Arwen IN Hellas


woensdag 20/9: Santa Maria de Leuca (Italië) – eiland Othonoi (Griekenland)

Gisteren de wekker gezet voor deze bijzondere morgen. We zullen vandaag onze eerste stappen op Griekse bodem zetten. Het wordt een tocht van 50 mijl. We wilden zeker op tijd in Othonoi aankomen, dus vóór zonsondergang. We lieten dus Santa Maria de Leuca in het donker achter ons, en keken al uit naar de zonsopgang, want algauw zagen we al het eerste oranje in de lucht. Het zal een rustige oversteek worden. Naast een mooie zonsopgang werden we ook vergast door het gezelschap van een groepje dolfijnen, die dicht bij de boot hun kunstjes kwamen tonen, maar daarna vlug weer verdwenen waren. En de tocht deden we, zoals gewoonlijk, een deel op motor, en later in de dag toen we de wind wat voelden aantrekken, op zeil. Het was daar zeer rustig, in de Ionische Zee. 4 zeilboten en 3 vrachtschepen gezien op ons volledige traject. Tijd genoeg dus om onze digitale kranten en weekbladen te lezen.

Zo rond 16u zagen we het kleine eiland Othonoi uit de zee opdoemen. Dat deed wel raar. We spraken al jaren over Griekenland, onze blog was ernaar genoemd, maar als je dan eenmaal het eerste Griekse eiland nadert, dan doet dit wel iets. Een , ooit verre, droom werd met het langzaam naderen van het eiland, ineens realiteit.

Othonoi heeft een kleine haven, met een aanlegplaats voor de obligate ferry, die het eiland met Korfoe en het vasteland verbindt, en voor de rest plaats voor een zestal zeilboten, langs de kade. Het was eind september, dus hadden we plaats zat. En dat het fin-de-saison zagen we ook, toen we na een kleine wandeling het dorpje bereikten. Alle horeca was dicht. Gelukkig was er nog één winkel met een klein terras, waar we een biertje (Mythos uiteraard) konden kopen en zo de langverwachte foto, met een T-shirt met het Mythos-embleem én het bier in de hand, naar het thuisfront konden sturen. Op onze vraag wist de winkelbediende te vertellen dat de enige horecazaak, die open was, verderop gelegen, in de heuvels, te vinden was. Hij kon zelfs voor transport zorgen. Maar de Italiaanse toestanden indachtig, waren we niet enthousiast om op dit voorstel in te gaan, dat ons wellicht zakken geld zou kosten. Gelukkig had ik mijn huiswerk gedaan, en vroeg hem of Anthonis , het restaurantje aan de haven, dat ook door de Navily-community was aangeprezen, vandaag niet open was. Bleek van wel.
En zo hebben we daar, bij Anthonis, van onze eerste ouzo, tzatziki en souvlaki genoten. We waren in de zevende hemel.

Donderdag 21/9: Othonoi – Nisos Erikoussa

Het volgende eilandlag op 2 uur varen en sas weeral een stuk dichter bij Korfoe.

Volledig op zeil. 

Er was veel plaats in de haven van Erikoussa. Zeer vriendelijk onthaal, wateren elektriciteit voorhanden en voldoeninggevend sanitair. Het kleine dorpje was duidelijk op zomertoerisme gericht. Een aantal kleine hotelletjes, huurappartementen in de vele villa’s en voldoende restaurants, dit alles in een charmante groene setting. Nu was het echter fin-de-saison en was meer dan de helft van de etablissementen gesloten. Naast de haven lag een strand, en op het einde een klein, luxues hotel. Toen we daar, na onze wandeling, van een frisse pint genoten,geraakten we aan de praat met de eigenares-serveerster. Het bleek dat zij in een vorig leveneen farmabedrijf had opgericht en later voor blijkbaar veel geld had verkocht. Met een (klein?) deel van dit verworven fortuinhad ze vervolgens, hier aan het idyllische strand van Erikoussa, een luxevilla laten optrekken. Maar mevrouw kon niet blijven stilzitten en had ze een paar jaar later de villa getransformeerd in een klein prachtig boetiekhotel met 5 peperdure kamers. En ook onze frisse pint was niet goedkoop.

Vrijdag 22/9: Nisos Erikoussa – Kassiopi op het eiland Korfoe

Vandaag zouden we voet aan grond zetten op Korfoe. Terug volledig op zeil, opkruisend en in de vroege namiddag, na een goede 20 mijl varen, aangekomen in het prachtige havenstadjer Kassiopi.

En de eerste maal dat we “op zijn Grieks”, m.a.w. het anker uitsmijten in de haven en dan op anker achteruitvaren tot aan de kade, op daar de meertrossen vast te leggen. Ik herrinner mij nog de eerste keer dat we op deze manier hebben aangemeerd, in 2010, toen we voor de eerste keer een zeilboot hadden gehuurd in Griekenland voor een vakantie met al onze kinderen. En toen we een kleine lokale boot hadden geramd. En er paniek uitbrak bij de volledige bemanning. Horrible.

Nu, zoveel jaren ervaring later, verliep het manoeuver vlot. Maar ons anker pakte niet. En bij het terugbinnenhalen van het anker blokkeerde de ankerketting diverse malen. Ik dan telkens, met een hamer, naar voren om de ketting terug los te slaan. En dat temidden de kleine haven. Maar de daaropvolgende keer verliep het al vlotter en geraakten we, dankzij de hulp van een zeer geduldige vrouwelijke havenmeester, uiteindelijk toch aangemeerd en hadden we intussen de vele toersisten op de terrasjes aan de havenkant gratis vermaak bezorgd. 

We lagen met onze boot ook aan de kant van de haven met de terrasjes, zodat we gewoon buiten moesten stappen om van een welverdiende Mythos te genieten.

Kassiopi is, ik val in herhaling, een zeer levendig  toeristisch stadje, met zelfs een ruïne van een oud Venetiaans fort, een klein gezellig haventjes, en omringd door prachtige stranden met mooi helder water. We hebben onmiddellijk een dag extra geboekt.

De laatste dagen in Italië 

Maandag 11/9: Riposto – Bova Marina

Het was ongeveer 35 mijl varen, de oversteek van Riposto, Sicilië naar Bova Marina, Calabrië. De benaming “marina” betekent niet veel in Italië. Bova Marina is geen haven, in heel dit gebied zijn er geen havens. Vanaf Riposto was de eerste haven in onze richting (Noordoosten) die van La Rocella, ca 70 mijl ver. We vonden het teveel om die afstand ( minstens gedeeltelijk op motor) in één dag af te leggen. Daarom hadden we beslist naar Bova Marina te varen. Er was daar immers een slimmerik, die in de wetenschap dat veel zeilers niet gelukkig waren met het ontbreken van voldoende havens, langs de kust, ietwat beschermd door een uitstulping in de kustlijn, een park van aanmeerboeien had geïnstalleerd. Niet echt goedkoop (daarvoor was hij ook een slimmerik), maar hij bood ook een service aan van watertaxi van en naar het strand, en zelfs levering van pizza aan boord. Maar van deze diensten hebben wij geen gebruik gemaakt.

De overtocht zelf verlipe vlot, maar halfweg in de straat begonnen de golven zich op te bouwen en sloegen, bij halve wind, over de buiskap en trakteerden ons geregeld op een gratis zoutwaterdouche. Maar dankzij de wind konden we toch een groot deel op zeil afleggen.

De nacht aan de boei was niet supercomfortabel, want de golven waren nog steeds aanwezig en deden de boot continu heen en weer schommelen. Maar we zijn toch in slaap gesukkeld.

Dinsdag 12/9 – woensdag 13/9: Bova Marina – Rocella

We hadden 2 dagen gereserveerd in de haven van Rocella. Want Ann had een wasdag ingepland, en er waren wasmachines in de haven. Een rustig tochtje er naar toe, 35 mijl waarvan een deel op zeil. We kwamen aan in een grote, relatief recente haven. Maar die toch (een steeds terugkerend verhaal) al tekenen van verval vertoonde. De in onze vaargids aangeprezen pizzeria bestond niet meer, in het centraal gelegen plein bestemd voor shops was er één (superdure) winkel-annex-bar.

De douches, op 450 meter wandelen, functioneerden nog, maar dat is dan ook alles, en waren half afgesloten met gordijnen, die er letterlijk met haken en ogen bijhingen. Maar de wasmachines en droogkast werkten. En dat maakte Ann gelukkig. In de namiddag hing onze boot weer vol met was in alle kleuren en maten. In de namiddag maakten we een wandeling langs het strand. Bij het verlaten van de haven zagen we dat het omheinde en afgesloten terrein, waar normaal boten op het droge worden gestald, kleine en grote tenten waren opgetrokken en het vol stond met blauwe ligbedden: een kamp voor immigranten. 

14/9: Rocella – Le Castella

 de marina van Le Castella is een zeer kleine haven. Maar ik had via SMS eergisteren een ligplaats kunnen reserveren. En door hen bevestgd via SMS. Op hun vraag heb ik hen opnieuw gecontacteerd toen we binnenvoeren. Geen antwoord. Wij ons dan binnengewurmd in de piepkleine haven. Luid geschreeuw van een havenverantwoordelijke: geen plaats, ga weg!!! (maar dan in het italiaans) Dan in mijn beste Italiaans dat we gereserveerd hadden en we niet zouden wegvaren, en dat we ons langs een kade waar we plaats zagen wilden. aanleggen. Nonono !!!! Was blijkbaar voor een ferryboot. En toen wezen ze naar een andere kade waar er nog juist 1 plaats mogelijk was. Na heel wat pogingen lagen we uiteindelijk aan de kade. Geen water, geen elektriciteit. Tant pis. En dan wat later toch eens naar de havenmedewerker gegaan om toch een verklaring te krijgen. Die enkel italiaans sprak. Ze hadden blijkbaar een fout gemaakt en onze plaats aan een andere (Franse) boot toegewezen. En gezien er echt geen andere plaats meer over was, hebben ze ons de plaats gewezen van…….de zeevaartpolitie😱. 
Geen probleem zegt ie. Als ze komen moet je maar zeggen dat je een probleem met de motor hebt. Oplossing op zijn italiaans. Gelukkig geen politie gezien. 

We zijn ’s avonds gaan eten en bij onze terugkeer lag onze boot niet aan de ketting…. 

Enig voordeel: we moeten hier niets betalen.

À propos, Le Castella was echt de moeite waard als stopplaats. Op een klein schiereiland palend aan het dorp ligt een prachtig gerestaureerd Aragonees kasteel. En vanop de vele terrasjes, die uitkeken op dit kasteel en de zee konden we ook nog genieten van een mooie zonsondergang. Le Castella ligt in een maritiem natuurreservaat, met mooie stranden aan beide zijden van het dorp. Waarschijnlijk een ideale vakantiebestemming voor de Italianen ( met uitzondering van een paar Engelsen, en een koppel Belgen die op een illegale plaats waren aangemeerd, merkten we daar geen buitenlanders). 

Vrijdag 15/9 Le Castella – Crotone

We hebben Le Castella vroeg verlaten, om het lot ( of de Guardia Costiera) niet te tarten. Nogmaals 35 mijl naar Crotone. Het grootzeil was aangepikt, maar we hebben het niet moeten hijsen. Er was nauwelijks wind. En dankzij de vlakke zee hebben we nog een paar kleine dolfijnen kunnen bespeuren. En kwallen (“spiegelei-kwallen”, blijkbaar niet gevaarlijk voor de mensen, maar ik zou er toch ver van blijven).

We hadden 2 dagen geboekt in de Marina Kroton Club, mede dankzij de weer meer democratische prijzen die hier worden gehanteerd. Het was nochtans een modern gebouw, met mooie moderne douches waarop niets aan te merken was. 

In de namiddag naar de oude, ommuurde binnenstad gewandeld, in de stille hoop daar een gezellig terrasje te vinden.

 Het enige wat we daarover willen melden is dat het een zeer lastige beklimming was, onder een 30°hitte, en er nergens terrasjes te bespeuren waren. Maar wie zoekt die vind,…..

Zaterdag 16/9: Crotone

Nog eens de boot gekuist en in de late voormiddag naar een supermarkt gegaan, op aanraden van de havenmeester, omdat ze op de kade leveren. De winkel was echter niet veel soeps, met beperkt assortiment, niet goedkoop, maar ideaal om volumineuze inkopen, voornamelijk waterflessen (en bier), naar de boot te brengen. Tot we achteraf zagen, op de rekening, dat dat grapje ons w2525€ extra kostte, we hadden geen prijs vooraf afgesproken, stommerikken die wij zijn. We zouden het noooit leren met die Italiaanse afzetters. Maar onze voorraad is terug aangevuld. Hiermee geraken we tot in Griekenland. Ik had voor morgen telefonisch al een plaats gereserveerd in Ciro Marina, op een 17 mijl varen van Crotone. Dit is de haven die het dichtst bij Galipoli (onderaan in de hiel van Italië) ligt. Dat wordt dan wel een lange oversteek, maar dan zijn we nog maar één haven verwijderd (Santa Maria di Leuca ofwel Otranto) van het eerste Griekse eiland. Nu nog ligplaatse bekomen, want ik heb er al heel wat tijd ingestoken, maar men vertikt het daar om te antwoorden op mijn mails, of op de verzoeken via Navily, of om de telefoon op te nemen. We zien wel. En anders gaan we voor anker, want het zal de volgende dagen rustig weer blijven.

Zondag 17/9: Crotone – Ciró Marina

We hadden vandaag geen wekker nodig. Om 7u werden we gewekt door een gekwebbel van vrouwen, dat voortdurend in volume toenam. Wat bleek? Vandaag had de club van de marina een wedstrijd zeehengelen voor de vrouwelijke leden georganiseerd. Om 7u was het verzamelen aan het clubhuis (waar onze boot tegenaan lag), en om 7u30 vrtrokken ze op zee. En werd het weer oorverdovend stil. Nu we toch wakker waren op ons gemakskes ons op een uitgebreid zondagochtendontbijt aan boord getrakteerd. En dan uitgevaren naar Ciro Marina, zoveel mogelijk op zeil. Dit is, weeral, geen marina, maar een visserhaven met een paar steigers voor plaatselijke motorbootjes en één voor een zeilschooltje. Het was iets over de middag toen we dicht bij de haven waren en ik de vriendelijke man, zoals afgesproken, opbelde om te zeggen dat we binnen  10 minuten zouden binnenvaren. Aan het achtergrondgeluid te horen denk ik dat de man juist aan het eten was, maar hij maakte er geen probleem van, en hij zou onmiddellijk afkomen. En inderdaad, toen we aan de steigr van de zeilschool kwamen deed hij ons teken dat we ons tussen een motorboot en een kleine zeilboot moesten persen. Met de nodige voorzichtigheid lukt dit zonder schade te berokkenen. We hadden toch een ligplaats. Toen we rond om ons keken telden we in totaal 4 masten, inclusief de onze. Dit was inderdaad geen jachthaven. En voor ééns waren wij de boot met de hoogste mast…

Na de lunch aan boord gewandeld langs de kade, die toch nog wat de charme had van een vissershaven, tot aan het kiezelstrand. Het water was lauw, zat vol met kwallen en de kiezels deden zeer aan ons voeten. Een terrasje leningde de pijn.

En ’s avonds barslecht geslapen, wegens een veelheid van muggen in onze slaapkamer. En ’s morgens moesten we vroeg op ☹️.

Maandag 18/9: Ciró Marina – Gallipoli (Marina Bleu Salento)

Het was dus lastig opstaan, om 5u30. We hadden 55 mijl te varen.

Toen we de trossen losgooiden was het nog donker. Het was quasi windstil in de haven, maar na een kwartiertje begon de wind aan te wakkeren en werd het vlug 12-14 knopen. Zalig om weer te kunnen zeilen. En dit bij een mooie opgaande zon.

Maar na een tweetal uurtjes was het mooie liedje uit, zoals ik ook op de weerkaarten had gezien, en moesten we de rest van de tocht op motor. Tijd zat dus om onze digitale krant en weekbladen te lezen (waarvoor we tot dan toe geen tijd hadden gevonden – druk bestaan hé, dat zeilersleven). En de blog bij te werken.

Rond 16u voeren we de haven van Gallipoli binnenvoeren. De marina Bleu Salento lag dicht bij de oude, deels ommuurde stad, op een eiland gelegen, met een brug verbonden met het vasteland en de moderne stad met een spuugelijk hoog modern gebouw, dat vloekte met het uitzicht van de oude stad. 

En wij zouden ook vloeken.

Toen ik in de marina de ormeggiatori met de VHF opriep voor assistentie bij het aanmeren, beetten ze mij toe dat er geen plaats was. En toen ik hun duidelijk maakte dat ik gereserveerd had, en hiervoor een bevestiging via mail van een zekere Valentina had ontvangen, bleven ze stellen dat de haven volzet was. Maar gelukkig bleef ik aandringen en zeggen dat wij geen altrnatief hadden en zij dus voor een oplossing moesten zoeken. Ik mocht “stand-by” blijven, bleef dus dobberen voor de steigers en, oef, een paar minuten later zagen wij 2 gasten te zwaaien en wezen ze ons naar een blijkbaar toch nog vrije plaats, aan het einde van een ponton. Dus dan toch.

Maar voor de rest bleven die ormeggiatori (ze waren met 4) super onbeschoft. Blijkbaar, volgens de Navily-community, was deze marina ervoor gekend, evenals nog een paar andere in de buurt. En toen we later langs de pontons liepen zagen we dat er nog meer vrije plaatsen waren. En zagen we de 4 nietsnutten in het barretje van de haven aan een tafel wat kletsen. Misschien hadden we de heren gewoon gestoord bij hun gezellig onderonsje?

’s Avonds nog een wandeling gemaakt in het mooie, weliswaar toeristische, oude stadsgedeelte en er nog een lekker visje gegeten. We nemen stilaan afscheid van de lekkere Italiaanse keuken.

19/9: Gallipoli – Santa Maria de Leuca

We hadden graag nog een dag langer in Gallipoli gebleven, wat ook het oorspronkelijke plan was. Maar ik hield zoals steeds de meteo in de gaten, en er was een kans dat het eind van de week in de Ionische zee een serieuze noorderwind zou opkomen. Niet ideaa om dan de oversteek te doen naar de Ionische eilanden.

En als we dan toch een paar dagen tot een week moeten blijven liggen in een haven, dan verkozen wij toch Korfoe. Anders zou het op het einde, vóór onze terugkeer naar België, nog rushen worden.

En daarom lieten we in de voormiddag, na toch nog een korte wandeling, Gallipoli en hun gastvrije marina, achter ons en koersten we naar onze laatste Italiaanse etappe, Santa Marai de Leuca.

Het was weeral zonnig en heet, en het eerste deel,van de tocht van 28 mijl moesten we op Motor varen. Maar dan kwam er toch juist genoeg wind op en konden we de rest aan 3 beaufort op een aandewindse koers heerlijk zeilen, tot aan de marina.

Ik had gisteren bevestiging ontvangen dat er voor ons een ligplaats was gereserveerd, en was zeer benieuwd welke toestanden we nu zouden meemaken.

Maar alles verliep supervlot, we kregen een mooie ligplaats en de ormeggiatori waren zeer behulpzaam. Het stadje is, zeker in de zomer, een drukke badplaats met zeer veel obligate horeca langs de kade, maar had toch een zekere charme.

En ook de pizzeria, ons aangewezen door de havenmeester had iets, vooral beklant door Italianen, aan zeer democratische prijzen en lekker..

Morgen varen we naar het dichtsbijgelegen Grieks eiland, Othonoi.

Ciao Italia.

8 dagen in Riposto wegens de ”medicane” Daniel

4/9: Riposto

De wind begon de volgende dag al verder aan te wakkeren en zou stilaan met 30 knopen langs de kust waaien en 40-45 in het midden van de straat van Messina. Goed om een goede week te blijven liggen, een paar fikse regenbuien te ondergaan (terwijl België afstevende op een late hittegolf), en van de gelegenheid te profiteren om enkele Siciliaanse steden te bezoeken , met het openbaar vervoer, die we niet met de boot zouden aandoen. We zouden er het beste van maken.

Maandag, 4/9. Het woei al hard vandaag, tot 26 knopen in de haven. Het was zonnig vandaag, maar tegen de avond besloten we toch de zonnewerende zeilen binnen te pakken. De wind trok er echt teveel aan, zodat ze dreigden te scheuren. We hadden tijd zat om de boot op te ruimen, boodschappen te doen, en in de late namiddag (want anders veel te warm), gewapend met onze badpakken terug naar het strand te wandelen, voor een frisse zwempartij. Neen dus, want daar aangekomen zagen we hoe de golven beukten op het strand, waardoor rvzich niemand (ons inbegrepen) zich in het water waagde. Gelukkig konden we in een nabije strandbar in de schaduw van het stormachtige schouwspel genieten.

Op 5/9 bezoek aan Taormina

Het station van Riposto lag op een 25 minuten wandelen vanaf de haven. Goed dus om onze stappenteller blij te maken.

Met de trein konden we alle interessante steden in het zuidoosten en zuiden van Sicilië bereiken. En, meestal, reden de treinen in Sicilië redelijk stipt. Met de trein dus naar het station van Taormina, dat aan zee lag. Het oude centrum lag echter hoog boven ons. Gelukig waren er shuttlebussen, want een beklimming van meer dan een half uur zagen we met een hitte van meer dan 30° niet zitten. Boven aangekomen opteerden we om eerst het antieke theater , dat boven de stad lag, te bezoeken. Het bleek nog relatief goed bewaard, alhoewel niet te vergelijken met het prachtige theater van Carthagena in Spanje. En het werd nog continu gebruikt om optredens en concerten te organiseren. Spijtig genoeg werd daarom de aanblik ontsierd door moderne zetels in het halfrond, een nieuw podium, en overl licht- en klankinstallaties. Zo verloor het veel,van zijn antieke charme, maar toch de moeite van ons zweet waard.

De rest van de dag rondgekuierd in het oude, goed geconserveerde stadje. En dus terug een overvloed van horeca, obligate toeristensnuiterijzaken, maar ook peperdure kleren en juwelenboetiks. Want Taormina heeft terecht de faam van de meest mondaine stad van Sicilië te zijn. Maar het was gezellig en niet (te) druk.

De terugkeer veliep wel iets chaotischer. De shuttlebus liet zeer lang op zich wachten, niemand in het busstation kon of wou zeggen waar en wanneer die zou arriveren. En intussen stroomden de toeristen naar de stopplaats. Meer dan er op de bus zouden kunnen. En toe er eindelijk een bus aankwam, brak er een stormloop uit naar de ingang van die bus. Ik had geluk dat ik toevallig dicht bij die ingang te wachten stond. En er dus, mits toch het nodige gedrum, in geraakte. Ann, die wat achter kwam, zag dat ze het niet zou halen, en stapte dan maar achterin de bus in, samen met een bende anderen. De buschauffeur had dit echter in de motten gekregen en stormde naar de achterkant en zette alle “illegalen” uit de bus, zodat ze weer vooraan moesten aanschuiven. Ann werd dit lot echter bespaard, want bij het binnenstappen had ik een paar woorden met hem gewisseld, zodat hij mij herkende als een reglementair opstapper en dus maar moest aanvaarden dat zij met mijnwas opgestapt. Oef.

Omdat een ongeluk ( of in dit geval tijdverlies) nooit alleen komt, had onze trein dan ook nog meer dan een uur vertraging. Ergens langs de dporen woedde er een brand, zodat hij tijdelijk niet kon rijden. 

En ’s avonds begon het dan nog bakken te regenen.

Woensdag, 6/9.Riposto

Het regende tot een stuk in de namiddag. Een dagje nietsdoen dus, wat lezen en een paar boodschappen doen.

Donderdag 7/9: Riposto met bezoek aan Catania.

Het was weer droog, de zon begon weer te schijnen. Goed dus voor een bezoek aan Catania.

Deze stad heeft een rijk verleden. Getuige hiervan de indrukwekkende kathedraal, (vooral de grootte wekte indruk, maar getuigde binnen toch niet van adembenemende schoonheid). En de prachtige palazzi (wij bezochten het Palazzo Biscari uit de 17de eeuw en konden er 7, nog originele kamers bezoeken. Het paleis telt meer dan 600 vertrekken, maar die worden nog grotendeels bewoond door 10 families van afstammelingen van de oorspronkelijke eigenaars). We bestegen ook de meer dan 150 treden naar de het balkon van de  koepel van de benedictinessenabdij met als beloning een prachtig zicht op de stad, de haven en de dreigende Etna. En er was ook nog de Bellini-opera, de universiteitsgebouwen, het Ursino- kasteel, enzovoort. 

Maar we zagen ook bij het wandelen van en naar het station, dat het rijke verleden van Catania ook grotendeels voorbij is, dat er buiten het mooi gerestaureerde centrum nog meestal armoe troef is, zoals in de meeste Italiaanse grootsteden in het Zuiden, waar de palazzi zijn verbouwd tot verpauperde appartementen, waar hele wijken door immigranten zijn ingenomen.

Maar toch blij dat we het gezien hebben. Met dank aan “Daniel”.

Vrijdag 8/9: Riposto met bezoek aan Syracusa

Een bezoek aan Syracusa stond ook op onze bucketlist.

En daarvoor hadden we er wel een anderhalf uur durende treinrit voor over. Het oude centrum van de stad lag op een kwartiertje wandelen van het treinstation. De stad gaf al een veel meer verzorgde indruk dan bijvoorbeeld Catania, met goed onderhouden, bijna vuilnisvrije straten en alle gebouwen in relatief goede staat. Vanuit de trein hadden we gemerkt dat er in de omgeving nogal wat petroleumindustrie actief was, en dat zal wel de reden zijn van deze ogenschijnlijke welstand.

De oude stad is gekenmerkt door een doolhof van straatjes waar zelfs wij, ervaren navigatoren, na een 10-tal minuten stappen alle orïentatie kwijt waren. Maar zo ontdekten we leuke straatjes en pleintjes. Echt boeiend. En na lang dwalen kom je dan uit op de Plaza del Duomo, om de kathedraal van Syracusa te bewonderen. Een merkwaardig gebouw. Opgetrokken op en rond de dorische tempel van Athene, waarvan je de zuilen nog ziet uitsteken in de binnen- en buitenmuren. Dit was een tijdje een Byzantijnse kerk, dan een moskee en vervolgens een kathedraal. Een uitzonderlijk bouwwerk. 

Na het bezoek aan de dom nog een lichte hap op het terras van het beroemde Café del Duomo’ om dan verder te (ver)dwalen in het stadje, met geregeld zicht op zee, waar we de golven zagen inbeuken op de stadsmuren. Inderdaad, nog geen zeilweer.

Zaterdag en zondag 9 en 10 september. Riposto

Maandag zou de wind voldoende geluwd zijn om terug de oversteek naar Calabrië te maken. Tijd genoeg dus om te wandelen, wat inkopen te doen, te lezen en te luieren, een paar (mislukte wegens te hogegolven) pogingen om te zwemmen. Relaxed afscheid van Sicilië.