28/6 – 2/7: we hebben La Rochelle bereikt !

28 juni: vertrokken toen de brug van de achterhaven met hoog water openging, dus om 13u15. Met een 4 beaufort achterlijke wind konden we de eerste 3 uur zeilen (vlinderen, met voorzeil aan stuurboord en achterzeil aan bakboord), maar toen zakte de wind zodat we dan maar motor hebben bijgestoken ( dat beestje heeft al wat werk moeten doen).

La Turballe , een vissershaven met een 80-tal vissersboten (sardienen), met toch ook faciliteiten voor plezierboten, bereikten we rond 18u30. Sympathiek haventje, maar voor de rest niets speciaals. Goed als tussenstop.

29 juni: Van La Turballe naar Ile d’Jeu (Port Joinville)

Toen we om 8u vertrokken, scheen het zonnetje. De meteo had mooi weer voorspeld en een gunstige wind. Het zou een mooie zeiltocht worden, we hadden immers 45 mijl voor de boeg. Maar al vlug werd het wat grijzer en zagen we de eerste mistflarden. Na 2 uur zaten we volledig in de mist , met minder dan een halve mijl zicht. Dus voortdurend uitkijken, zowel voor boten als voor visnetten, die aan kleine boeitjes in het water dreven. En dat grijze weer had uiteraard ook invloed op de temperatuur. Echt killig. En die pullovers en zeilvesten kwamen terug naar boven. Wij die gehoopt hadden van ze niet meer nodig te hebben. En zeggen dat ze bij ons in België aan het puffen zijn onder een hittegolf. Niet eerlijk?.

En die beloofde wind was ook niet van de partij, dus het eerste deel terug op motor. En ook geen dolfijnen om de pil wat te vergulden. Pure miserie.

Gelukkig wakkerde de wind kort na de middag aan tot een lichte 4 en blies ie de mistflarden weg. Het zeil terug gehesen, maar de pret duurde niet lang want de wind draaide terug op kop. Daarenboven hadden we Intussen stroming tegen, zodat oploeven veel te veel tijd zou kosten. Daarenboven werden we wat zenuwachtig, want in de VHF-radio hoorden we om de haverklap boten de haven van Ile d’Jeu oproepen voor een ligplaats. En het is geen grote haven! Dus terug motor aan om op volle kracht en met strak gespannen zeil, om er nog een halve knoop meer uit te persen, toch nog op een treffelijk uur de haven te bereiken. Stress…..we staken op die manier nog een aantal boten over in het zicht van de haven, en toen we eindelijk konden oproepen om een plaats te krijgen, kregen we de laatste nog vrije ligplaats aan een ponton. Oef. Toch nog eens wat geluk gehad. En morgen zou het terug mooi weer worden.

‘s Avonds na het eten nog naar het stadje gewandeld. Levendige kade. Veel leuke terrasjes. En blijven plakken in café Cabaret, waar er juist een live-optreden was met muziek uit de jaren 60 en 70. We voelden ons weer jong. En we trokken het tot in de late uurtjes….

30/6 Ile d’Jeu.

Die muziek van gisteren had mij ook aan de naam van het eiland doen denken. Dat zei mij iets. En ja, wie kent er nog het liedje “Lydia d’Ile d’Jeu”, van Kris De Bruyn. Vanaf nu heeft dat liedje voor ons een heel andere inhoud. Want dit is echt een prachtig, paradijselijk eiland. Alle huizen zijn in het wit geschilderd, met deuren en vensterluiken in prachtige pasteltinten. Men zou denken dat je al aan de Middellandse zee bent.


Men zegt dat eiland zich graag het kleine Ibiza van de Franse Westkust noemt. En er is daar iets van aan. (wij zelf zijn wel nog nooit naar Ibiza geweest – staat wel op de planning – zodat we die vergelijken niet kunnen checken). De ganse kade en het straatje daarachter is volgepropt met met leuke restaurantjes, uitnodigende terrasjes, kleine souvenir – en strandkledijwinkeltjes enz. En volk dat er is ! Iedere morgen was er ook een marktje, waar lokale producenten lekkere specialiteiten aan de man brachten. We konden niet aan de verleiding weerstaan en mijn rugzak was snel volgepropt.

In de namiddag een prachtige fietstocht gemaakt en het volledige eiland (het is maar een lapje van 24 km2) doorkruist, naar een vervallen middeleeuws kasteel op de klippen, een aantal idyllische strandjes en een dorpje in het centrum. Hopelijk kan het eiland deze paradijselijke sfeer behouden. Een juweeltje, quit vaut le voyage.

1/7: Ile d’Jeu – Les Sables d’Olonne

Met spijt in ons hart moesten we afscheid nemen van Ile d’Jeu. Naast Dartmouth, Guernsey en Belle Ile een topper in onze reis. Het had vannacht goed geregend en gestormd. Zelfs nog eens naar buiten gegaan in mij pyama om alles te controleren, maar everything OK. Morgen doe ik mij. Oordopjes aan, dan slaap ik minder ongerust. Ook ‘s morgens werden we nog verwend met een paar malse stortbuien, maar geleidelijk klaarde het weer volledig uit en werd het weer een hete zuiderse dag. De bimini deed zijn werk, en de zonnecrème factor 30 werd royaal gesmeerd. Dank zij een goede ruime wind, 5 bft, konden we de 27 mijl volledig op zeil afleggen. Heerlijk. Om 16u aangemeerd in Les Sables d’Olonne. Nog wat inkopen gedaan en wat gewandeld in het oude stadsgedeelte. Maar vlug terug in de boot. Niets noemenswaardig. Maar na Ile d’Jeu liggen onze maatstaven wel heel hoog.

2/7: Les Sables d’Olonne – La Rochelle: de eindsprint

Onder een zwaar bewolkte hemel -de natuur was even triest als wij dat er een einde kwam aan deze heerlijke zeiltocht – en terug truien en zeilvesten aan op weg naar de laatste trip van onze eerste etappe: La Rochelle. De meteo had 4-5 beaufort voorspeld, wij kregen 3-4, maar wel in de goede (ruime) richting zodat we kondigen eindigen in schoonheid: met volle zeil. Tussen Ile de Ré en het vasteland naar La Rochelle. Het eiland was met het vasteland verbonden door een brug. Dus moesten we onder die brug varen. Ik had dat nieuws lang voor Ann verzwegen, maar bij het naderen moest het er toch van komen. En Ann begon te hyperventileren (ik heb er een filmpje van, niet voor gevoelige zielen?). Weet dat we 3 boten hebben gehad. Onze eerste was echt een kleintje, en onze grootste buitenlandreis was naar Zeeuws-Vlaanderen. Met dat bootje voeren we zo onder de Zeelandbrug naar Zierikzee. Toen kochten we in Nederland onze tweede, een Dehler, die al iets meer om het lijf had. We moesten die overbrengen van het Grevelingenmeer naar Nieuwpoort, dus voeren we op de Oosterschelde naar huis, weeral onder de Zeelandbrug, as usual. Maar bootje te groot, baasje bijna dood. De mast van onze nieuwe boot was veel hoger dan de onderkant van de brug. En de stroming duwde onze boot naar de brug toe. De rest kunnen jullie zich inbeelden. Door de druk van de stroming duwde de boot zich tegen de bovenkant van de brug, het water forceerde de boot schuiner en schuiner zodat hij onder de brug door kon, en oef, hij pakte juist geen water en al hortend en schotend ging de bovenkant van de mast onder de brug door en waren we weer vrij. Dit verhaal enkel om te verklaren waarom Ann bij elke brug efkens in paniek geraakt. (NB: door de Zeelandbrug gaat elke normale zeiler door een ophaalbrug, die om het half uur opengaat). De Ile de Ré brug heeft wel een vrije doorvaarthoogte van 30 meter, en ik zoek nog altijd zeilboten met een dergelijk hoge mast (de onze is 16 meter). Maar Ann kon toch enkel opnieuw ademhalen toen we er volledig door waren.

En zo konden we om 16 uur zonder incidenten aanmeren in La Rochelle. Een beetje een anti-climax, want nu waren wij daar waar we jaren al naar hadden uitgekeken en……..we hadden vergeten onze fles champagne koel te zetten. Met de nodige ijszakjes, en een paar uur geduld, lukte dit uiteindelijk wel en konden we op een warme avond nog eens mijmeren over ons avontuur van 2 maand bij ons kampeerlichtje.

We hebben gezien dat een droom werkelijkheid is geworden, dat de werkelijkheid veel mooier was dan de verwachtingen, dat wij dringend nieuwe oordopjes moeten kopen, dat de Westkust van Frankrijk vol met verrassingen steekt en dat wij als koppel, die hele dagen met onze neus op mekaar zitten, heel gelukkig zijn dat we zoiets kunnen meemaken. En op de vraag aan Ann of ze het nog zonder onze boot en de reizen kon hebben kreeg ik een duidelijk “Neen!”

Dit betekent dat deze blog wordt vervolgd.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.