Donderdag 18/5. Het had vannacht niet geregend. Ik had de avond ervoor de achtertrossen, waarmee de boot aan de kade lag, goed aangetrokken omdat de achtersteven nogal heen en weer bewoog. Dit schommelen was nu verminderd, maar doordat de boot achteraan strak gespannen was, stond ook de mooringline strak aan waardoor er een quasi continu krakend geluid in de voorste slaapkamer te horen was. En dat gedurende de ganse nacht. Er heeft daar iemand die nacht nauwelijks een oog dicht gedaan. En haar ochtendhumeur was navenant….
Daarenboven stond de wekker op 6u.
Iets na 6u30 de trossen los, goed voor een tocht van meer dan60 mijl (12u varen) naar Castellamare di Stabia, voor bij Napels. In zonnig weer. Sinds lang weer eens zonnecrème moeten bovenhalen.
De dag ervoor had ik pannenkoeken gebakken. Het ontbijt op zee was dus heerlijk. Gezien nauwelijks wind de motor aangezet. De zee was voor ons alleen. Tot aan de Golf van Napels 2 zeilboten gezien, één in elke richting.
Dicht bij Napels toch nog eens geprobeerd de haven van Santa Lucia op te bellen. Er nam waarempel iemand op, die vervolgens een engels sprekende collega moets zoeken. En die laatste wist ons te vertellen….dat ze plaats hadden. Hij sprak een prijs uit, plus taksen, waarvan we bijna omver vielen (wat op een boot wel pijnlijk kan uitdraaien).
Enfin, we zijn maar éénmaal in Napels. We sloegen toe. En zo hadden we onverwachts een ligplaats in volle centrum Napels. Het zal misschien wel très chique zijn, maar we namen er dat dan maar bij. En nog een voordeel: we moesten hierdoor 2 uur minder lang varen, zodat we rond 16u het haventje van Santa Lucia binnenvoeren.
Prachtige setting, met een kasteel dat boven de haven uittorende, (volgens onze gids een must om dit te bezoeken en van op de torens de omgeving te bewonderen – maar het kasteel was gesloten, wegens onveilig….waar hadden we dat nog gezien?) omgeven door leuk uitziende terrasjes en nogal wat grote (voornamelijk motor-) jachten.
Bij het aanmeren kregen we de hulp van 3 ormegiattori die ons met een motorbootje tegemoet kwamen. En dan een 4de tiep, wellicht de baas van de bende, die ons de nodige uitleg kwam geven. Elektriciteit was er (mits betaling), water konden we ook krijgen (mits betaling), het ponton waaraan we lagen had geen verbinding met de kade, maar geen probleem, er stond dag en nacht iemand klaar om ons met zijn bootje over te zetten.
En nu, met dat bootje, naar het kantoor van de havenmeester. Nog een paar verrassingen: er was van een kantoor geen sprake, enkel een barak tussen 2 restaurants, de “havenmeester” was diezelfde baas van de bende, mijn bootdocumenten hadden ze niet nodig, en op onze vraag waar het sanitair was kregen we de boodschap dat we maar die van het restaurant moesten gebruiken. Chique jachthaven ???
Hier was er wel degelijk sprake van een veel-prijs-en-weinig-kwaliteit verhouding. Maar we lagen goed en hebben goed geslapen.
De dag erop, vrijdag, was het halfbewolkt en aangenaam warm. Zoals reeds geschreven, hadden we vorige woensdag een hotel geboekt in hartje Napels voor de nacht van vrijdag op zaterdag, in de veronderstelling dat we ver buiten Napels zouden zijn aangelegd. Gezien we niet meer konden annuleren zaten we dus vandaag zowel met een ligplaats als met een hotelkamer opgescheept. Maar gezien de sanitaire “ voorzieningen “ van de haven, kwam dit uiteindelijk niet slecht uit.
Zo verlieten we in de morgen onze goed afgesloten Arwen en gingen we met het bootje van onze zeerovers naar de kade. Vandaar startten we, met wat beperkte bagage over 2 rugzakken verdeeld, onze verkenningstocht door Napels. In onze reisgids hadden we een parcours van 1 dag gevonden, waardoor we door heel het historische centrum konden wandelen. En op dat parcours lag ook de wijk waarin ons hotel lag. Ideaal.
Eerst moesten we nog kennismaken met het Napolitaanse verkeer. Hier gelden speciale regels: voorrang voor de sterkste, een sense unique rij je achterwaarts binnen, een voetganger op een zebrapad wordt juist niet omver gereden, de straat heeft zoveel rijvakken als er auto’s naast mekaar kunnen zigzaggen. Goethe sprak over “Napels zien en sterven”, maar wist dan nog niet dat dit laatste door het verkeer zou worden veroorzaakt. Enfin, het feit dat we dit hier nog kunnen neerpennen, betekent dat we het (amper) hebben overleefd.
Dus onze wandeling. Dicht bij de haven hadden we al onze eerste bezienswaardigheid: het Theatro San Carlo, de oudste opera van Europa zegt men. En daar zagen we een affiche met de aankondiging van een opvoering van het Requiem van Mozart, in een gechoreografeerde bewerking (in coproductie met de Belgische Muntschouwburg). Zouden we? Naar het loket binnen, en er waren nog een aantal goede plaatsen beschikbaar voor morgen. Dus 2 tickets gekocht. Toch beter dan een rondleiding door de opera.
Dan onze wandeling verder door deze boeiende maar chaotische stad zodat we rond de middag het adres van ons hotel naderden. We kwamen terecht in een rommelige zijstraat. Nogmaals gecheckt of dit wel het juiste adres was van Boetiekhotel La Stanza di Viceré. Toch wel. Op het gegeven huisnummer kwamen we aan een verroeste ijzeren poort, die uitkeek op een binnenplaats met op het einde een vervallen open traphal.
Na wat zoeken vonden we, op de reeks deurbellen de naam van ons hotel, op de tweede verdieping. De poort ging open en wij, niet echt op ons gemak en met een sluimerende ontgoocheling, naar het tweede verdiep. Waar we werden verwelkomd door achteraf gezien één van de twee eigenaars. Achter de deur dook er een piekfijn, modern gerenoveerd hotel op met overal nog blijken van de vroegere grandeur van deze 17de eeuwse palazzo. Een verborgen juweel. En ook de slaapkamer was ruim en van alle moderne comfort voorzien, maar met behoud van het antieke beschilderde plafond. We hadden ons dus voor niets ongerust gemaakt.
De rest van de dag het oude Napel (“Spaccanapoli”) verkend. Hopen toeristen (veel schoolreizen blijkbaar, maar ook groepen schapen die achter een gids met een vlaggetje door de stad strompelden en wellicht alleen maar verlangden naar hun diner in all-in formule op hun cruiseschip).
En overal was het duidelijk dat Napels, voor de derde keer in hun 100-jarig bestaan voetbalkampioen van Italië is geworden. De wit-blauwe kleuren van de ploeg waren echt overal te zien.
’s Avonds genoten van een echte Napolitaanse pizza in een restaurant op suggestie van onze hotelier. Voortreffelijk en betaalbaar, dus ver weg van de tourist-traps.
En goed geslapen.
Zaterdag dag 2 van onze ontdekking van Napels. Een regendag (weeral).
Een matig ontbijt (enig minpunt van ons hotel, waardoor we ze geen 5 op 5 konden geven) maar vooral een heerlijke douche.
Rap door de volkswijk Spagnoli gewandeld. Echt niets bijzonders. Armoe troef. Verval. Vuiligheid. En hoogstwaarschijnlijk ’s avonds niet echt veilig. We waren rap weer weg.
Met de kabelbaan naar het Karthuizerklooster San Martino, dat samen met het kasteel Sant Elmo op het hoogste punt van de stad lag. Kaartjes gekocht voor een bezoek met audiofoon. Met een audiofoon is het de bedoeling dat je het nummertje bij elke bezienswaardigheid intoetst waarna je er een deskundige uitleg over krijgt. Hier liep er echter iets mis want er waren nauwelijks nummertjes te zien. En, o ja, 2 van de 3 museumdelen waren gesloten. Wegens werken…
Maar wat we wel konden zien was meer dan indrukwekkend. Veel koninklijke paleizen hadden hier geen lek aan. De grootste schilders en architecten van de oude wereld hadden hier van de 15de tot de 19de eeuw hun meesterwerken achtergelaten. Hadden die karthuizers geld ! Met het bezoek waren we toch een paar uurtjes zoet.
Dan een late lichte lunch (het begon al wat te druppelen), wat gewandeld door het niet zo boeiende Vomero, het modernere en chiquere deel van Napels en dan langs de andere kant van de heuvel terug naar beneden, naar de haven. Het was de bedoeling om dit te doen met de kabelbaan, die hier lag. Gesloten, wegens werken. De afdaling, meestal via (honderden) steile trappen kroop in de kleren (of beter: in de knieën).
’s Avonds genoten, in de prachtige opera van Teatro di San Carlo, van een heel speciale uitvoering van Mozarts Requiem. Wonderbaar.
De zondag was gereserveerd voor een bezoek aan Pompeï. Onze online gekochte tickets (uit vrees voor ellenlange wachtrijen, die er niet waren) waren wat teleurstellend: we hadden 30% boven de officiële prijs betaald, de audioguides waren verouderd en niet flexibel en de bijgeleverde kaart was, achteraf gezien, op verre na niet zo gedetailleerd als die verkrijgbaar bij de officiële loketten. Afzetters. Italianen.
Maar het blijft een ervaring. Ge raakt er niet op uitgekeken. We hebben er de de ganse dag doorgebracht en moesten ons op het einde nog haasten om tijdig onze audioguides terug in te leveren.
En ’s avonds alweer genoten van een superlekkere Napolitaanse pizza, beschut van de regen, die met bakken uitviel.