraken, besloten we om naar Gravelines te varen. Het was toch weeral iets anders. Rustige tocht, grootste deel op motor, wegens volledig tegenwind. Pas na 5 mijl konden we de zeilen hijsen en voeren een paar racks (want we waren te vroeg om Gravelines binnen te varen). Raar, maar op een bepaald moment, toen we richting monding van het kanaal van Gravelines aan het varen waren, lagen we volledig stil, alhoewel onder zeil en 16 knopen wind. Nergens waren er vissersboeien te bespeuren, maar toch moesten we ergens in (een net?) verstrikt zijn geraakt. Gelukkig met wat op- en afloeven geraakten we weer los……om quasi onmiddellijk terug stil te vallen. Terug wat heen en weer gemanoeuvreer, en nu waren we definitief los. Toch voor alle veiligheid nog een heel stuk verder gevaren voordat we durfden de motor aan te leggen. Geen probleem. Varen is dus altijd een beetje avontuur. Bij het binnenvaren waren we blijkbaar toch niet voor alle Gravelinois welkom: een paar stoere gasten verwelkomden ons door hun broek af te steken en hun bloot gat te tonen. Plaatselijke folklore? We reizen om te leren.

De volgende dag, 10 mei, was het vroeg opstaan geblazen, want we konden ten laatste om 5u15 de haven verlaten. Daarna werd het kanaal te ondiep voor onze boot.

Goed ingeduffeld op weg naar Dover

Het was kil en somber. Winterpulls en skimuts en -handschoenen hadden we gelukkig mee, want deze waren broodnodig. En dan nog zaten we verkleumd op de boot. Het natte dek (het had de hele nacht geregend) zorgde ervoor dat onze voeten nat werden in onze zeilschoenen. Pleziervaart, zeggen ze dan.

ontmoeting met een schoonheid in de mist

Zoals voorzien voeren we de eerste 2,5 uur nog op motor, maar eens voor Calais, konden we de zeilen hijsen en genieten van de stilte. Richting Dover. Met 4 Bft op een redelijk vlakke zee konden we een scherp aan de windse koers varen tot in Dover. Heerlijk. Alle miserie van de ochtend was snel vergeten. Om 12u50 waren we aangemeerd in Dover.

eindelijk op zeil, én in het zonnetje

In de namiddag een wandeling naar het centrum, om enkele inkopen te doen. Schrijver dezes was immers vergeten zijn lenzenpakketten mee te nemen, zodat ik geen reserve had….het verstand komt niet met de jaren. De eerste 2 (grote) optiekzaken konden ons niet helpen, wegens niet op voorraad. Meer geluk hadden we in een ogenschijnlijk klein optiekwinkeltje. De eigenaar was blijkbaar een oogarts. De vriendelijkheid zelve, een echte gentleman. Maar voor hij ons lenzen kon leveren moest hij eerst mijn ogen onderzoeken. Wat grondig gebeurde. En alles was slecht: het type lenzen, de sterkte van de lenzen en de gebruikte vloeistof. En alles veel te duur. Uiteindelijk waren we buiten met een set lenzen (waar ik inderdaad beter mee zie) voor 6 maand en de andere lenzenvloeistof. Voor 130€. Een koopje.
En om deze geslaagde dag af te sluiten, gingen we ’s avonds nog een Engelse pint drinken in de eeuwenoude Royal Cinque Ports Yacht Club. Waar we uiteraard aan de klap geraakten met een local, die de halve wereld had rondgezeild.

De volgende dag, 11 mei, bleven we in Dover, ondanks het betere weer, omdat er nog een aantal klusjes op te knappen waren, omdat we te lang hadden geslapen, en omdat het mooi weer zou zijn in Dover, maar regenen in Eastbourne. Van echt zeilmanschap gesproken! Shame on us (we waren er zelf beschaamd over en stelden dat dit in de toekomst geen geldige reden meer mag zijn om niet uit varen).
Eén van die klusjes was de bilges onder de vloer kuisen. En dat leverde ons wat bezorgdheid op: was de mazout, die we opkuisten vers ? of nog een restant van vroeger ? Want nog op de dag van ons vertrek was Ship Support op onze boot aan het werk geweest om de bilgepomp te herstellen en een diesellek te dichten. Volgens hen was het lek het gevolg van een defecte joint bij de ingang van de tank, en werd die vervangen. NB: herstel van de bilgepomp was maar half werk, want de vlotter zit vast: als we de bilgepomp willen laten werken, moet de vlotter met de hand worden opgetrokken…..werk voor een volgende klusjesdag.

,