Van de Golf van Napels naar de Amalfitaanse kust

We hadden Napels gezien en het overleefd. Nu nog ons liggeld betalen aan de bendeleider, die al paraat stond. Ja, de rekening voor 4 dagen is 480€, plus BTW. En onmiddellijk daarop vroeg hij hoe ik ging betalen, cash of met kaart? Toen ik zei dat ik nooit zoveel cash op zak had, schreef hij op een stukje papier hoeveel BTW er zou bijkomen. Maar als ik in cash zou betalen….. En de geldautomaat is niet ver, hij zou er mij met zijn bootje naar toe varen.
Arm Italië. Begrijpelijk dat Napels onvoldoende middelen heeft om de stad deftig te onderhouden. Enfin, wij hebben 105€ bespaard, en zo medeplichtig geweest aan de verarming van Zuid-Italië. Shame on us.

Rond 9u30, onder een stralend zonnetje Napels, en haar maffia, verlaten (de buienradar had voor de hele dag hevige regen voorspeld – buitensmijten, die handel). Gezien alweer geen wind van betekenis op motor koers gezet naar Procida. 

Tegen de middag kwamen we aan in een idyllisch tafereel. Een orientaals ogend haventje, met kubusvormige huizen in alle tinten roze, blauw en geel, tegen een steile heuvel geplakt. Een slaperige kade met een beperkt aantal cafeetjes en restaurants en zeker geen drukke toeristische bedoening.

Procida


En dan hadden wij nog niet alles gezien! Na een fikse wandeling tot op de heuveltop en het versterkte oude stadsgedeelte kregen we zicht op een sprookje: aan de andere kant lag het kleine vissersplaatje Corricella, dat vanop de heuvel de zee indook. Allemaal kleine huisjes, in dezelfde pastelkleuren. En aan de kleine kade vissersbootjes en een paar terrasjes. Onze fotocamera deed overuren. En zalig om dan een terrasje te doen met een fris pintjebij de aanblik van al dat moois. Echt, we zouden hier nog langer willen blijven, een nog niet door de toeristenhordes ontdekte parel. Want er waren hier ook nog leuke strandjes en kleine baaitjes verspreid over het hele eiland. Maar de plicht roept (en vooral de afspraak met de kids in Sicilië). Als wij op 15 juni in Palermo willen geraken mogen we niet teveel treuzelen, zeker niet na een weekje Gaeta. 

Coriccella

Op dinsdag 23 mei lieten we het liefelijke Procida achter ons en koersten we naar Sorrento, grotendeels op zeil, met een wind van 2-3 bft. Heerlijk. De haven van Sorrento, Marina Piccola, bereikten we rond 13u. Inderdaad Marina Piccola, want er was welgeteld 1 ponton, waar er een 12- tal boten konden aanleggen. Tenminste, boten , grotendeels motorjachten, die allemaal minstens 15 meter lang waren. Onze Arwen was een liliputter. Maar dat waren we al gewoon. Geen complexen

zoek de Arwen

De prijs van de ligplaats was wel navenant. En we betaalden dus….een ligplaats. Geen toilet of douche. Ook ergens normaal, want al die megajachten hebben allen ook veel ruimere sanitaire voorzieningen zodat madam en mijnheer voor hun grote boodschap niet van boord moeten. Voor ons zal het dus weer een koffietje gaan drinken zijn om een toilet te vinden.

En voor de rest kan ik maar 1 woord vinden voor Sorrento: overrompelend. En hiermee bedoel ik niet dat deze mooie toeristische “grande dame” een overrompelende indruk op ons achterliet. Niet echt. Maar wij werden letterlijk overrompeld door horden toeristen, en dit in de maand mei! Wat moet dat hier dan in de zomer zijn? Help! En dit geldt voor de hele Amalfitaanse kust. Toeristen, aangevoerd door ferryboten, toeristenbussen (die in file stonden) en cruiseboten. Het was er over. En tot overmaat van “ramp” was de kade, waaraan ons ponton lag ook de weg waarlangs al dat toeristenvee vanuit de ferryboten werd aan- of afgevoerd. Een continue stroom. 

De wellicht mooie, smalle en vroeger typische straatjes van de binnenstad waren nu een aaneenschakeling van toeristenwinkels. Wie koopt dat allemaal? Gelukkig dat we hier maar 1 dag hebben geboekt. We hadden al genoeg gezien. En, om de hoge liggelden te compenseren, terug aan boord gegeten.

Woensdag de “pièce de résistance” van deze wondermooie kust: Amalfi. In de voormiddag rustig, op motor, naar onze volgende haven gevaren. (Uiteindelijk voor de haven van Guido Coppola gekozen, want die was 20€ goedkoper dan zijn concurrent. Achteraf bleek dat de heer Coppola zijn prijzen zonder BTW afficheerde, omwille van de gekende reden…..)

De tocht langs de Amalfitaanse kust was zeker de moeite waard. En voor het prachtige zicht op Positano maakten we graag een omweg tot dicht bij de kust.

Zicht op Positano
Amalfi

En daarna Amalfi. Adembenemend mooi! Een kleine haven, met 3 pontons,  met toch nog veel vrije plaatsen. Guido kwam zelf, toen we hem op VHF hadden aangeroepen, met zijn dinghy tot aan onze boot, maakte hem vast aan onze boot en kwam aan boord. Hij zou de boot zelf aanleggen. Wat misschien ook wel geraadzaam was, want hoe hij onze boot, in de nauwe doorgang tussen een rij vissersbootjes en de boten aan zijn ponton, heeft kunnen manoeuvreren, dat had ons wel een paar liter angstzweet gekost als we het zelf zouden wilden doen. 

En dan tijd voor Amalfi. 

Eerlijk, vanop zee ziet het er indrukwekkender uit dan wanneer je er in het stadje rondloopt. Natuurlijk, er zijn uitnodigende terrasjes langs de kade  en op alle pleintjes (telkens overvol). Er zijn nauwe straatjes en steegjes, al dan niet met trappen of onder bogen, een paar stadspoorten. Maar de ganse stad ademt Toerisme uit, met grote T. En die zijn er terug en masse, toeristen die in de vele hotels in en rond Amalfi verblijven, toeristen die met autocars worden aangevoerd of zelf met de auto urenlang in file willen staan om er te geraken, toeristen die met talloze ferrybootjes worden vervoerd vanuit Positano, Sorrento, Capri, …. of daar naar toe gaan, toeristen die uit cruisecruiseschepen worden geloosd….

(Toeristen-)vee drijven

Maar toch blij dat we er ook eens geweest zijn, en het leverde nog mooie plaatjes op bovendien.

En zelfs Amalfi was nog onder de ban van het kampioenschap van Napoli.

Oorspronkelijk hadden we geboekt voor 2 dagen, want de volgende dag zouden we Ravello bezoeken. Via Googlemaps was dat stadje (3 sterren in de groene Michelingids – “vaut le voyage”) met het openbaar vervoer in 30 minuten te bereiken . Maar wat bleek, door “problemen met het wegdek” konden bussen niet over de normale baan naar Ravello rijden (gewone auto’s wel), en moesten ze een omweg maken waardoor de rit anderhalf uur duurde ! Niet aan ons besteed (we hoorden kwatongen beweren dat dit opgezet spel was om de vele taxi’s meer werk te geven…in Zuid-Italië is immers alles mogelijk).

Enfin, zo had het geen zin om 2 dagen in Amalfi te blijven ( en duur liggeld te betalen) en zouden we morgen verder varen.

Napels, een belevenis!

Donderdag 18/5. Het had vannacht niet geregend. Ik had de avond ervoor de achtertrossen, waarmee de boot aan de kade lag, goed aangetrokken omdat de achtersteven nogal heen en weer bewoog. Dit schommelen was nu verminderd, maar doordat de boot achteraan strak gespannen was, stond ook de mooringline strak aan waardoor er een quasi continu krakend geluid in de voorste slaapkamer te horen was. En dat gedurende de ganse nacht. Er heeft daar iemand die nacht nauwelijks een oog dicht gedaan. En haar ochtendhumeur was navenant….

Daarenboven stond de wekker op 6u.

Iets na 6u30 de trossen los, goed voor een tocht van meer dan60 mijl (12u varen) naar Castellamare di Stabia, voor bij Napels. In zonnig weer. Sinds lang weer eens zonnecrème moeten bovenhalen. 

De dag ervoor had ik pannenkoeken gebakken. Het ontbijt op zee was dus heerlijk. Gezien nauwelijks wind de motor aangezet. De zee was voor ons alleen. Tot aan de Golf van Napels 2 zeilboten gezien, één in elke richting.

Dicht bij Napels toch nog eens geprobeerd de haven van Santa Lucia op te bellen. Er nam waarempel iemand op, die vervolgens een engels sprekende collega moets zoeken. En die laatste wist ons te vertellen….dat ze plaats hadden. Hij sprak een prijs uit, plus taksen, waarvan we bijna omver vielen (wat op een boot wel pijnlijk kan uitdraaien).

Enfin, we zijn maar éénmaal in Napels. We sloegen toe. En zo hadden we onverwachts een ligplaats in volle centrum Napels. Het zal misschien wel très chique zijn, maar we namen er dat dan maar bij. En nog een voordeel: we moesten hierdoor 2 uur minder lang varen, zodat we rond 16u het haventje van Santa Lucia binnenvoeren.

De haven van Santa Lucia
Zicht op de Vesuvius vanuit Santa Lucia

Prachtige setting, met een kasteel dat boven de haven uittorende, (volgens onze gids een must om dit te bezoeken en van op de torens de omgeving te bewonderen – maar het kasteel was gesloten, wegens onveilig….waar hadden we dat nog gezien?) omgeven door leuk uitziende terrasjes en nogal wat grote (voornamelijk motor-) jachten. 

Bij het aanmeren kregen we de hulp van 3 ormegiattori die ons met een motorbootje tegemoet kwamen. En dan een 4de tiep, wellicht de baas van de bende, die ons de nodige uitleg kwam geven. Elektriciteit was er (mits betaling), water konden we ook krijgen (mits betaling), het ponton waaraan we lagen had geen verbinding met de kade, maar geen probleem, er stond dag en nacht iemand klaar om ons met zijn bootje over te zetten. 

En nu, met dat bootje, naar het kantoor van de havenmeester. Nog een paar verrassingen: er was van een kantoor geen sprake, enkel een barak tussen 2 restaurants, de “havenmeester” was diezelfde baas van de bende, mijn bootdocumenten hadden ze niet nodig, en op onze vraag waar het sanitair was kregen we de boodschap dat we maar die van het restaurant moesten gebruiken. Chique jachthaven ???

Hier was er wel degelijk sprake van een veel-prijs-en-weinig-kwaliteit verhouding. Maar we lagen goed en hebben goed geslapen.

De dag erop, vrijdag, was het halfbewolkt en aangenaam warm. Zoals reeds geschreven, hadden we vorige woensdag een hotel geboekt in hartje Napels voor de nacht van vrijdag op zaterdag, in de veronderstelling dat we ver buiten Napels zouden zijn aangelegd. Gezien we niet meer konden annuleren zaten we dus vandaag zowel met een ligplaats als met een hotelkamer opgescheept. Maar gezien de sanitaire “ voorzieningen “ van de haven, kwam dit uiteindelijk niet slecht uit.

Zo verlieten we in de morgen onze goed afgesloten Arwen en gingen we met het bootje van onze zeerovers naar de kade. Vandaar startten we, met wat beperkte bagage over 2 rugzakken verdeeld, onze verkenningstocht door Napels. In onze reisgids hadden we een parcours van 1 dag gevonden, waardoor we door heel het historische centrum konden wandelen. En op dat parcours lag ook de wijk waarin ons hotel lag. Ideaal.

Eerst moesten we nog kennismaken met het Napolitaanse verkeer. Hier gelden speciale regels: voorrang voor de sterkste, een sense unique rij je achterwaarts binnen, een voetganger op een zebrapad wordt juist niet omver gereden, de straat heeft zoveel rijvakken als er auto’s naast mekaar kunnen zigzaggen. Goethe sprak over “Napels zien en sterven”, maar wist dan nog niet dat dit laatste door het verkeer zou worden veroorzaakt. Enfin, het feit dat we dit hier nog kunnen neerpennen, betekent dat we het (amper) hebben overleefd.

Dus onze wandeling. Dicht bij de haven hadden we al onze eerste bezienswaardigheid: het Theatro San Carlo, de oudste opera van Europa zegt men. En daar zagen we een affiche met de aankondiging van een opvoering van het Requiem van Mozart, in een gechoreografeerde bewerking (in coproductie met de Belgische Muntschouwburg). Zouden we? Naar het loket binnen, en er waren nog een aantal goede plaatsen beschikbaar voor morgen.  Dus 2 tickets gekocht. Toch beter dan een rondleiding door de opera.

Dan onze wandeling verder door deze boeiende maar chaotische stad zodat we rond de middag het adres van ons hotel naderden. We kwamen terecht in een rommelige zijstraat. Nogmaals gecheckt of dit wel het juiste adres was van Boetiekhotel La Stanza di Viceré. Toch wel. Op het gegeven huisnummer kwamen we aan een verroeste ijzeren poort, die uitkeek op een binnenplaats met op het einde een vervallen open traphal.  

De spectaculaire ingang van ons boetiekhotel

Na wat zoeken vonden we, op de reeks deurbellen de naam van ons  hotel, op de tweede verdieping. De poort ging open en wij, niet echt op ons gemak en met een sluimerende ontgoocheling, naar het tweede verdiep. Waar we werden verwelkomd door achteraf gezien één van de twee eigenaars. Achter de deur dook er een piekfijn, modern gerenoveerd hotel op met overal nog blijken van de vroegere grandeur van deze 17de eeuwse palazzo. Een verborgen juweel. En ook de slaapkamer was ruim en van alle moderne comfort voorzien, maar met behoud van het antieke beschilderde plafond. We hadden ons dus voor niets ongerust gemaakt.

Het salon
Historisch plafond van onze slaapkamer

De rest van de dag het oude Napel (“Spaccanapoli”) verkend. Hopen toeristen (veel schoolreizen blijkbaar, maar ook groepen schapen die achter een gids met een vlaggetje door de stad strompelden en wellicht alleen maar verlangden naar hun diner in all-in formule op hun cruiseschip).

En overal was het duidelijk dat Napels, voor de derde keer in hun 100-jarig bestaan voetbalkampioen van Italië is geworden. De wit-blauwe kleuren van de ploeg waren echt overal te zien.

De Napoli gekte slaat toe

’s Avonds genoten van een echte Napolitaanse pizza in een restaurant op suggestie van onze hotelier. Voortreffelijk en betaalbaar, dus ver weg van de tourist-traps.

En goed geslapen.

Zaterdag dag 2 van onze ontdekking van Napels. Een regendag (weeral).

Een matig ontbijt (enig minpunt van ons hotel, waardoor we ze geen 5 op 5 konden geven) maar vooral een heerlijke douche.

Rap door de volkswijk Spagnoli gewandeld. Echt niets bijzonders. Armoe troef. Verval. Vuiligheid. En hoogstwaarschijnlijk ’s avonds niet echt veilig. We waren rap weer weg. 

Met de kabelbaan naar het Karthuizerklooster San Martino, dat samen met het kasteel Sant Elmo op het hoogste punt van de stad lag. Kaartjes gekocht voor een bezoek met audiofoon. Met een audiofoon is het de bedoeling dat je het nummertje bij elke bezienswaardigheid intoetst waarna je er een deskundige uitleg over krijgt. Hier liep er echter iets mis want er waren nauwelijks nummertjes te zien. En, o ja, 2 van de 3 museumdelen waren gesloten. Wegens werken…

Maar wat we wel konden zien was meer dan indrukwekkend. Veel koninklijke paleizen hadden hier geen lek aan. De grootste schilders en architecten van  de oude wereld hadden hier van de 15de tot de 19de eeuw hun meesterwerken achtergelaten. Hadden die karthuizers geld ! Met het bezoek waren we toch een paar uurtjes zoet.

Dan een late lichte lunch (het begon al wat te druppelen), wat gewandeld door het niet zo boeiende Vomero, het modernere en chiquere deel van Napels en dan langs de andere kant van de heuvel terug naar beneden, naar de haven. Het was de bedoeling om dit te doen met de kabelbaan, die hier lag. Gesloten, wegens werken. De afdaling, meestal via (honderden) steile trappen kroop in de kleren (of beter: in de knieën).

’s Avonds genoten, in de prachtige opera van Teatro di San Carlo, van een heel speciale uitvoering van Mozarts Requiem. Wonderbaar.

De zondag was gereserveerd voor een bezoek aan Pompeï. Onze online gekochte tickets (uit vrees voor ellenlange wachtrijen, die er niet waren) waren wat teleurstellend: we hadden 30% boven de officiële prijs betaald, de audioguides waren verouderd en niet flexibel en de bijgeleverde kaart was, achteraf gezien,  op verre na niet zo gedetailleerd als die verkrijgbaar  bij de officiële loketten. Afzetters. Italianen.

Maar het blijft een ervaring. Ge raakt er niet op uitgekeken. We hebben er de de ganse dag doorgebracht en moesten ons op het einde nog haasten om tijdig onze audioguides terug in te leveren.

En ’s avonds alweer genoten van een superlekkere Napolitaanse pizza, beschut van de regen, die met bakken uitviel.

Nog maar een paar dagen zeilen en we zitten al vast

Op dinsdag 9 mei lieten we om 8u30 de haven van Nettuno achter ons (we geraken blijkbaar al wat vroeger uit ons bed). Met een aangenaam zonnetje, en nauwelijks een zuchtje wind. Dus bleef de motor de hele tocht aan. Ik had, omwille van het voorspelde kalme weer en om mijn eega te plezieren, een tocht langs de kust uitgestippeld. Niet onmiddellijk de kortste weg, maar zo konden we ook nog iets zien van het vasteland. 

Na 1 mijl kregen we echter het gezelschap van een motorboot van de kustwacht, die ons opriep op VHF. Blijkbaar waren er uitgerekend deze dag militaire oefeningen op zee in dit gebied. Dat we dus aub stante pede, in een loodrechte hoek op de kustlijn , 15 mijl in zee wilden varen, waarna we onze tocht verder konden zetten. En er waren zichtbaar voldoende patrouilleboten op zee om te controleren of we braaf deze instructies zouden opvolgen. Ons rustig kustvaarttochtje veranderde dus in een tocht op volle zee, op motor, inclusief een omweg van 10 mijl. We hadden dus wel tijd genoeg om al die tijdschriften, die we gedownload hadden, te lezen.

Om 15u30 aangemeerd in San Felice de Circeo. Een niet al te grote jachthaven, mooi gelegen tegen een uit de zee opklimmende rots. Vriendelijke hulp van de ormegiattori.  Maar voor de rest was de haven eerder pover uitgerust ( armzalig sanitair blok in een verkommerd gebouwtje, en opletten want niet overal toiletpapier aanwezig), met uitzondering van een luxueus havenkantoor. En nog nooit zoveel betaald ! 

De haven van San Felice de Circeo

Een wandeling van 45 minuten naar de dichtsbijgelegen supermarkt bood ons de gelegenheid om de somptueuze villa’s langs het strand, en dus met privé strand, te bewonderen ( en dus nauwelijks strand beschikbaar voor een modale strandliefhebber, een fenomeen dat we overal zagen langs de Italiaanse kusten). 

De volgende dag regende het (weeral). Geen weer om er een hond door te jagen, laat staan om ons in onze boot drijfnat te laten worden. Dus ons verblijf met een dag verlengd. Tijd om onze blog wat bij te werken. In de late namiddag stopte het effen met regenen en konden we naar het historisch stadje wandelen, boven op de berg. De zon kwam zelfs eens piepen. Maar ook hier waren alle horecazaken nog gesloten, zodat we er niet moesten aan denken om een terrasje te pikken.

San Felice de Circeo

Dan maar terug afgdeaald en een pintje gedronken in de kuip van onze boot en zo toch ook genoten van het zonnetje, wel met een dikke pullover aan.

Donderdag 11 mei waren de weersomstandigheden dan toch voldoende gunstig om naar Gaeta, onze volgende bestemming, te varen. Het eerste stuk op motor maar na een lichte regenbui begon het wat op te klaren en wakkerde de wind voldoende aan zodat we de rest van de tocht op zeil konden voortzetten met een ruimaandewindse koers en 8 knopen wind. Rond halftwee aangemeerd in de Base Nautica Flavio Gioia in Gaeta, bijgestaan door zeer hulpvolle ormegiattori. Ook het onthaal in het havenbureau was supervriendelijk ( en de prijs toch een stuk lager dan die van de vorige haven). Geboekt voor 1 dag, want morgen zouden we doorvaren naar Napels. Nog tijd genoeg om het oude stadsgedeelte te verkennen. Oud dus, maar niet echt spectaculair. 

Gaeta

Terug in de boot alle haven van Napels opgebeld. Normaal gezien is het geen probleem om, zo vroeg in het seizoen, een ligplaats te bekomen. Maar we hadden weer prijs! Dit weekend stond er een of andere populaire zeilregatta op het programma in Napels, zodat alle plaatsen in de jachthavens bezet waren door deelnemende boten. Daarenboven werd er zwaar weer voorspeld, zodat er weinig boten uitvoeren. Er zat dus niets anders op dan ons verblijf in Gaeta te verlengen. En misschien waren er na het weekend wel terug plaatsen vrij, maar dan zijn de voorspellingen van die aard dat we ons bootje liever in de haven lieten liggen. Storm voorzien!


De volgende dag dan maar er het beste van gemaakt. Na een gezellige r3genbui in de ochtend bleef het de rest van de dag relatief droog. Zo wandelden we, op aanraden van de bevallige secretaresse van het havenkantoor, naar de Grotto del Turco.

Grotto del Turco

In feite een diepe overdekte spleet in de kliffen, waardoor je vanop het vasteland diepveneden de zee kunt zien beuken tegen de rotsen. Was vroeger een schuilplaats van de piraten. Spectaculair zicht, na een mooie wandeling. Eén teleurstelling, en niet de laatste van die aard in dit deel van Italië: de befaamde afdaling in de spleet tot aan de zee was afgesloten, tot juni. Maar gezien het vergeelde uitzicht van deze affiche was het niet duidelijk of ze hier juni 2023 mee bedoelden. Italië. Dan maar iets gedronken op een terrasje, met uitzicht opde stranden, diep eronder. En met bijkomende curiositeit dat ze hier een ruime verzameling sierborden met de beeltenis van Il Duce  Mussolini verkochten. Merkwaardig. 

De volgende dag, zaterdag, werden we weer verwend met malse regenbuien, met een temperatuur die nooit boven de 18 graden ging. In de eerste 14 dagen van onze zeilreis hebben we al meer regen gehad dan anders in de hele tocht! En ook de wind begon meer en meer aan te trekken. Ietsje deprimerend. En, o ja, de havens rond Napels waren nog altijd volzet. 

En maar wandelen in Gaeta

Op zondag 14 mei was het moederdag. Bij gebrek aan aanwezige kinderen zou ik dan maar de honneurs waarnemen. Zelfs de weergoden veroonden enige clementie en hielden het grotendeels droog. We konden zelfs een glas drinken buiten, op het terras van de zeilclub. Met een dikke pull aan, wel te verstaan. En dan gewandeld naar de oude stad, waar we een Michelin Bib Gourmand hadden gevonden: restaurant Dolia. Lekker, fijn, enkele Oosterse toetsen begeleidden het menu van variaties op Italiaanse klassiekers. Lekker. Maar er waren slechts 3 tafels bezet. Het seizoen was blijkbaar nog niet begonnen (tenzij in de prijzen van de ligplaatsen…).

Maandag, dinsdag, woensdag: Gaeta in alle variaties van regen. Maar de verwachtingen gingen in stijgende lijn, én de nog altijd bevallige secretaresse van het havenkantoor had zelfs een ligplaats voor ons gevonden, in Castellamare Di Stabia, “dicht” bij Napels. Ze mocht van ons onmiddellijk toezeggen.

Pas terug op de boot bleek, bij nader onderzoek, dat die marina toch nog, met het openbaar vervoer, meer dan een uur van Napels verwijderd was. Toch beter dan niets, en zo konden we toch tenminste Gaeta, waarvan we intussen alle tegels van de voetpaden hadden gezien, achter ons laten. En op suggestie van onze zoon Carl hadden we een hotel voor 1 nacht in Napels geboekt, zodat we de stad deftig konden bezoeken zonder een groot deel van de dag op de bus te zitten. Enfin, we zijn ook maar éénmaal in Napels. En gezien Castellamare dichtbij Pompeï lag ineens ook maar tickets voor een bezoek aan de ruïnes geboekt om eventuele lange wachtrijen te voorkomen. We wilden op alles voorzien zijn.

En we zijn weer vertrokken !

28 april 2023 stond al lang in onze agenda. Back to our second life.

We hebben 6 maand kunnen  genieten van onze kinderen en kleinkinderen, vrienden en familie, van ons knusse huis in Vichte, van het werken in de tuin, van enkele uitstapjes en een geslaagde wintervakantie. Maar stilaan begon het weer te kriebelen, zodat we begonnen uit te kijken naar die vrijdag, 28 april. Onze vlucht lang al lang vast, evenals ons hotel in Rome. Want het plan was om eerst nog een paar dagen Rome te bezoeken, waarna we naar Fiumicino zouden afzakken, om daar de laatste werkzaamheden aan de boot te voltooien.

Het bezoek aan Rome was een voltreffer, alhoewel het weer nogal fris was voor de tijd van het jaar en een regenbuitje ons soms gezelschap hield. 

Waar we vorig jaar, op het einde van de reis, ons hadden geconcentreerd op het oude (Colloseum en Forum Romanum als hoogtepunten) en het nieuwe Rome ( met alle bekende toeristen spots (soms traps) zoals de Trevifontein, de Spaanse trappen, Via Condotti, met winkels van  Armani, Lousi Vuitton, Bulgari, Dior en andere Guccis’s, waar mensen in rijen stonden aan te schuiven om hun geld kwijt te geraken en Trastevere, een vroeger volkse maar nu supertoeristische wijk aan de overkant van de Tiber), legden we nu de focus op Vaticaanstad. Daar hadden we la de volgende dag, 29/4, een gidsbeurt voor de ganse morgen gereserveerd. Voor ons was dit al vroeg opstaan, want om 8u45 moesten we al aan de trappen van Vaticaanstad zijn. Maar het was de moeite meer dan waard.

Hierbij enkele impressies:

In de volgende dagen moesten ook Piazza Navano, het Pantheon (wegens toeloop van volken tijdig gereserveerd tot onze spijt onmogelijk om het te bezoeken, (nogmaals) Trastevere ,  de Thermen van Caracalla en de catacomben van San Callisto er nog aan geloven, maar de avond van 30 mei hielden we het letterlijk voor bekeken, hadden we onze portie cultuur terug binnen en konden we naar de luchthaven van Fiumicino afzakken. Daar wachtte onze huurauto op ons (een electrische Fiat 500 – een primeur want ik had nog nooit elektrisch gereden) om vervolgens naar onze Airbnb te trekken, gelegen op een 3-tal kilometer van de werf Nautilus Marina. Een appartement op de begande grond, met mooi tuintje en terras. Ideaal voor de warme zomerdagen, maar nu was het nog killig. En daarop was de woning niet op voorzien. Geen verwarming, ook niet in de badkamer. Dan maar de , enige, airco in de slaapkamer op 25 graden gezet, en alle deuren in het huis open zodat de warmte tot in de badkamer kon doordringen. Effectief, maar of dit energiezuinig is?

Op 1 mei was de werf dicht (alhoewel de poorten geopend waren, zodat we de boot konden inspecteren en vaststellen dat hij weer volledig opgefleurd was, met een dubbele laag antifouling en blinkend gepolierd). De rest van de zonnige dag de buurt wat verkend, met de auto en te voet. Zelfs het spectakel van een F1-wereldkampioenschap van catamaran-raceboten kunnen meemaken. Indrukwekkend én luidruchtig.

Op dinsdag 2 mei dan dé dag: in de namiddag gaat de Arwen in het water. Altijd spannend. En nu hadden we weer prijs: de motor sloeg wel direct aan, maar er kwam nauwelijks water uit de uitloop. En bij het opnieuw proberen te starten gaf hij geen kik. De mechanieker was gelukkig mee aan boord gegaan en kon onmiddellijk aan het werk gaan. Diagnose na diverse pogingen, uit mekaar halen van de waterpomp en opladen van de startbatterij: waterpomp moest worden vervangen (van bij de start in 2019 hadden we er inderdaad al problemen mee gehad) en ook de startbatterij had de geest gegeven (zij was sinds 2022 niet meer opgeladen geweest en was stilaan tot onder het kritische niveau ontladen). Er is toch altijd iets met een boot…….

Hij beloofde tegen morgen alles in orde te hebben en zou de pomp vervangen door een gereviseerde, wat toch een stuk goedkoper zou zijn. Ik zou zelf voor een nieuwe batterij zorgen ( in een autoshop zijn die toch heel wat voordeliger te vinden dan op een scheepswerf)

En inderdaad, de volgende dag was de boot, in de late voormiddag, vertrekkensklaar, met nieuwe waterpomp en startbatterij en startte de motor probleemloos. Gezien de weersomstandigheden, met een stevige wind die de monding van de Tiber tot een kolkende watermassa herschiep, bleven we die dag nog in de haven ( ze hadden de boot in de rivier aangemeerd, en hebben we de nacht voor het eerst terug in onze vertrouwde kajuit doorgebracht)

Op donderdag voeren we dan, onder een stralend zonnetje en nauwelijks wat wind, probleemloos de Tiber af om via een klein stukje zee aan een ligplaats in de Porto Turistico di Roma aan te leggen. 

Nog 1 dag profiteren van onze huurauto om de nodige mega-inkopen in te slaan. En dan opruimen, plaats zoeken voor al onze bagage, poetsen, boenen, de boot optuigen. En dat onder een stralende zon.

Op zondag, 7 mei, waren we vertrekkensklaar en konden we rond 9u de trossen losgooien en onze eerste zeiltocht van het jaar ondernemen: een trip van een goede 25 mijl, naar Porto di Nettuno.

Het eerste halfuur voeren we nog op motor, maar stilaan begon de wind wat aan te wakkeren en toen die 7 knopen bereikte konden we de zeilen hijsen en de motor het zwijgen opleggen. De wind trok verder aan zodat we aan een snelheid van 7,5 knopen met volle zeilen aan een halvewindse koers door het water kliefden, met slechts een schuchtere “niet te scheef”. Zalig. 

Maar het liedje duurde niet zo lang. Aan de horizon zagen we donkere regenwolken naderen. En het was de luchtstroom onder die wolken die ons die mooie wind cadeau gaf. Maar het werd een vergiftigd geschenk, met eerst een wind die stilaan een kracht van een goede 5 bft kreeg, waardoor we snel een reef moesten trekken en de genua een derde oprollen, en dan gevolgd door een fikse regenbui, waardoor we vliegensvlug nog onze zeilvest, waterdichte zeilbroek en laarzen moesten aantrekken (nooit gedacht dat we die  spullen nog zouden nodig hebben op de Middellandse Zee, maar dus toch wel).

Rond 13u viel de wind, werd de regen motregen en moest de motor terug aan. Om 14u legden we aan in Nettuno. Een mooie, propere haven (maar waar we ook geconfronteerd werden met Italiaanse liggeldprijzen, die snel het dubbele waren van wat we in Spanje hadden gekend). Het middeleeuws, volledig ommuurd historisch stadje, dat vlak aan de haven lag, oogde zeer aantrekkelijk, zodat we het zeker een wandeling waard vonden. Maar het miezerige weer en de vele gesloten terrasjes namen toch veel van de charme weg.