19/9 – 29/9: Altea – Moraira (El Rinconet)

Uiteindelijk zijn we tot 25/9 in Altea gebleven. Rond de 21ste zou er een hevige (tegen)wind opsteken, wat het verder varen niet echt aangenaam zou maken. En intussen hadden we al een schitterend restaurant gevonden in het historische centrum, waar we onze 39ste huwelijksverjaardag zouden kunnen vieren. Het stond zelfs in de Michelin. Dus hadden we tijd zat om te wandelen, te lanterfanten , een paar half- mislukte pogingen te ondernemen om in de zee te zwemmen ( te veel golven door de wind) en het zeer mooie oude centrum te bezoeken. Echt een aanrader. Maar dan moet je wel een stevig stuk klimmen over trappen tussen de huizen. Het centrum ligt immers bovenop een heuvel, die uittorent over Altea. En gelukkig heeft het stadsbestuur daar in Altea, in tegenstelling tot veel andere kuststadjes, voorkomen dat er aan hoogbouw werd gedaan. En wordt er maar één kleur toegelaten: wit. Heerlijk om er door te wandelen en op tijd een terrasje te pikken. De meeste terrasjes liggen helemaal bovenaan, op een gezellig pleintje, met uitzicht op de zee, de haven en de benedenstad. Dus kortom, een parel in de Costa Blanca.

Een paar sfeerbeelden van het oude Altea


En op 24/9 inderdaad de kers op de taart: het restaurant Oustau helemaal boven op de heuvel heeft ons echt verwend op onze huwelijksverjaardag. Superheerlijk. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat we de wandeling ernaartoe ( een half uurtje) nog te voet hebben gedaan, maar de terugkeer was dan wel met een taxi.

25/9: van Altea naar Calpe, op motor. Nog steeds snikheet, met temperaturen boven de 30 graden, en nauwelijks wind. Calpe heeft wel een heel bijzondere rots, die uit de zee oprijst en de stad domineert, maar voor de rest is het toch weer een ontgoochelende chaos van hoogbouw en nog hogerbouw. Ook het centro historico, dat we met onze fiets hebben bezocht, is niet veel soeps. Nog een paar overblijfselen van een oude omwalling, en voor de rest horeca, die enkel maar ‘s avonds opengaat. Overdag dus een desolate blik.
We zijn er vervolgens wel in geslaagd om 5 minuten te zwemmen aan het rotsachtige strand, naast de haven. Zelfs met snorkel. Maar weinig te zien.


Dus na 2 dagen , op 27 september, verder naar de volgende stop, Moraira. Nauwelijks 5 mijl varen, op motor, wegens geen wind. En het bleef snikheet. De haven is een private marina, wat dus duur betekent. Sanitair is echter maar basic.

Marina van Moraira

Het stadje heeft een zekere charme, wegens geen hoogbouw, met een paar gezellige straatjes en pleintjes. Het hoogtepunt is wellicht het , een mijl verder gelegen (dus op wandelafstand) baaitje El Rinconet, met een prachtig zandstrandje, tussen de rotsachtige heuvels. En met een paar leuke terrasjes.
Vandaar dan ook dat we besloten om op 29/9 naar El Rinconet te varen, en daar een nachtje voor anker te liggen. ‘s Morgens vroeg dan naar daar getrokken, met nog een laatste overleg hoe we zouden voor anker gaan. Het adrenaline- en stresspeil bij één van de bemanningsleden bereikte weer een recordpeil. Alle heisa was echter voor niets, want wat bleek: het baaitje was uitgerust met een 4-tal uitnodigende aanmeerboeien. En er waren er nog een paar van vrij. Dat was al een tijdje geleden. En dus aan een boei, genoten van de rustige deining, een paar snorkelpartijtjes, en een tochtje met de dinghy ( eindelijk werd die nog eens gebruikt) naar het strand. Meer moet dat niet zijn.

De wind zou tegen de avond volledig vallen, dus het belooft een rustige nacht te worden. En voor luxebeesten is er zelfs een maritieme versie van Deliveroo voorhanden: we zagen geregeld een motorbootje maaltijden leveren aan de hier aangemeerde jachten. Wij hielden het op een meloentje en de rest van onze jamon iberico, die ons trouw heel onze tocht heeft vergezeld, maar bij elk gebruik een beetje dunner werd. En nu aan zijn (letterlijk) einde is gekomen.
Maar echt, het verblijf op een licht schommelend boot, na het nuttigen ‘s avonds bij ondergaande zon, van een lamskoteletje van de gasbbq met ratatouille, in een zwoele avond is echt in onze harde schijf gebrand. Dat kunnen ze niet meer van ons afnemen.


En intussen geraken we meer en meer in een melancholische fin-de-saison stemming. Op de stranden overheersen de 70-plussers (dus geen mooie borstjes meer in monokini, enkel dikke buiken en hangende toestanden), de terrasjes zijn niet meer zo gevuld, de dagen worden korter, de vrees dat dit goede warme en zonnige weer niet lang meer zal aanhouden wordt elke dag groter. Fin-de-saison.

En soms overvalt ons de gedachte dat wij zelf ook stilaan fin-de-saison aan het worden zijn. In de solden gaan wij niet veel meer opbrengen.
Maar eerlijk, dan is dit echt een wondermooi seizoen dat we nu aan het beëindigen zijn. En dat mag voor ons nog zeer lang duren. We kijken nu al uit, volgend jaar, naar de doortocht door de Middellandse Zee, via de (niet budgetvriendelijke Balearen) naar Sardinië, Corsica, de Italiaanse kust, en dan misschien al Korfoe? Arwen goes to Hellas!



Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.