Op zaterdag kwam Giorgio langs. Later dan afgesproken, maar vroeger dan verwacht. Griekse timing. En met zijn medewerker Zaxos, een beer van nen vent. Waar we nog van zullen horen. Ze voerden een grondige inspectie uit van de boot, met beter materiaal dan van dien electrieker, die ons 100€ had gekost maar nul toegevoegde waarde had opgeleverd. Hun conclusie: de kleine batterij moest worden vervangen , niet de grote groep(dus aan 1/5 van de oorspronkelijke kost). En de schroefasdichting zouden ze kunnen vervangen, zonder de boot uit het water te moeten halen, wat ons nogmaals 500€ zou besparen. Klonk goed, we zouden wel zien. Maandag waren Giorgio en Zaxos daar opnieuw. Om de schroefas te demonteren. En daarvoor moest Zaxos in het water. Enkel gekleed in zijn onderbroek en een T-shirt 😱. Maar he did it. Nu zaten we zonder schroefas en waren we dus sowieso uitgeleverd aan het duo en hun belofte dat ze alles zouden kunnen oplossen. En intussen was de storm wat geluwd. Na 8 dagen. Zo hadden we tijd zat om Monemvasia en omstreken te bezoeken, wat wandelen, zelfs pootjesbaden in de zee (22 graden, nog geen zwemtemperatuur).
En intussen te verbroederen met Pascal en Michéle van de kleine catamaran Mad Too. Superlieve mensen, uit de Bourgogne. En hun zoon was wijnbouwer in de beaujolais. Waarvan we alle coordinaten hebben gekregen zodat we volgend jaar, op onze doorreis naar Ligurie, waar we voor mijn 70ste verjaardag een huis hadden gehuurd voor alle (klein) kinderen, zeker een bezoek moesten brengen. En intussen om de andere dag een apero op mekaars boot. En maar babbelen. En hoe meer we elkaar leerden kennen (en misschien ook hoe meer we van mekaars rosè proefden), hoe leutiger het werd. Zeilers onder mekaar, een wereld apart. Woensdag 7 mei was de dag van de waarheid (in feite was het op dinsdag gepland, maar…..). Batterij werd vervangen. OK. Zaxos terug in het water, maar nu met wetsuit (blijkbaar was het de vorige keer niet echt aangenaam voor hem geweest). En na één uur was de klus geklaard. En de eerste tests waren veelbelovend. Geen waterinsijpeling. Dondedagmorgen nog een laatste test, de haven uitgevaren, een toertje gemaakt en inderdaad: geen water. Ons olijke duo had prima werk geleverd. Morgen vrijdag, 9 mei, waren de voorspellingen gunstig en konden we eindelijk het nochtans heerlijke Monemvasia verlaten, en koers zetten naar Kreta. Want op16/5 hadden we een vlucht van Chania naar Kreta geboekt, zodat we de communiefeesten van onze kleinzoons Leo en Arthur zouden kunnen bijwonen. We zullen eerste naar het eiland Kythira varen, 40 mijl, en vanaf daar uitkijken naar de goede omstandigheden om de volgende 60 mijl naar Chania af te leggen. Altijd een beetje spannend. En het zou daar inderdaad spannen !
Mooi zonnig weer, maar geen wind (stilte voor de storm?). Rustig en dicht langs de kust gevaren om de wilde natuur te bekijken, nauwelijks dorpjes of andere bewoning. Met uitzondering van het blijkbaar zeer mooie Kiparissi, dat we niet hebben bezocht, want we moesten de beschutting van Monemvasia bereiken tegen dat de storm zou losbarsten. Dus enkel tussenstop mogelijk in Leonidhi, na 20 mijl. Een kleine haven, met beperkt aantal plaatsen waar een zeilboot kan aanleggen. Geen probleem, want wij waren de enige. Met wel als gevolg dat er niemand was, die onze meertouwen kon aannemen. Niet eenvoudig, maar uiteindelijk lagen we vast. En kwamen we tot de vaststelling dat ons anker niet goed hield. Betekent dat we ons opnieuw moesten losmaken, anker optrekken en terug neerlaten, terug naar de kant en weer sukkelen om ons vast te maken. Er was daar iemand die het niet meer zag zitten. Gelukkig passeerden er daar juist 2 studenten. Ik vroeg hen of ze 5 minuten tijd hadden om, als we terugkeerden van ons manoeuver, onze lijnen aan te nemen. Zo gezegd zo gedaan en 5 minuutjes later waren we treffelijk aangemeerd. En kregen onze helpers een pintje aangeboden, wat ze niet weigerden. Uit de bijgaande babbel bleek dat de ene studeerde voor piloot en de andere voor fiscalist en dat ze van plan waren om ook een zeilboot te kopen. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd,….en hoe voller de havens in de zomer. Het kleine dorpje Leonidhi is een sympathiek badplaatsje, met enkele horecazaken, en 1 strandbar, die zelfs open was.
Voor de rest is er niet veel te zien, maar konden we ook genieten van de rust en het zalige weer. De volgende dag, donderdag 24/4, 7 uur varen naar Monemvasia. Terug op motor. Toen we de haven naderden een telefoontje naar Mateo. Die stuurde een foto van de plaats waar we moesten aanleggen. Intussen passeerden we langs de rots, waar het oude Byzantijnse Monemvasia tegen aan geplakt was. Prachtig. Als we hier toch een tijdje zouden moeten blijven liggen, wisten we wat te doen.
En toen we arriveerden stond onze vriend Mateo ons inderdaad op te wachten om ons bij het aanmeren te helpen. Hij had inderdaad een goed plaatsje uitgekozen, met onze kop naar het noorden (vanwaar de stormwind zou komen), met voor ons een stuk pier waaraan 2 grote toeristenboten waren aangelegd, en die dus voor extra beschutting zouden zorgen. Beschutting was dus OK, maar ik ontwaarde toch een ander probleem. In Leonidhi was er geen electriciteit, en dus zag ik dat het vermogen van mijn batterijen wat was gedaald. Maar wat alarmerender was: ondanks 7 uur varen op motor was de batterijcapaciteit slechts met 4% gestegen. Probleem met alternator? Matteo zou zorgen voor een technieker om de motor na te zien. En intussen ook te werken aan een klein waterlek. Maar dat was voor morgen.
Onze veilige ligplaats
Intussen de tijd genomen voor een eerste bezoek aan het historische stadje Monemvasia. Waar de tijd bleef stille staan. En ook de auto’s, want die konden de stad niet binnen. Grappig, want er waren nogal wat kleine hotelletjes en bed&breakfasts in het stadje. En dan zag je een taxi of een busje de hotelgasten af zetten aan de toegangspoort. Daar stond dan een kruier klaar, met een kruiwagen (what’s in a name?) om de bagage naar de gewenste bestemming te brengen. De straatjes , in feite één doolhof, waren nauwelijks breed genoeg om die kruiwagen door te laten, zeker niet waar een cafébaas een terrasstoeltje en -tafeltje voor zijn gevel had gezet. Zalig om door dat labyrint te wandelen, waar ruïnes werden afgewisseld door mooi gerestaureerde middeleeuwse huizen ( meestal hotel of airbnb). En véél kerken. En genoeg restaurantjes en bars (maar niet overdreven) om niet van dorst of honger om te komen. Een juweeltje.
En zo geraakt je bagage in jouw hotel
We zullen dit stadje in verschillende stadia bezoeken, want intussen begon de wind al op te steken. De voorspellingen klopten: er kwam een storm op ons af, die wel een week kon aanhouden. ‘s Avonds een lekker visje en calamari gaan eten in het restaurant van Matteo. De man houdt er een aantal eigenaardige principes op na: wijn enkel per fles , geen frietjes of aardappelen (want “dan vullen de gasten zich met frietjes en bestellen geen tweede schotel”). Echt vol zat zijn restaurant dan ook nooit, tenminste niet in deze tijd van het jaar, maar anderzijds voelde elke zeiler, die vooraf werd geassisteerd door de behulpzame Matteo bij het aanmeren, zich verplicht om toch minstens eenmaal daar te komen eten. Toen we Matteo vertelden van ons probleem met de batterijen had hij al onmiddellijk de lokale technieker aan de lijn. Die zou morgen eens langskomen. En inderdaad, de volgende dag , vrijdag 25/4, zagen we Giorgio voor de eerste (en niet de laatste) keer. Inspectie van de motor, proefdraaien, en conclusie: de alternator werkt volgens hen, en de lekkage kan zeker niet erg zijn. Een paar schroefjes aanspannen, en dat zou OK zijn. En voor ons probleem met de batterijen zouden ze morgen een electrieker laten komen. Dus geen paniek. Aan onze ligplaats was er geen electriciteit noch water. Wel in de andere hoek van de haven. Gezien de wind nog relatief rustig was, gooiden we de trossen los en voeren we naar de andere kant van de haven, vulden we onze watertanks en dan terug aanmeren aan onze oorspronkelijke plaats. We hadden al met onze franse buren (Pascal en Michèle) vooraf afgesproken dat zij onze lijnen zouden aannemen (we hadden dat ook voor hen gedaan toen zij hier arriveerden). We waren nog maar juist terug op onze plaats, of de wind begon aan te trekken. Zonder ophouden. En tot nu, 7 dagen later, is die nog niet afgezwakt. Zaterdag 26/4 kwam dan den electrieker. Een man van weinig woorden, want zijn engels was zeer beperkt. Ergens kon ik begrijpen dat onze batterijen “empty” waren. En dat ik morgen de motor nog eens 2 uur moest laten draaien om te zien of ze nog oplaadden. En weg was hij, na een niet onaanzienlijke som cash van ons af te troggelen. We lieten dit niet aan ons hart komen. Tomorrow is another day. Nog wat boodschappen doen, want we proberen maximaal aan boord te koken en te eten, en voor de rest genieten van de dag, voor zover we ons kunnen beschutten van de continu snijdende noorderwind. En ‘s nachts proberen te slapen terwijl de boot voortdurend aan de touwen trekt, die piepen en kraken en de stootkussens, geperst tissen de boot en de kade, een bijkomend geluid bezorgden. Zonder oordopjes was het slapen onmogelijk, mèt was het juist doenbaar. Maar toch werd een deel van de bemanning hierdoor nogal humeurig. We moeten er door, zeg ik dan maar, Dus de volgende dag, op advies van den electrieker, de motor 2 uur laten draaien. En inderdaad, de batterijen laadden nauwelijks op. Problem detected. Batterijen zijn aan vernieuwing toe. Lap, weeral een hap uit ons budget. De horeca zal ons nog missen. Maar niet geklaagd, onder een stralend zonnetje, en een strakke wind, met onze fietsjes (waarvan één van de batterijtjes het liet afweten – het zit ons echt niet mee) naar de poorten van Monemvasia. En vandaar een verdere verkenning van het stadje. Zouden we of niet? Ja we zullen. We namen dan maar het besluit om de steile weg nazr de ruïnes van de opperstad te bezoeken. Een pad, voornamelijk via glibberige, door de vele toeristen, quasi gepolierde trapjes naar de top van de rots. Waar er, met uitzondering van het prachtige uitzicht, enkel vervallen huizen en één enkele gerestaureerde kerk te zien was.
De weg terug was nog enger, want elke trede was zo glibberig dat Ann soms op handen en voeten moest afdalen. En hiermee enkel het voorbeeld van veel andere toeristen volgde. Terrasje achteraf, maar dan één beschut van de harde wind, was de beloning.
Maandag rustige dag, nog altijd zonnig maar nog steeds 35 knopen in de haven en nog 10 meer op volle zee. Er bleven 4 zeilboten in de haven, geen een voer uit en geen enkele boot kwam binnen. Na ontbijt terug motor aan om de batterijen toch wat op te laden en om water op te warmen voor de badkamer en de afwas. Daarna toch eens checken of de lekkage opgelost was. 😱. Toen ik het luik van de motor opende zag ik geen plasje water, maar een vijver! Volledig onder water! Met een simpele spons, want het handpompje dat ik ooit eens had gekocht, werkte voor geen centiliter, heb ik emmertje per emmertje dat water verwijderd. Minstens 15 liter! Hallo Giorgio! De technieker zou morgen dinsdag opnieuw komen. Tijdens de volgende, nogal slapeloze, nacht had ik geconcludeerd dat dat water niet van een lekkende waterpomp kon komen. Het moest gebeurd zijn tijdens ons tochtje heen en weer om water te tanken. Dus toen de schroef werkte. Dus moest het lek wellicht in de schroefdichting te vinden zijn. En dat werd uiteindelijk ook door de technieker, die wel 2 maal zijn afspraak,zonder verwittiging niet na kwam, bevestigd. Betekent boot uit het water. Hoe? Waar? Problemen om op te lossen. Zaterdag 2 mei komt de technieker langs om een oplossing te bespreken. We zijn nog niet in Kreta.