Rethymnon – Rethymnon

Na de leuke communie, respectievelijk bloeifeest van Arthur en Leo, reden waarom we tussendoor naar België zijn gevlogen, arriveerden we op 28/5 terug in Rethymnon. De storm, die was opgekomen bij ons vertrek, had nog verder gewoed. De boot lag veilig, en in tegenstelling tot Zakynthos, had hij geen schade opgelopen. Maar…….de storm was gepaard gegaan met heel wat regen. En geen normale regen. De bui had zijn passage via de Sahara gemaakt, en daar veel saharazand opgezogen. Wat dan voor een deel op onze boot was aanbeland. De witte blinkende boot die we hadden achtergelaten, was nu een dof oranje schepsel. Twee dagen hebben we er aan gepoetst.


En dan klaar voor een volgende etappe. Maar toch eerst nog eens de omgeving hier verkennen. De wind zat toch niet goed.
Rethymnon is een mooie haven, en zeer beschut. Ideaal om hier een paar dagen te blijven.
En het oude stadsgedeelte is echt de moeite waard.


Alhoewel Chania onze favoriet bleef, was het hier ook leuk om te wandelen door de doolhof van straatjes, een terrasje aan de oude haven, en ‘s avonds lekker te eten. Onze zoektocht, met behulp van de groene Michelingids, leverde ons een paar juweeltjes op: To Pigadi en To Parastratima.

Het gezellige en lekkere To Parastratima

Ook Evanthia kunnen we aanraden. Castelo was een mindere ervaring, wegens teveel een (weliswaar lekkere) eetfabriek. Zoals ge ziet hebben we tijd gehad om restaurants te beoordelen, en dit ondanks het feit dat de bemanning voornamelijk aan boord moest eten wat de kok van dienst hen voorschotelde. We zijn dus langgggg in Rethymnon gebleven. Om eerlijk te zijn: we zijn er nu, dd 29/6, nog altijd 😱.

We hebben immers ontdekt dat Kreta geen ideaal zeilgebied is. Je hebt maar 3 echt bruikbare havens aan de noordzijde (de zuidkant van het eiland is echt niet comfortabel om er te zeilen). Chania is Ok, hadden we al gedaan, maar nogal woelig bij , frequent terugkerend, stormweer. Rethymnon is super, goed beschut voor alle winden. En dan nog Agios Nikolaos, zeer winderig, maar de boten liggen daar veilig. Heraklion heeft nauwelijks faciliteiten voor passerende zeilboten en wordt door iedereen gemeden. Dus was ons volgend doel Agios Nikolaos. We hadden er zelfs een reservatie voor een zomerberging, op het land. Alleen, het is nogal hevig op de tocht naar Agios, met slechts 1 tussenstop mogelijk, het eiland Dia gelegen te noorden van Heraklion, waar je met de heersende Noordwestelijke winden, beschut voor anker kan gaan. Eén probleem: de ambtenaren, want de “marina” van Agios Nikolaos wordt door de gemeente uitgebaat, waren echt niet flexibel . Ik had een standplaats op het droge vanaf 1/7, dat was OK. Maar om vooraf nog een ligplaats in de haven zelf te krijgen, dat was niet evident. “Bel of mail later terug” . “No disponibility”. En zo lang wij geen ligplaats konden bekomen in de marina had het geen zin om daar naar toe te varen. Door de heersende (storm) winden was het sowieso al niet evident om een window te vinden, waar het minder woei. En zonder ligplaats zouden we voor anker moeten gaan in de baai van Elounda, dicht bij Agios, waar we ook geen mogelijkheid hadden om water bij te tanken. En ik wist niet hoe woelig het kon zijn, voor anker, bij weeral een doortocht van de Meltemi. Echt aangenaam zeker niet.
Enfin, om een lang verhaal kort te maken, wij hebben uiteindelijk al onze charmes gebruikt om van de , evenzozeer ,ambtenaren van de haven van Rethymnon toelating te krijgen om onze boot hier achter te laten voor de zomer. Toch nog 1 voordeel: Ons voorschot voor Agios waren we kwijt, maar het liggeld is hier in Rethymnon zo laag, dat we uiteindelijk nog een goed stuk goedkoper af zijn.
We hebben 2 keer een auto gehuurd: de eerste keer om de westkant van Kreta te bezoeken, van 1 tot 4 juni, en de tweede keer, toen we het hadden opgegeven om naar Agios Nikolaos te varen, van 22 tot 27 juni, om de oostkant te verkennen.

Korte samenvatting van de eerste trip:

dag 1 (1/6): Patsos, met een mooie wandeling door de kloof van Agios Antonios, langs een bergbeek, tussen de rotsen.

Vervolgens een bezoek aan het verlaten klooster van Moni Assomatom. Eens een groot klooster, waar in de eerste helft van de vorige eeuw nog een groot complex werd bijgebouwd, nu een spookachtig, grotendeels verlaten en in mekaar gestort geheel.

Moni Assomatom, het verlaten klooster

En dan verder, langs bochtige wegen door het gebergte naar het kleine bergdorpje Meronas waar we laat in de namiddag nog wat eten in , de enige geopende taverna, konden bijeen bedelen. Op het einde nog een laatste stop in Spili, een klein stadje in d3 bergen, maar vooral een verzameling horeca. Maar een fris pintje na een wandeling door het stadje deed wel deugd.
De volgende dag kwamen dan het kustplaatsje Plakias, in het zuidwesten van Kreta aan de beurt, Fragokastello en Chora Sfakion.

Chora Sfakion

Dag 3 : Terug de zuidkust, maar nu ietske meer naar het Oosten. En terug weer heerlijke plekskes, (Assomatos met de bekende Venetiaanse brug, het klooster van Preveli), dorpjes (Agia Galini) mooie stranden ( Ammoudi Beach, het wondermooieAgios Pavlos bij Saktouria) gezien. Zelfs gezwommen.

Strand van Ammoudi ( we hadden er wel meer van verwacht)
De venetiaanse brug van Assomatos
Klooster van Preveli
Agios Pavlos
Agia Galini

De tweede trip:
En omdat we dan toch niet in Agios Nikolaos zouden geraken met de boot hebben we dan maar op 22/6 opnieuw een auto gehuurd, nu bij Avis (een Mercedes A-klasse, maar veel goedkoper dan het lokale autoverhuurbedrijf Arkadi, dat er ons m.i. heeft opgelicht met een Toyota Yaris). En een hotel geboekt in Agios, het fantastische boetiekhotel Port 7, met uitzicht op de haven. En waar we ons, door de supervriendelijke service, onmiddellijk thuis voelden.

Ook de tweede trip ging langs alle aanbevolen sites, nu aan de Oostkant van Kreta.

Einde eerste halve etappe 2025: veel wind

Vrijdag, 9 mei. Kythira was onze volgende etappe. 40 mijl varen. Het grootste deel, inclusief de oversteek van de Peloponnesos naar het eiland Kythera, op motor. Het zeil dat we zeer optimistisch hadden opgetrokken, hebben we halverwege dan maar terug opgeborgen. We voeren langs het eiland, aan de noordzijde, om dan op het oostelijke eindpunt af te ronden naar het zuiden, waar het haventje van Kythera ons opwachtte.
Rond de klip begon de wind wat aan te wakkeren. Wat we hadden verwacht, een natuurlijk fenomeen. Maar ééns voorbij, minderde de wind niet zoals hij normaal hoefde te doen, maar trok hij verder aan. Meteo had geen wind voorspeld , maar onze windmeter tikte 25-30 knopen aan.

En dat bleef zo, ook toen we de redelijk beschutte haven binnenvoeren. Oeps, dat wordt geen makkie. Er lagen al een 3-tal boten aangemeerd. We konden dus rekenen op wat assistentie bij het aanmeren. En dat zou nodig zijn. Anker gesmeten, ver genoeg voor voldoende grip. Langzaam achteruit gevaren, juist voldoende snelheid om, met de blazende zijwind, op koers te blijven. Contact met Ann vooraan verliep nu perfect, via onze nieuwe headsets. Niet meer roepen naar mekaar. Alles verliep vlot, touwen uitgesmeten naar de wachtenden op de kade. Maar dan de boodschap van Ann : ik denk dat ons anker niet houdt. Ik vroeg om aan te trekken, maar er kwam geen spanning op de ketting !
Ik had geen tijd om veel uitleg te geven aan de mensen, die onze touwen hadden aangenomen, onze boot werd door de wind tegen de boot naast ons geblazen, maar we moesten terug uitvaren. Onze boegschroef was niet opgewassen tegen de zijwind, zodat we tegen de andere boot aan lijzijde schuurden, en zelfs aan het einde over zijn ankerketting we4den geduwd. Enkel door volle kracht vooruit geraakten wij uit die penibele situatie.
Maar door al deze manoeuvers had ik geen kans meer gehad om het laatste meertouw volledig binnen te halen. And if shit happens…..

Plots reclameerde de motor. En ik wist het onmiddellijk: touw in de propeller!!! Onmiddellijk motor uit, om erger te voorkomen. Geen motor, en dat in de haven! Een kleine zweem van ongerustheid was hier wel gepast. Maar geen paniek toegelaten, want hiervoor was de situatie te precair. En voor één keer was die smerige wind mijn bondgenoot. Hij blies ons uit de haven, zodat ik, op het gepaste moment, juist buiten de inham van de haven, ver van alle obstakels, aan Ann vroeg om het anker te smijten. En nu pakte het wel, zodat we in de woeste baren toch tenminste vast lagen, en veilig waren. Echt comfortabel was dit niet echt. Maar we mochten niet moeilijk doen.

En nu volgde een reeks communicaties, eerst met de coastguard via VHF, en dan via telefoon. Help, we need a diver! Het was toen al 19u. En uiteindelijk kregen we iemand, via via, te pakken die ons kon helpen. Maar die kon pas rond 21u aankomen. Dus juist tijd genoeg om een korte avondlunch te prepareren. En te nuttigen in een continu schommelende boot. Waar niets bleef recht staan, met dus nogal wat poetswerk tijdens en achteraf. En oh ja, onze duiker moesten we zelf gaan ophalen vanaf de kade van de haven. Betekende dat we onze dinghy nog moesten klaarmaken, de buitenboordmotor installeren…..en hopen dat ie werkt.
En wonder boven wonder, he did it! Dus tufte ik, om 21u, in de woelige baren, naar de kade van de haven. Waar ik het bericht kreeg dat onze redder in nood pas rond 22u zou aankomen. Na een korte wandeling dan toch een terrasje gekozen, met uitzicht op onze boot. Het was intussen al volledig donker. En dus zag ik ons ankerlicht, in de top van de mast, slingeren van links naar rechts. Ann had gekozen om op de boot te blijven (alhoewel, ik weet niet wat ze zou kunnen uitrichten bij enig onheil, tenzij een hulptelefoon naar mij te plegen….). En het was daar dus niet echt een leuk verblijf.

Kloklsag (echt!) 22u arriveerde onze redder. Samen de dinghy in, en toen we maar juist aan de Arwen aanmeeren dook hij het water in, met wetsuit en enkel een duikmasker op. Na 20 seconden was hij terug boven! “OK!”. Blijkbaar , wat ik ook had vermoed, want ik had de motor onmiddellijk uitgeschakeld toen hij begon te haperen, was het touw slechts een beetje rond de propeller gedraaid. Maarg€6’ oef, probleem opgelost. Uiteraard haperde de motor van motor van de dinghy bij het terugvaren, zodat onze koene redder het volledige traject al roeiend heeft afgelegd. En uiteraard sloeg de motor opnieuw aan toen we aan de kade waren aangemeerd. Enfin, terug naar de boot en een korte woelige nacht doorgebracht.

De volgende dag , zaterdag ‘10 mei, hebben we ons dan wel aan de kade kunnen aanleggen, en kreeg ik de volle laag van de Finse eigenaar van de boot waar we, zonder enige schade, tegen aan hadden geschuurd. Niet éénmaal, niet tweemaal, maar driemaal. Het ventje was alleen op zijn boot en had zo blijkbaar een gelegenheid om zich wat af te reageren. Not done.



We bleven toch nog 2 volle dagen in Kythira, om te bekomen van de emoties, én toch wat te genieten van het gezellig haventje, en de mooie oude stad, hoog in de heuvels. De zondag zijn we dus de lange weg omhoog naar het oude stadje gestapt. Het begon al mooi warm te worden. Eens boven konden we genieten van het mooie uitzicht, de witte huisjes, de kleine straatjes, en…..de lege terrasjes.

Want hier is zondag een rustdag! Everything closed. Zelfs geen mogelijkheid om een flesje water te kopen. Dus dan maar, quasi volledig uitgedroogd, terug naar beneden, naar de haven – die gelukkig geen zondagsrust kent – om daar op het eerste terrasje onze dorst te laven. Zelden smaakte een frisse Mythos zo goed.

En dan , op 12 mei, een lange, saaie tocht van 13 uur op motor, naar Chania, de eerste haven op Kreta. Waar we zonder probleem konden aanleggen, in de prachtige oude haven, midden in het centrum, maar waar het dan toch nog relatief rustig was. Blijkbaar niet meer in het hoofdseizoen.
de


Chania wordt terecht de mooiste (haven)stad van Kreta genoemd. Spijtig genoeg zijn wij niet de enige, die dat hebben gelezen. Het was dus nog geen hoofdseizoen, maar toch kan het daar, op bepaalde momenten, krioelen van het volk. Blijkbaar leggen daar ook cruiseboten aan in Souda, aan de andere kant van het schiereiland, om dan met de bus karrenvrachten toeristen te dumpen in het mooie stadje, die vervolgens zoals al diverse keren gezien en geschreven, stomverveeld achter een gids met een plakaatje met het nummer van zijn groep, door de straten en pleinen hotsen. Gelukkig meren er niet elke dag cruiseboten aan.
Maar het blijft ondanks alles een juweeltje. We bleven daar 3 dagen, want op 15/5 wilden we aankomen in Rethymnon, om op 16/5 terug naar België te vliegen.

Ook de tocht naar Rethymnon op 15/5 verliep probleemloos, maar saai want terug volledig ‘op motor. Alhoewel, echt saai was de aanvang wel niet. De dag ervoor had een binnenkomende zeilboot zijn anker blijkbaar juist boven onze ketting uitgesmeten. Er klonk wat paniek via de intercom toen de verantwoordelijke voor het anker bij het uitvaren in de vroege ochtend plots 2 ankers zag verschijnen. Een paar minuutjes van immobiliteit, lichte paniekaanvallen bij derden en dan maar het stuurwiel verlaten, om met een touw het stoute anker te verwijderen van ons anker. En intussen aangemoedigd door nogal wat toeschouwers op de kade. Gratis amusement. En applaus toen we waren vrijgekomen. Toch niet echt onze voorkeur om zo in het middelpunt van de belangstelling te staan.

Wat daarna volgde was terug een lange, 6 uur durende tocht naar Rethymnon. Enkel het aanmeren was nogal ingewikkeld, want er waren geen mooringlines, zoals we hadden verwacht, maar wel een meerboei, die we moesten aanpikken bij het langzaam achteruit varen naar het ponton. Een deel van de bemanning had hier blijkbaar wat problemen mee. Maar uiteindelijk kwam alles goed, en lagen we veilig en vast aangemeerd. En dubbel beveiligd, met voldoende stootkussens en bijkomende springlijnen, want er was een storm voorspeld voor de volgende dagen, en wij zouden de volgende dag, 16/5, al vertrekken. Maar onze Zwitserse buren Guido en Ursula van de AluDuck zouden een oogje in het zeil houden. Wat ook wel nodig was, want de storm kwam al een eerste keer langs op onze laatste nacht vóór ons vertrek. Onze boot lag dus goed vast, maar Guido en Ursula zijn de hele nacht in de weer geweest: blijkbaar had de ketting van hun meerboei het begeven, zodat ze plots waren vrijgekomen. En hebben ze uiteindelijk toch hun boot kunnen vastleggen aan hun gebuur, een megamotorjacht. Die hadden die nacht niet veel geslapen.

Wij zijn op 16/5 kunnen vertrekken, in een stofwolk van saharazand. En de volgende dag kregen we een geruststellend berichtje van onze buren dat onze boot probleemloos een wind van 45 knopen had doorstaan.