6/6: oversteek van Jersey naar het vasteland
Rond 11u lieten we onze ligplaats achter ons, en na voldoende diesel te hebben ingenomen (0,65£/l, een koopje) kozen we het ruime sop, richting Saint-Malo.
Terug goed voor een 40mijl met een zonnige start. In het begin op motor, maar toch voortdurend uitkijken of we dat luidruchtige ding niet konden uitzetten. En inderdaad, in de latere namiddag wakkerde de wind geleidelijk aan en konden we verder op zeil, en bleven we 6 knopen maken. Maar die wind bracht ook wolken, en vervolgens regenbuien mee. Het weer had blijkbaar de weerberichten niet gelezen. Enfin, we hadden tijdig gepaste kledij aangetrokken zodat de waterschade beperkt was. Na de buien konden we nog een stuk verder zeilen (en konden de zeilen drogen). Intussen was het al iets na 18u. We wisten dat de sluis van Saint-Malo maar 1 keer per uur opengaat, en dat dit de eerstvolgende keer om 19u45 (20u45 Franse tijd) zou zijn. Met de huidige vaart ( de wind was na de buien terug wat afgezwakt ), zouden we het juist niet halen. Dan maar de motor bijgezet, en met zeil én motor haalden we 7,5 knopen. Het zou er om spannen. Het was al 20u45 toen we in de verte de sluis zagen naderen. Gelukkig zijn de fransen niet echt stipt , en pas om 20u50 sprong het licht op groen en mochten de boten binnenvaren. Nog een korte spurt, en waren ook mee. En konden we voet aan land zetten op Franse bodem.
7/6: eerste kennismaking met het boeiende Saint-Malo.
Het centrum van Saint-Malo wordt Intra Muros genoemd, en zoals de naam het zelf zegt, is het een oude, ommuurde stad. “Oud” is wel relatief, want de Duitse en de Geallieerde strijdkrachten hebben er zich in 1944 kunnen op botvieren, zodat meer dan 80% van het oude stadsgedeelte werd verwoest.
Bij de heropbouw heeft men echter zoveel mogelijk de oude architectuur behouden (alhoewel meestal een combinatie van beton met granieten facade), zodat men toch de indruk krijgt dat ge met een oude historische stad te maken hebt. Let op, de 20% overgebleven delen zijn echt ook mooi en zijn perfect geconserveerd, tot en met de kogelgaten.
.Het is door deze stad dat we vanmorgen zijn gewandeld, tot we stilvielen bij de Halle de Blé, die nu een kleine overdekte markt huisvest. De (achteraf gebleken zeer lekkere) paté’s, de jambon cru en de verse groentjes vonden hun weg in mijn rugzak. Terug naar de boot voor een late lunch en dan een lange, want terug de verkeerde weg genomen, wandeling naar de post. Want daar moesten we dringend een kaart verstuurd krijgen voor een toekomstige jarige (wie zou dat zijn ???). En dan verder naar het station, naar het AVIS- agentschap. We hadden immers nog altijd recht op een gratis huurwagen, wegens onze zeer goede klandizie bij deze maatschappij, vorig jaar in Argentinië. Was uiteraard gesloten. Telefonisch ging ook niet, want Avis heeft waarschijnlijk dezelfde leverancier van telefoonsysteem-met-keuzetoetsen als onze Proximus. Rondjes blijven draaien, dus. Dan maar te voet naar het hoofdbureau van Avis, waar we ….voor een gesloten deur stonden. Maar toen kwam er plotseling een fee, weliswaar in Avis-tenue, te voorschijn, en voor de rest ging alles impeccable. Een kwartiertje later waren we in het bezit van de autosleutels van een SUV Nissan Quasqai (of iets dat daar toch op trekt). Gratis en voor niets. En wat doet een goed Vlaming met een auto? Hij gaat naar de dichtstbijzijnde supermarkt om boodschappen te doen. We hebben ‘s avonds op de boot lekker gegeten.
8/7. Bezoek aan Mont-Saint-Michel en Cancale
.
Iedereen moet toch eens Mont-Saint-Michel gezien hebben, ondergetekende tot nu nog niet. OK, het is supercommercieel uitgeb(ui)(aa)t, de parking kost 14€ (met gratis shuttle naar de “mont” zelf, die 4km verder ligt), het eten en drank is belachelijk duur en belachelijk slecht van kwaliteit (wij kregen 2x opgewarmde uitgedroogd kost op het bord), en bij wijlen moet je bijna op de (vooral Chinese en Japanse-met-selfiestick) koppen lopen, MAAR HET IS DE MOEITE WAARD. Overdonderend en da abdij zelf is een must. Een pyramide van bouwkunst met een labyrint van gangen en trappen, grote zalen, bekrompen cryptes, en geregeld een prachtig uitzicht op de baai
Oh ja, ook bij de terugkeer moesten we de shuttle nemen, die haar halte heeft 500m buiten de stad. We hadden pech, de shuttle, die klaar stond was juist vol toen wij aankwamen, en vertrok zonder ons. Wat toen aankwam, was niet de volgende shuttle, maar wel een gezonde, voltijdse, regenvlaag. En de haltes van de shuttle van Mont-Saint-Michel hebben geen afdakjes of andere beschutting. Niets. En gelukkig hadden wij onze paraplu’s mee, maar die lagen in de auto. Uiteraard duurde het dan ook nog ontiegelijk lang voor dat de volgende shuttle opdaagde.
Met onze huurauto , met verwarming op max om wat te drogen, ging het vervolgens, op de terugweg, naar Cancale.
Een oude vissershaven, en nu een centrum van oesterkwekerij. De oude vissershaven is prachtig, en oesters smaakten machtig (we hadden een daar een bakje vers geopende oesters gekocht, en die bij onze terugkeer aan boord gedegusteerd ).
9/7: Ontdekking van Dinan, een verborgen parel !
We hadden nog nooit van Dinan gehoord, en de meesten onder ons ook niet, maar dit is echt een hoogtepunt bij een bezoek aan (Noord-)Bretagne. Het ligt aan de rivier Rance, die uitmondt in Saint-Malo, en was vroeger een zeer welvarend handelscentrum. Het is een volledig ommuurd stadje, temidden de groene natuur en uitkijkend op de Rance, beneden haar, met nauwe straatjes en steegjes, vol met Middeleeuwse huizen met vakwerk en/of houten uitbouw. Men waant zich in een super-Bokrijk. Maar dan vol leven (en veel toeristen, maar zonder dat dit echt hinderlijk is). En het bleef de ganse dag zonnig.
Vandaag was het ook vaderdag. Kon ik ook niet vergeten, gezien de karrevracht wensen van de kids (alhoewel wij wel dachten dat het volgende week was, op het verkeerde been gebracht door de Engelsen, die dit verplicht festijn een week later vieren). En dit hebben wij waardig gevierd in Saint-Malo, in het kleine restaurantje, La Bigouden, in het oude centrum met de obligate, maar superlekkere oesters en een prachtig stoofpotje van vis. Intussen waren onze kleren ook weer gedroogd, na een zoveelste regenbui.
10/6: een (droge) zeiltrip van Saint-Malo naar St-Quay-Portrieux.
Eerst onze huurauto ingeleverd (nadat we nogmaals proviand hadden ingeslagen) en dan, door de reeds gekende sluis (met nu meer geroutineerde aanlegmanoeuvers), op weg naar de volgende haven, St-Quay-Portrieux. De tocht begon met nauwelijks wind, die dan ook nog van achter kwam. Motor dus aan. Meteo Marine had echter een goede NW voorspeld (itt onze Predictwind-App). Ik verwachtte mij dus op nogal wat spektakel, eens we Cap Frehel zouden hebben gerond. Voor alle veiligheid Ann toch rustig voorbereid op wat meer ambians. En toen rondden we Cap Frehel. En bleek dat Predictwind het bij het rechte eind had. Het bleef een kleine 2 beaufort, en verder uit het Oosten. We hebben dus ook de rest van de tocht op motor afgelegd. Geluk bij een (klein) ongeluk: alhoewel we links en rechts van ons gitzwarte wolken zagen, garant voor fikse regenvlagen, bleven wij het droog, en zelfs zonnig houden. Mocht ook wel ne keer.
Rond 19u30 waren we aangemeerd.