6-19/9: VAN MURCIA TOT ALTEA

De dichtsbijgelegen luchthaven bij Cartagena is Murcia. Toen we dus terugkeerden naar Spanje, en onze,, lieve bloedjes van kinderen en kleinkinderen terug in de steek lieten, beslisten we om een paar dagen in Murcia te overnachten om de stad te bezoeken. Het was weeral terrasjesweer, 30 graden en meer. En dat was het beste wat deze stad te bieden had: mooie pleintjes met uitnodigende terrasjes. Echt veel meer was er niet te beleven: de welvaart was, zoals in zoveel steden, gepaard gegaan met een bouwwoede ten koste van het grootste deel van het historisch centrum.

 
Cartagena, waar we op 8/9 arriveerden heeft echt veel meer te bieden dan Murcia. Zeer verzorgde stad, met nog veel monumenten die het rijke verleden weerspiegelden. De stad werd gebouwd door de Puniërs, Carthago Nova, en verder uitgebreid door de Romeinen en de  Moren en vervolgens door de katholieken. 
Het bezoek aan het prachtig gerestaureerde Romeins theater was indrukwekkend. 


Minder indrukwekkend was de toestand van onze zeilboot. Het Saharazand, meegevoerd door de soms krachtige zuidenwind, lag werkelijk overal waardoo de witte kleur volledig was verdwenen. Uren hebben we geschrobd om de boot weer proper te krijgen. En met een temperatuur van meer dan 30 graden was dat geen lachertje. 

Cartagena is ook een stopplaats voor cruiseschepen. En juist bij onze aankomst lag er zo een mastodont in de haven. Als je ooit aan cruises zou hebben gedacht, dan vergaat je de goesting bij het zien van zo een gedrocht. Dat is de naam boot niet waardig.


En toen we een wandelingske in stad maakten en genoten van een bord lekkere mejillones zagen we de passagiers, in groepjes van 20-30, achter een gids met een nummerbordje – we zagen nummers van 30 tot 45, de eerste 30 zullen dus wellicht weer aan boord zijn – langs ons terras slenteren, ietwat verveeld en het gebrek aan enthousiasme was overduidelijk te zien.


Op 11/9 kozen we dan eindelijk weer het ruime sop en zetten we koers naar de haven van Thomas Maestre, aan de Mar Menor, dit is een grote binnenzee, van de Middellandse zee gescheiden door een , met appartementen volgebouwde, duinengordel en bereikbaar door een kanaal, waarover een ophaalbrug liep, die om de 2 uur openging voor het botenverkeer.


De tocht van 27 mijl hebben we grotendeels op motor afgelegd. Slechts de laatste 2 uur was er voldoende wind om te zeilen. De haven gaf dezelfde aanblik als zovelen: indertijd gebouwd als onderdeel van een groot toeristisch complex, maar nu versleten met veel leegstand. Maar het sanitair was treffelijk, en dicht bij de boot.


Op 12/9 dan naar Torrevieja. Nu zouden we voor onze kop niet op motor varen. We hadden maar 15 mijl te doen, en konden ons dus wat dobberen veroorloven. En dat deden we in het begin, met nauwelijks wind, maar terug een lekker zonnetje. Iets voor de middag stak dan de zeebries op en konden we tot aan de volgende haven zeilen. Zalig. Wat ik aan de telefoon reeds had vermoed werd bij de aankomst bevestigd: de medewerkster van de capitainerie had er blijkbaar weinig zin in om op zondag te werken, rekende ons 15€ teveel  aan en vond het niet nodig om ons een ligplaats aan te duiden: we moesten maar aan het wachtponton blijven liggen, waar het nogal schommelde. Mijn ongenoegen kon ik niet verstoppen. Het sanitair was waarschijnlijk ontworpen en gebouwd  in de jaren tachtig. De originele verf was meestal nog aanwezig … Een uurtje later kreeg ik toch een telefoon van ons madam om te zeggen dat ze zich had vergist, en dat ik morgen van haar collega’s 15€ zou terugkrijgen. OK dan.
Nadat we schoon schip hadden gemaakt konden we eens Torrevieja verkennen. Voor het eerst kregen we een echt Costa-Blanca gevoel. En dat bedoel ik niet echt positief. Horden mensen op de dijk, van alle pluimage en klederdracht. Stalletjes met steeds dezelfde (chinese) prullaria en hopen immigranten, die ook hun kans in “de handel” wilden wagen en hun “luxewaren” ‘(Louis Vuitton, Armani, Guess, Nike, …..) ongestoord op een deken op de straat konden uitstallen. 
En ‘s avonds dan keiharde muziek uit de installaties van de lokale dj’s, waarvan we vanop onze boot vooral van de Boem-Djoenk-Boem konden genieten. Zalig zij de uitvinder van de oordopjes.

De volgende dag zeilden we naar Alicante. De motor kwam enkel van pas bij het uitvaren en het aanmeren. Voor de verandering bleef het de hele dag bewolkt, met zelfs een paar spatjes regen, die echter de 28 graden niet konden afkoelen. Rond 16u legden we aan in de haven van Alicante, een mooie moderne haven, met supervriendelijk personeel. En met vingerpontons! We waren bijna vergeten hoe zo moesten aanmeren.


We zouden hier 4 dagen blijven. De eerste dag van ons verblijf werden we nog vergast met een paar fikse regenvlagen, maar onder ons zonnedak konden we het droog houden. En konden we onze nieuwe Nomadiq gas-bbq uitproberen. Zo konden we warm eten, zonder dat we de temperatuur van onze kajuit nog een paar graden meer de hoogte in moesten jagen. Super handig materiaal ( maar toch niet ideaal voor het grillen van een entrecote, daarvoor wordt het spul niet heet genoeg).
Alicante is een mooie stad, met een zalige Esplanada de Espana, een zeer brede, verkeersvrije boulevard, met dubbele rijen palmbomen omzoomd, waar het heerlijk flaneren was. De grote burcht, die boven de stad uittorent, hebben we uiteindelijk niet bezocht. De lift ernaartoe was buiten dienst, omwille van Covid, en de steile wandeling zagen we bij een temperatuur van 30 graden niet echt zitten. Eerst een wandeling door de oude barrio. En daarna maar gekozen voor ons geliefde alternatief: een terrasje. 

de barrio van Alicante


En de bewoners van de barrio hebben wel een originele manier om de wandelaars aan te raden het netjes te houden:


Op 16/9 hebben we een boottocht geboekt met de ferryboot Kontiki naar het mooie eilandje Tabarca. Bij onze zeiltocht naar Alicante waren we er al eens langs gevaren, maar we zagen er geen boten voor anker liggen (ankeren was volgens onze pilote ook verboden in het natuurreservaat rond het eiland), en we zijn dan maar door gevaren.

Het eiland is bekend voor zijn superhelder water, ideaal om te snorkelen. En dat was het inderdaad, helder en warm.

We

Maar toen we aanstalten maakten om in het water te gaan, werden we gewaarschuwd dat er veel “ medusa’s” rondzwommen. We zijn dan een beetje verderop toch in het water gegaan, het was te aanlokkelijk, maar na het zien van 3 kwallen in evenveel minuten hielden we het toch voor bekeken en maakten we een vroegtijdig einde aan ons snorkelplezier. Zonde. Dan maar het kleine mooie dorpje bezocht en nog wat rondgewandeld. En lekkere vis gegeten in een van de restaurants langs het water . 

Op 17/9 zeilden we naar Puerto de Campello, een rustig goed verzorgd haventje dicht bij het mooie zandstrand. Hier zagen we toch de eerste tekens van het nakende fin-de-saison. Veel horecazaken waren al dicht, en ook voor de nog opengebleven waren er veel te weinig toeristen. En de verhuurder van ligbedden en parasols was er al mee gestopt. We voelden het ook aan de dagen die nu snel aan het inkorten waren. En de meteo die geen 30 graden meer aangaf. Maar 26 is ook nog heerlijk warm. 

Op 18/9 nog een leuke zeiltocht van een 25 mijl, naar Altea, gestart met 2 beaufort, maar op het einde toch een pittige 5. Gelukkig met ruime wind, zodat we de zeilen niet moesten reven. En een mooie snelheid van meer dan 7 knopen konden optekenen. 
Mooie haven, goed uitgerust, zelfs met een zwembad. Dat overmorgen echter sluit. Fin-de-saison. Nog juist tijd om er eens van te profiteren. En ook om van de wifi te profiteren van het restaurant om de blog van foto’s te voorzien en te publiceren.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.