30/9-27/10: Moraira – Vichte

Op 29/9 is Ann’s tante Lucie (°1928) overleden, de zuster van haar moeder en met wie ze steeds een zeer goede band heeft gehad. Dit betekent dat we terug naar België moeten, om de begrafenis bij te wonen. Er zit niets anders op. Het plan is dat we zo ver mogelijk het Noorden opvaren, richting Valencia in afwachting dat we het tijdstip van de uitvaart kennen. En dan de eerste vlucht naar België.

Dus haalden we in de morgen van 30/9 het anker op (of beter, losten we de boei waar we deze nacht aan hadden gelegen) en verlieten we de mooie baai van El Rinconet om op motor koers te zetten naar Denia.

Mooie, zeer goed uitgeruste haven. Maar Denia is ook één van de voornaamste havens voor de ferryboten naar Ibiza. En men heeft er alles aan gedaan om in de haven al een Ibiza-gevoel te creëren, met loungebars en bijhorende nightclubs. ’s Avonds dus opnieuw oordopjes in.

Nightlife in de haven van Denia

Denia heeft ook een mooi oud centrum, met terug weer heerlijke pleintjes gevuld met de onmisbare terrasjes. we hadden al vlug onze “stamcafé” gevonden in de Plaça de Sant Antoni.


Over het centrum kijkt het Castillo de Denia uit, een imposante burcht, nog gebouwd door de Arabieren in de 11de eeuw, (op restanten van een nog veel oudere vesting) . Van buiten ziet het er indrukwekkend uit, maar het bezoek heeft weinig indruk op ons gewekt. Wellicht heeft men hier een 10-tal jaar geleden veel investeringen gedaan, maar hier is nu nog weinig van te merken. Nauwelijks tot geen uitleg, geen info-bordjes, een klein, onbruikbaar, foldertje werd ons toegestopt bij de betaling van ons ticket (seniorentarief van 2€). That’s it. Daarenboven was het nog steeds zeer warm, waardoor ons bezoek zeer snel eindigde op ons stam-terrasje. Maar onze stappenteller had weer overuren gedraaid.
En de volgende, weeral warme, dag zijn we nog eens in zee gaan zwemmen (een volle 5 minuten !).

We zijn tot 3 oktober in Denia gebleven, want intussen vernamen we dat de uitvaartplechtigheid pas op 9/10 zou plaats vinden. Dus vlucht Valencia-Brussel geboekt voor 6/10 en onze terugvlucht op 11/10.
Zo konden we nog een tussenstop in Gandia plannen, vooraleer Valencia binnen te varen. De haven zelf is zeer klein, en de havenfaciliteiten zijn echt primitief (containers). Aan de ingang van de haven hangt een groot bord van hoe de nieuwe gebouwen er (ooit) zullen uitzien, maar daar hadden wij uiteraard geen boodschap aan.
Gandia (heeft overigens niets met ons “Gent” te maken) was echter niet echt de moeite waard – het historische centrum lag op een klein halfuur fietsen van de haven. We waren echter rap door het centrum gewandeld (een paar historische gebouwen in een voor de rest weinig aantrekkelijke omgeving) en door een lokaal feest (waar we niet veel van merkten) was het moeilijk om een plaats op een terras te vinden.

Dan de volgende dag , 4 oktober, naar Valencia gezeild, een pittig tochtje met toch een mooie 5 beaufort. Lang geleden dat we nog 2 reven in het grootzeil hebben gestoken. Valencia heeft een supergrote haven, maar nog weinig plaats beschikbaar: veel zeilers gebruiken deze haven immers als overwinterplaats (alhoewel m.i. toch niet superbeschut tegen noorderlijke winden). Maar enfin, we lagen daar goed, met alle faciliteiten dicht bij onze steiger, en het strand met een reeks restaurants (waaronder het lekkere “La Divina Comedia”) op 15 minuutjes wandelen. Het supermooie historische centrum van Valencia ligt op een 30 minuutjes fietsen verwijderd van de haven. Maar overal in de stad liggen er fietsautostrades, zodat het fietsen er echt een plezier is. De rivier, die vroeger pal door Valencia naar de zee stroomde, werd in de vorige eeuw omgelegd, voorbij de stad. De zo vrijgekomen rivierbedding werd in een supergroot, kilometers lang park aangelegd, waarin moderne architecten hun creativiteit konden botvieren met ontwerp en bouw van musea en universiteitscampussen. Fantastisch.

En op 6/10 dan vlucht naar België.

thuis gelukkig weerzien met de kinderen en kleinkinderen, tijd om de tuin terug wat te ordenen, in zijn wanorde. En, gezien de begrafenis van onze tante op 9/10 was gepland, hadden we al een vlucht terug naar Valencia op 11/10 geboekt. Maar, ….Ann had nòg een (superlieve) nonkel, Oswald, 96 jaar oud, die tot voor een jaar nog zeer kwik was en van het leven kon genieten, maar nu wel wat op de sukkel was. En, je raad het, op 10/10 was plotseling zijn kaarsje uit. Nog een begrafenis .

16/10: terug naar Valencia

Zo zijn we uiteindelijk pas op 16/10, de dag na zijn begrafenis, naar Valencia kunnen terug vliegen. En daar hebben we nog 3 dagen van deze prachtige stad kunnen genieten, dankzij onze superhandige electrische fietsjes. Het weer was super, het restaurant Panorama in de haven lonkte zo naar ons zodat we de verleiding niet konden weerstaan en ‘s avonds daar buiten op het terras, met zicht op zee én haven , van zalige tapa’s hebben kunnen genieten. Ook in stad, de volgende dag, na bezoek aan de overdekte (gastronomische) markten en mooie trendy winkelstraten ( gelukkig zonder onze creditcards te moeten bovenhalen), konden we nog van een leuke lichte lunch genieten in het restaurant El Ocho y Medio aan het zeer bezienswaardige Plaza Redonda. En nog veel meer…… Valencia heeft ons volledig ingepalmd.

20/10: Valencia – Burriana

het einde van het seizoen nadert, en we hadden onze overwintering in Oropesa del Mar geboekt. Moeilijk om te denken dat we binnenkort terug in België zouden arriveren, waar ze één van de natste zomers ooit hebben gekend, terwijl wij nog aan het genieten waren van een zonnetje en 31 graden. Maar ja, vooruit met de geit (sorry, Arwen), en dus naar het niet zo gezellige Buriana gezeild ( jaja, nauwelijks motor gebruikt). Terug een overgedimensioneerde haven met veel vrije plaatsen. De marinero’s dachten ons een plezier te doen met ons een plaats voor een grote boot aan te bieden (onze Arwen meet 37 voet, en was vroeger, zeg 10-15 jaar geleden een relatief grote boot – maar nu zij we, zoals reeds diverse malen geschreven, eerder een kleinere middenmoot). Maar de ankerlijn was dus ook gemeten voor veel langere boten, zodat we die onmogelijk tot aan onze boot konden binnentrekken. Zeker een half uur gesukkeld, en dan met een bijkomend touw toch uiteindelijk kunnen aanmeren. Onze bemanning kon er echt niet mee lachen. En die avond ook geen terrasje of restaurant, maar etentje aan boord (we waren begonnen aan onze zorg-dat-alle-teveel-gekochte-proviand-op-is-voordat-we-naar-huis-vertrekken-actie begonnen).

21/10. Burriana – Oropesa del Mar

Onze laatste 20 mijl voor dit jaar moesten we spijtig genoeg, met 1 bft, maar onder een stralend zonnetje en 32 graden, quasi volledig op motor afwerken. De jachthaven van Oropesa is niet super, maar toch volledig uitgerust, met supervriendelijke bediening en meerdere restaurants aan de kade. 
Op 25/10 zou onze boot uit het water gaan, dus hadden we nog een paar dagen over om de regio te verkennen en hiervoor een auto gehuurd in Castellón. Met die auto konden we daarna dan ook naar Valencia terug rijden, om de paar dagen tot aan onze terugvlucht op 27/10 te overbruggen (we mochten immers niet op de boot blijven slapen als die op het droge stond).

Onze eerste rit vanuit Oropesa was naar Peniscola. In lang vervlogen tijden, toen onze kindjes nog klein (én braaf) waren hebben we daar meerdere zomervakanties doorgebracht. We konden toen een huisje huren in de Urbanizacion Font Nova, een 2-tal km van het centrum gelegen, met zicht op zee en een superzwembad op 50 m van onze woning. Inclusief een gezellig restaurant. Voor onze kids was dit toen de hemel op aarde. En ook de bezoekjes aan de oude stad van Peniscola, volledig ommuurd, langs drie zijden omgeven door de zee, met eindeloos krokelende kleine straatjes en steegjes, met witgekalkte huisjes, en terrasjes langs het water met heerlijke paella’s en gegrillde sardientjes 😋. Enfin, dat was onze herinnering van een goede 30 jaar geleden. 
De Urbanizacion Font Nova bestond nog maar gaf toch een wat afgeleefde en ongezellige indruk. Daar toch nog eens op het terras van het restaurant moederziel alleen een pintje gedronken, uitkijkend op een droog zwembad, achter een afrastering die niet betalende gasten uit het zwemband moet weren en vooral oude herinneringen ophalen. Maar gaf toch ergens een goed gevoel. Weemoed rijmt immers op zoet.

Maar het stadje Peniscola heeft nog niets van zijn charmes verloren. Blijft een aanrader voor iedereen die in die streek verblijft. En het restaurant El Peñon kunnen we alleen maar aanbevelen.

De volgende dag een bezoek gebracht aan Saguntum. Nog bekend van onze lessen over de geschiedenis van de Romeinen. Een romeinse stad in Provincia Hispanicum, die door de Carthagers onder Hasdrubal na een lange belegering werd ingenomen, en waarbij geen enkele inwoner het had overleefd. Men zegt dat vrouwen en kinderen collectief zelfmoord hadden gepleegd, om te ontkomen aan de Carthagers. Enfin, veel geschiedenis, maar de enorm grote site zelf was 1 grote teleurstelling. Vooral ook omdat er nauwelijks informatie te vinden was. Van de romeinse periode waren ook niet zo veel intacte overblijfselen, gezien de burcht nog tot in de 19de eeuw (Napoleon) een militaire functie had behouden. De dag besloten met een bezoekje aan Puerto de Siles, en de terrasjes er rond.

En zo liep onze derde etappe ten einde en ging de Arwen volgens plan op 25/10 uit het water. Grappig detail: toen ik vroeg om de boot af te spuiten, duwden de marinero’s mij de hogedrukreinger in mijn handen en mocht ik het zelf doen. Ik veronderstel dat er een afspraak is met de diverse bedrijfjes in de haven, die boten onderhouden, dat de marinero’s geen boten afspuiten, maar dit aan deze aannemers overlaten (of aan een doe-het-zelver, die na gedane arbeid zo snel mogelijk moest gaan douchen).