Start Etappe 2: La Rochelle – Ile de Ré: we hebben er zin in!

20/7 La Rochelle – St Martin-de-Ré
Wat voorafging:
We zijn terug vertrokken. Maar niet alles ging van een leien dakje of was superleuk.Voordat we, op 4 juli, La Rochelle konden verlaten hadden we nog heel wat voor de boeg (ons bekende ToDo lijstje stond weer vol).Belangrijkste was de technici te contacteren voor de reparaties van de batterijgroep en de waterpomp. Gelukkig lagen alle gespecialiseerde bedrijven dicht bij de haven. We hadden vooraf reeds contact genomen met 2 bedrijven, mede geselecteerd door Alain, en deze bleken zeer meewillend. Beide zouden. Og donderdag of vrijdag aan boord komen om een diagnose te maken. En dan nog onze huurauto! Avis, waar we trouwe klant zijn, had ons immers serieus teleurgesteld: via de App, waarmee ik tot nu toe steeds vlot onze reservaties kon beheren had ik een auto besteld. De dag van aankomst bleek dat die niet beschikbaar was. Dan maar telefoneren naar hun callcenter (15ct/minuut), en na lang parlessanten dan toch een auto bekomen, aan een 50% hogere prijs. Toen we echter de bevestiging op onze App ontvingen, bleek dat we nog moesten bijbetalen voor 600km, a fato van 60ct per km….., ondanks het feit dat de gast van dat callcenter ons had bevestigd dat we onbeperkte km hadden. Het zal nog een tijdje duren vooraleer we nog via Avis gaan reserveren. Uiteindelijk dan, dankzij internet, een grotere auto gevonden, aan een lagere all-in prijs bij Enterprise cars. Met zeer vlotte en vriendelijke service bovendien.Diezelfde dag vernamen we nog veel slechter nieuws: onze beste zeilvriend, Marc Delva, had zijn bijna 2 jaar durende strijd tegen kanker definitief verloren. Wij kenden Marc al lang, superlieve vent, trouwe makker, vriendelijk maar vastberaden, geestig en aangenaam gezelschap bij onze zeilreizen, maar ook steeds bezorgd om die reizen in goede banen te leiden, en vooral iemand die erin slaagde om de kameraadschap bij alle deelnemers aan die zeiltrips tot ongekende hoogtes te brengen. We hebben ervan genoten , Marc, en zullen dit (en jou) nooit kunnen vergeten.

in 2016 aten we met Marc (l) en zijn vriend Jacques nog heerlijke kreeft aan boord van de Arwen in Southwold.

Met de huurauto dan op 4 juli veilig thuisgeraakt en klaar voor een hectische week, met. nauwelijks tijd voor onszelf, en herhaaldelijk stuitend op onbegrip waarom wij, die zogezegd tijd zat hadden, niet meer tijd hadden om (nog meer) te babysitten, familie te bezoeken, laat staan onze tuin weer te fatsoeneren, de aannemers te contacteren voor de reparatie van de waterschade, met de verzekeringsagent te spreken, vrienden te helpen, verjaardagsfeest van Ann en Ann-Sophie te organiseren, nog andere feestjes mee te maken, tijd te nemen voor onze dochter Evelyn, die voor drie weken was overgekomen van Abu Dhabi (en die het even druk had),……en om te kunnen deelnemen aan het zeer mooie afscheid van onze vriend Marc, op 13 juli. 
Misschien dus wel te begrijpen dat Ann er op stond dat we al 15 juli terug naar de (rust van onze) boot zouden terug keren. Deze etappe zouden we doen met onze eigen auto. Het was immers niet de bedoeling om grote afstanden met de Arwen af te leggen. Meer nog, in ons oorspronkelijke plan was het zelfs niet voorzien dat we in juli en augustus op onze Arwen zouden verblijven, wegens te druk en wellicht ook te warm. Maar Ann-Sophie had in de tweede helft van juli een vakantie gepland in Hourtin-Plage, 50 km van La Rochelle! Ideaal dus om mekaar daar eens te treffen, en misschien Sebas en Leo, de 2 lieve kleinzoontjes, eens mee te nemen op de boot, of om samen mijn verjaardag te vieren. En dan was het wel handig als we over onze eigen auto konden beschikken. En gezien we dan dicht bij Bordeaux zouden zijn, was het zeer verleidelijk om toch eens een, tot nu toe steeds uitgesteld, tochtje langs de meest beroemde wijnstreek te maken.
Daarom dus op 15 juli met de auto vertrokken. En met een tussenstop! Onze vrienden Philippe en Marleen waren een drietal weken na ons vertrokken, in de hoop dat ze ons zouden kunnen inhalen. Maar gezien we zeker La Rochelle wensten te bereiken, hadden we er nogal wat vaart achter gezet zodat het voor hen onmogelijk was om ons in te halen (en intussen nog wat onderweg te profiteren van de ontelbare mooie haventjes). Vandaar dat we het idee hadden opgevat om een tussenstop voor onze autoreis in te plannen in de haven waar ze momenteel lagen te genieten van de lekkere oesters, Port-La-Forêt, juist boven Concarneau (zie 22/6). En onderweg hadden we zo ook nog de mogelijkheid om het prachtige Vannes te bezoeken. Dit stadje ligt aan de Golfe du Morbihan, een gebied dat we spijtig genoeg niet met de boot hebben aangedaan, in de stress om toch tijdig in La Rochelle te geraken. Wondermooie middeleeuwse stad, met een jachthaven pal in het centrum. Terug een “mérite le détour”- bestemming. 


s’Avonds aangekomen in het stemmige plaatsje Port-La-Foret, in het hotel Aux Cérisiers, eenvoudig maar van alle comfort voorzien (en met lekker ontbijt). Daarna naar de Tadorna gereden, de boot van Philippe. Onder het mooie avondzonnetje hebben we daar kunnen genieten van een aangenaam gezelschap, aangevuld met 2 dozijn oesters en een wit wijntje(s) gevolgd door een lekker dineetje in een havenrestaurant, en onze planning kunnen bespreken voor onze volgende trip in september, van Rochefort naar La Coruña in Spanje. Het houdt niet op…..
De volgende dag, dinsdag, op weg naar La Rochelle nog een laatste tussenstop ingelast, in Arcais, in het Marais du Poitevin. Een dorpje, dat nog volledig haar identiteit van de vorige eeuwen heeft kunnen bewaren, een Petite Cité de Caractère, waar de tijd lijkt te stromen met de snelheid van het vlakke water van de moerassen, die het omsluiten.En dan full speed naar La Rochelle, om de stand van zaken van de reparaties te bekijken. We wisten dat het lek aan de waterpomp al was gedicht (maar dat de warmtewisselaar, een duur ding, ook zijn beste tijd heeft gekend en wellicht binnenkort aan vervanging toe was). En de batterijgroep? Om dit verhaal niet te lang te maken, hou ik het er op dat we tijd genoeg hadden om de eerstvolgende dagen La Rochelle te verkennen, de boot volledig schoon te maken en een (mislukte) poging hebben kunnen ondernemen om een paar uurtjes aan het strand te liggen. Eigenaardig genoeg was’, juist op de deadline, en na talloze telefoontjes en mailverkeer, de batterijgroep dan toch vervangen en kreeg ik excuses van de zaak (en een stuk van mijn geld terug, want ze hadden batterijen van iets minder goede kwaliteit geleverd, wat ik wel zelf hebben moeten vaststellen). Mais on a fini en beauté ?.

mislukte poging om te zwemmen en een paar uurtjes aan het strand te liggen

O ja, donderdag nog een ingewikkeld maneuver om onze auto op een volgende bestemming te parkeren: we hadden immers het plan laten varen om met de boot de Gironde op te varen tot aan Bordeaux. Deze tocht duurt 1 dag, en dan sta je in Bordeaux. Staan, wel te verstaan, want met de boot geraak je niet in de wijndomeinen van St Emilion, St Estephe en al die andere heerlijke heiligen. Dus , omwille van optimale mobiliteit, zouden we onze auto naar Port Medoc brengen, aan de oever van de Gironde en relatief dicht bij Hourtin Plage (en de kleinkindjes?). We zullen dan met de Arwen tegen eind volgende week naar deze haven varen, en van daar uit de streek bezoeken. We zijn immers maar één keer in die streek, hé! Die operatie hield wel in dat we in de voormiddag een tweetal uur moesten rijden tot aan Royan, daar dan de ferry nemen naar PortMedoc aan de overkant van de Gironde, en dan verder naar de haven. We regelden daar met de capitainerie een verblijf van 1 week voor de boot en een parking voor de auto. Dan te voet terug naar de ferryhaven, oversteek naar Royan, te voet naar her station om daar juist op tijd de bus van 17u naar La Rochelle te nemen. Om 18u45 aangekomen en dan nog een klein half uur te voet naar de boot. Ge moet er toch iets voor over hebben, zeggen we dan…..


En zo zijn we dus op 20 juli kunnen vertrekken naar het befaamde Ile de Ré.
20 juli: La Rochelle – Ile de Ré
Het was, voor onze eerste trip, wel vroeg opstaan. Om 6u20 waren we al vertrokken voor een 2 uur durende trip naar Ile-de-Ré, terug onder de beruchte brug. We konden immers geen risico lopen, want om 9u30 sloot de haven en was er dan enkel de optie om buiten, aan een boeike te liggen. Maar alles verliep perfect, en, de helft onder motor, bereikten we meer dan op tijd, het pittoreske, zeer zuiders aandoend haventje (maar spijtig genoeg onder een loodgrijze lucht, en later zelfs wat licht gedrup).

Uitzicht vanaf ons “terrasje” in Ile de Re

Onze ligplaats lag pal in het centrum, het eerste terrasje op 30 meter van de boot. Logisch dat we 2 nachten hebben geboekt. Eerste verkenning van het stadje was zeer positief, de terrasjes lonkten (maar we hebben – althans tijdelijk – aan de

lokroep kunnen weerstaan) en er was zelfs een overdekte markt met superlekker uitziende producten. Het hart van de kok in mij sloeg een slag over. Het menu van de volgende dagen zal aan herziening toe zijn. 

21 juli: Ile de Ré, een zonnige fietsuitstaprond grootste deel van het eiland.

Het prachtige Ile de Ré heeft nog 1 groot vordeel: het is vlak. Fietsjes bovengehaald voor een zonnige fietsdag, zonder batterijtjes. We moeten toch iets doen voor onze conditie.
Het eiland is ook bekend voor de zoutwinning en oesterkweek. Dat laatste zagen we al van bij de start van onze tocht op prachtige fietspaadjes: de oesterkwekers hebbben er blijkbaar een interessante bijverdienste bij, namelijk op meestal geïmporoviseerde terrasjes verkopen ze hun oesters (met een glaasje wijn, uiteraard) aan zeer schappelijke prijzen. aan de bekoring van de eerste 2 hebben we kunnen weerstaan. Maar bij de derde hadden we prijs


In het kleine vissersdorpje Loix vonden we dan een mooi plaatsje voor onze democratische picnic (beste lezers, wij leven niet alleen van kreeft en oesters, hoor) en dan met de fiets verder naar het even toeristische Ars-en-Ré, lievelingsvakantieplaats voor de rijke parisiens. Intussen fietsten we langs de zoutwinnerijen, sloegen we een praatje met een zoutboer en stak er een halve kilo Fleur de Sel in onze fietstas

ze zijn nog met een zestigtal, deze artisanale zoutboeren
en ja, de markt was nog open toen we terugkwamen in de haven

Bij een prachtige zonsondergang genoten van een lekkere barbecue aan boord. Ile de Ré is echt een klein paradijs, één van de vele die we en cours de route hebben ontdekt, en nog zullen ontdekken. Met spijt in het hart gaan we morgen afscheid van dit pareltje moeten nemen, naar Ile d’Oleron.

28/6 – 2/7: we hebben La Rochelle bereikt !

28 juni: vertrokken toen de brug van de achterhaven met hoog water openging, dus om 13u15. Met een 4 beaufort achterlijke wind konden we de eerste 3 uur zeilen (vlinderen, met voorzeil aan stuurboord en achterzeil aan bakboord), maar toen zakte de wind zodat we dan maar motor hebben bijgestoken ( dat beestje heeft al wat werk moeten doen).

La Turballe , een vissershaven met een 80-tal vissersboten (sardienen), met toch ook faciliteiten voor plezierboten, bereikten we rond 18u30. Sympathiek haventje, maar voor de rest niets speciaals. Goed als tussenstop.

29 juni: Van La Turballe naar Ile d’Jeu (Port Joinville)

Toen we om 8u vertrokken, scheen het zonnetje. De meteo had mooi weer voorspeld en een gunstige wind. Het zou een mooie zeiltocht worden, we hadden immers 45 mijl voor de boeg. Maar al vlug werd het wat grijzer en zagen we de eerste mistflarden. Na 2 uur zaten we volledig in de mist , met minder dan een halve mijl zicht. Dus voortdurend uitkijken, zowel voor boten als voor visnetten, die aan kleine boeitjes in het water dreven. En dat grijze weer had uiteraard ook invloed op de temperatuur. Echt killig. En die pullovers en zeilvesten kwamen terug naar boven. Wij die gehoopt hadden van ze niet meer nodig te hebben. En zeggen dat ze bij ons in België aan het puffen zijn onder een hittegolf. Niet eerlijk?.

En die beloofde wind was ook niet van de partij, dus het eerste deel terug op motor. En ook geen dolfijnen om de pil wat te vergulden. Pure miserie.

Gelukkig wakkerde de wind kort na de middag aan tot een lichte 4 en blies ie de mistflarden weg. Het zeil terug gehesen, maar de pret duurde niet lang want de wind draaide terug op kop. Daarenboven hadden we Intussen stroming tegen, zodat oploeven veel te veel tijd zou kosten. Daarenboven werden we wat zenuwachtig, want in de VHF-radio hoorden we om de haverklap boten de haven van Ile d’Jeu oproepen voor een ligplaats. En het is geen grote haven! Dus terug motor aan om op volle kracht en met strak gespannen zeil, om er nog een halve knoop meer uit te persen, toch nog op een treffelijk uur de haven te bereiken. Stress…..we staken op die manier nog een aantal boten over in het zicht van de haven, en toen we eindelijk konden oproepen om een plaats te krijgen, kregen we de laatste nog vrije ligplaats aan een ponton. Oef. Toch nog eens wat geluk gehad. En morgen zou het terug mooi weer worden.

‘s Avonds na het eten nog naar het stadje gewandeld. Levendige kade. Veel leuke terrasjes. En blijven plakken in café Cabaret, waar er juist een live-optreden was met muziek uit de jaren 60 en 70. We voelden ons weer jong. En we trokken het tot in de late uurtjes….

30/6 Ile d’Jeu.

Die muziek van gisteren had mij ook aan de naam van het eiland doen denken. Dat zei mij iets. En ja, wie kent er nog het liedje “Lydia d’Ile d’Jeu”, van Kris De Bruyn. Vanaf nu heeft dat liedje voor ons een heel andere inhoud. Want dit is echt een prachtig, paradijselijk eiland. Alle huizen zijn in het wit geschilderd, met deuren en vensterluiken in prachtige pasteltinten. Men zou denken dat je al aan de Middellandse zee bent.


Men zegt dat eiland zich graag het kleine Ibiza van de Franse Westkust noemt. En er is daar iets van aan. (wij zelf zijn wel nog nooit naar Ibiza geweest – staat wel op de planning – zodat we die vergelijken niet kunnen checken). De ganse kade en het straatje daarachter is volgepropt met met leuke restaurantjes, uitnodigende terrasjes, kleine souvenir – en strandkledijwinkeltjes enz. En volk dat er is ! Iedere morgen was er ook een marktje, waar lokale producenten lekkere specialiteiten aan de man brachten. We konden niet aan de verleiding weerstaan en mijn rugzak was snel volgepropt.

In de namiddag een prachtige fietstocht gemaakt en het volledige eiland (het is maar een lapje van 24 km2) doorkruist, naar een vervallen middeleeuws kasteel op de klippen, een aantal idyllische strandjes en een dorpje in het centrum. Hopelijk kan het eiland deze paradijselijke sfeer behouden. Een juweeltje, quit vaut le voyage.

1/7: Ile d’Jeu – Les Sables d’Olonne

Met spijt in ons hart moesten we afscheid nemen van Ile d’Jeu. Naast Dartmouth, Guernsey en Belle Ile een topper in onze reis. Het had vannacht goed geregend en gestormd. Zelfs nog eens naar buiten gegaan in mij pyama om alles te controleren, maar everything OK. Morgen doe ik mij. Oordopjes aan, dan slaap ik minder ongerust. Ook ‘s morgens werden we nog verwend met een paar malse stortbuien, maar geleidelijk klaarde het weer volledig uit en werd het weer een hete zuiderse dag. De bimini deed zijn werk, en de zonnecrème factor 30 werd royaal gesmeerd. Dank zij een goede ruime wind, 5 bft, konden we de 27 mijl volledig op zeil afleggen. Heerlijk. Om 16u aangemeerd in Les Sables d’Olonne. Nog wat inkopen gedaan en wat gewandeld in het oude stadsgedeelte. Maar vlug terug in de boot. Niets noemenswaardig. Maar na Ile d’Jeu liggen onze maatstaven wel heel hoog.

2/7: Les Sables d’Olonne – La Rochelle: de eindsprint

Onder een zwaar bewolkte hemel -de natuur was even triest als wij dat er een einde kwam aan deze heerlijke zeiltocht – en terug truien en zeilvesten aan op weg naar de laatste trip van onze eerste etappe: La Rochelle. De meteo had 4-5 beaufort voorspeld, wij kregen 3-4, maar wel in de goede (ruime) richting zodat we kondigen eindigen in schoonheid: met volle zeil. Tussen Ile de Ré en het vasteland naar La Rochelle. Het eiland was met het vasteland verbonden door een brug. Dus moesten we onder die brug varen. Ik had dat nieuws lang voor Ann verzwegen, maar bij het naderen moest het er toch van komen. En Ann begon te hyperventileren (ik heb er een filmpje van, niet voor gevoelige zielen?). Weet dat we 3 boten hebben gehad. Onze eerste was echt een kleintje, en onze grootste buitenlandreis was naar Zeeuws-Vlaanderen. Met dat bootje voeren we zo onder de Zeelandbrug naar Zierikzee. Toen kochten we in Nederland onze tweede, een Dehler, die al iets meer om het lijf had. We moesten die overbrengen van het Grevelingenmeer naar Nieuwpoort, dus voeren we op de Oosterschelde naar huis, weeral onder de Zeelandbrug, as usual. Maar bootje te groot, baasje bijna dood. De mast van onze nieuwe boot was veel hoger dan de onderkant van de brug. En de stroming duwde onze boot naar de brug toe. De rest kunnen jullie zich inbeelden. Door de druk van de stroming duwde de boot zich tegen de bovenkant van de brug, het water forceerde de boot schuiner en schuiner zodat hij onder de brug door kon, en oef, hij pakte juist geen water en al hortend en schotend ging de bovenkant van de mast onder de brug door en waren we weer vrij. Dit verhaal enkel om te verklaren waarom Ann bij elke brug efkens in paniek geraakt. (NB: door de Zeelandbrug gaat elke normale zeiler door een ophaalbrug, die om het half uur opengaat). De Ile de Ré brug heeft wel een vrije doorvaarthoogte van 30 meter, en ik zoek nog altijd zeilboten met een dergelijk hoge mast (de onze is 16 meter). Maar Ann kon toch enkel opnieuw ademhalen toen we er volledig door waren.

En zo konden we om 16 uur zonder incidenten aanmeren in La Rochelle. Een beetje een anti-climax, want nu waren wij daar waar we jaren al naar hadden uitgekeken en……..we hadden vergeten onze fles champagne koel te zetten. Met de nodige ijszakjes, en een paar uur geduld, lukte dit uiteindelijk wel en konden we op een warme avond nog eens mijmeren over ons avontuur van 2 maand bij ons kampeerlichtje.

We hebben gezien dat een droom werkelijkheid is geworden, dat de werkelijkheid veel mooier was dan de verwachtingen, dat wij dringend nieuwe oordopjes moeten kopen, dat de Westkust van Frankrijk vol met verrassingen steekt en dat wij als koppel, die hele dagen met onze neus op mekaar zitten, heel gelukkig zijn dat we zoiets kunnen meemaken. En op de vraag aan Ann of ze het nog zonder onze boot en de reizen kon hebben kreeg ik een duidelijk “Neen!”

Dit betekent dat deze blog wordt vervolgd.