Met 4 volwassenen en 2 kids aan boord: moet er nog meer leven zijn?

26/6: San Vito – Palermo

We vallen in herhaling: op motor. En dus weeral een serieuze scheut olie bijkappen. In de vooravond aangekomen in Palermo, waar we uiteraard terug bij Galizzi hadden gereserveerd. En van een heerlijke douche konden genieten. En dan terug naar de dichtbij gelegen Familia-supermarkt. Terug proviand inslaan om in alle noden te kunnen voldoen van Ann-Sophie en Johan, en vooral hun 2 hongerige, snoepgrage kids. Inkopen werden weer tot aan boord gebracht. Maar ondanks het feit dat ik al 5€ aan de supermarkt had betaald, eiste dezelfde bezorger als vorige kaar, toen ik hem ingevraagd 5 euro fooi had toegestopt, 10€ “ fooi”. Zijn uitleg: door een politieactie waren alle straten rond de haven afgezet, zodat hij te voet, met een volgeladen winkelkar, onze inkopen naar de boot heeft moeten brengen. Ik heb na heel wat discussie dan toch maar betaald. En ’s avonds een vlammende kritiek op Google geplaatst over de service van supermarkt Familia in Palermo. Ben benieuwd hoe ze daarop greageerd hebben.

Dinsdag, 27/6: Palermo – Cefalú 

Toch geen ligplaats meer gereserveerd bij het olijke trio Salvatore, Roberto en Diego. Raad waar ze ons nu een plaats zouden geven. 

Marina Yachting Cefalù had tenminste echte pontons voor zeilboten, maar geen eigen sanitair (dus morgenochtend weer een kleine wandeling naar de kleine bar aan de haven voor een koffietje en een kakske) én een gratis shuttle naar de oude bovenstad. Dat laatste was misschien slecht voor onze stappenteller , en onze conditie opbouw. Maar toch supergemakkelijk. En ’s avonds lekker gegeten in restaurant La Brace, dat vroeger nog vermeld was in de Michelin, want op de deur hing er nog een sticker…van 2012. Nu nog steeds een gezellig restaurant in een kleine zijstraat, ver genoeg verwijderd van de drukke straten waar toeristen worden afgetroggeld. Lekker en zeer betaalbaar. 

Woensdag 28/6: Palermo – Capo d’Orlando

Terug een zonnige dag en zelfs wat wind zodat we toch een deel op zeil hebben kunnen varen. Een verademing. Het was midden van de week. En dat zagen we in de marina. De helft van de ligplaatsen was niet bezet. De charterboten waren nu rond de Eolische eilanden aan het varen. En geen luis te bekennen op de terrasjes rond de haven. 

Donderdag 29/6: Capo d’Orlando

De technieker van Multinautic was er om 9u, zoals beloofd (quod??? We zijn hier toch in Italië?). Hij had 10 minuutjes nodig om het euvel te herstellen. Die prutsers in Fiumicino hadden, bij het onderhoud van de motor, de oliefilter niet goed aangedraaid, zodat hij begon te lekken als de motor draaide! Elke lezer met een beetje verstand van techniek, begint hier dus te schaterlachen. Graag toch een beetje medelijden voor een technische zero….

Vrijdag 30/6: Capo d’Orlando – Portorosa 

We hadden plotseling tijd over! Ik had immers 5 dagen uitgetrokken voor de reparatie (meestal zijn de techniekers niet van hun woord, moeten terugkeren met andere specialisten, moeten wisselstukken bestellen, enz… aan zo een toestanden had ik mij verwacht. Niet dus). Maar nu konden we toch nog wat verder varen, voordat we terug naar Lipari zouden gaan. En dus rond de middag Capo verlaten, en koers gezet naar Portorosa. We hadden indertijd deze marina uitgekozen om onze boot van half juli tot eind augustus achter te laten, omdat de steigers er zeer beschut liggen, ietwat landinwaarts. Onze boot zou daar veilig liggen. Zeker beter dan in bijna alle andere havens, waar de deining veroorzaakt door ferry- en andere boten de boten aan hun touwen doet trekken en ze dreigen tegen het ponton te botsen. 

Bij het binnevaren van Portorosa

Maar het moet gezegd: de marina had betere tijden gekend. In de jaren ’80 was dit een prestigieuze ontwikkeling waar een haven met een wirwar van kanaaltjes in het moeras was uitgegraven, en daarrond huizen, appartementen, hotels, winkels en horeca.  Het grote 4-sterren hotel stond intussen al leeg, de eerste verdieping van het winkelcomplex was volledig verlaten en lag er haveloos bij, en ook op het gelijkvloers waren heel wat winkelruimtes tevergeefs op wacht naar een nieuwe huurder. Maar toen we arriveerden was het vrijdag, de grote wisseldag van de charters (  Portorosa was nog een grotere charterhaven dan Capo d’Orlando). Alle charterboten moesten de vrijdagavond terug naar hun thuishaven, want zaterdagavond kwamen de nieuwe bemanningen al aan boord. En elke boot moest gecontroleerd worden op mogelijke schade ( niet onterecht, want we hebben geregeld gezien dat die huurders niet altijd over voldoende zeemanschap beschikken, om het zacht uit te drukken). En dan volledig schoongemaakt en voorzien van vers was- en beddengoed. Vandaag en morgen zouden de terrasjes wel vol zitten. Enfin, ik denk dat enkel dankzij deze chartermaatschappijen de haven en de overblijvende winkels en horeca nog kunnen overleven. En dus in de korte periode van drukte er zoveel mogelijk inkomsten moeten uithalen…aan dito prijzen. We hebben dan maar aan boord een aperitiefje gedronken en gegeten.

Zaterdag 1/7: Portorosa – Milazzo

We gaan nog een nieuwe haven en stad ontdekken: Milazzo. Dicht bij de straat van Messina, waar we in het najaar door moeten om onze tocht naar Korfoe verder te zetten. En het was mooi varen naar Milazzo hoofdzakelijk onder zeil. En met wisselende windrichtingen die rond dit schiereiland kronkelden. Weinig tijd, zoals in de vorige routes wel het geval was, om onze weekend krant met bijlages te lezen. Om de haverklap moest het enige aanwezige bemanningslid mij bijstaan bij het overstag gaan of te gijpen. Maar het was wel zalig varen, onder een stralend zonnetje. 

Milazzo is een rustig stadje, met vooral activiteit wannneer één van de vele ferryboten aanmeert of vertrekt naar Messina, Napels, Palermo, Lipari, Vulcano ,…

De enige marina waar we nog plaats hadden gevonden lag dicht bij de ferryhaven, maar was toch grotendeels beschut. Weinig deining van de ferryboten. Dicht bij het centrum. En met volwaardig sanitair. Er was wel weinig manoeuvreerruimte om aan te leggen. Het is een kleine haven, met veel boten. Maar dankzij wat hulp van het motorbootje van de haven toch vlot aangemeerd, aan een , zeldzaam, vingerponton. 

Zondag 2/7: Milazzo.

Het wordt warm. In het volledige zuiden van Europa heerst al een hittegolf, en ook wij gaan er niet aan ontsnappen. De warmte wordt stilaan hitte, de 30 graden op onze thermometer wordt een constante. Gelukkig zorgt het water nog voor voldoende koelte in de nacht. 

Maar onze verkenning van Milazzo was toch een hete onderneming. We zijn door het schiereiland gewandeld, tot aan de citadel maar in plaats van die te bezoeken zijn we rechtsomkeer gegaan op zoek naar een terrasje met voldoende schaduw. Gevonden aan de kant van de zee.  Zelden heeft een frisse pint zo gesmaakt.

Milazzo

Ook voor de late lunch zochten we schaduw, die we vonden in een zijstraat, waar een restaurant quasi het volledige straatje had ingenomen met tafeltjes, die door de hoge gevels aan de overzijde, van de zon beschut waren. Ja, de tijd dat we vloekten omdat het weer al eens regende of dat we een pull moesten aantrekken lag achter ons. En we zouden er nog met weemoed aan denken terwijl we iedere dag de temperatuur zagen stijgen. Morgen gaan we naar de eilanden. Hopelijk staat de thermostaat daar wat lager. De temperatuur in de boot steeg nog wat verder, want ik moest nog spaghettisaus maken om aan onze arriverende toeristen te reserveren. Het plan om ook pannekoeken te bakken hebben we wel afgeserveerd.

Maandag, 3/7: Milazzo – Lipari

Eerst nog de laatste boodschappen gedaan. De prijzen in de winkels op de eilanden liggen een serieus stuk hoger dan hier, op het vasteland. Met een goedgevulde koelkast dan rond de middag koers gezet naar het eiland Lipari. Op motor. Onder een verschoeperende zon. 

Daar aangekomen hadden we nog ruim de tijd om onze boot in te richten voor de ontvangst van onze volgende gasten. Gezien de kids in de kajuist moesten slapen was het wel wat gepuzzel om al ons gerief een plaats te geven. Het kostte nogal wat vindingrijkheid, veel gesleur, maar uiteindelijk waren we tevreden met het resultaat. De Arwen was klaar om onze vier nieuwe gasten te ontvangen.

4/7: Lipari – aankomst van onze nieuwe gasten

En dan , de volgende dag, met de gratis taxi van de jachthaven naar het centrum. Serieuze tijdsmarge, want we wilden zeker op tijd zijn als de ferry met onze gasten zou aanmeren. Tijd dus voor een lichte lunch en dan naar de steiger, waar de ferry uit Milazzo stipt arriveerde, en we op de steiger 2 kleine gastjes op ons zagen aanstormen, vergezeld van hun ouders, Ann-Sophie en Johan, die het ook zagen zitten.
Toch een klein minpuntje: Sebas was wat ziekjes, wellicht weer een of andere ontsteking. Niet erg, maar moest toch preventief worden behandeld. Een telefonische raadpleging met de huisarts leverde een voorschrift op voor een antibioticum. De apotheken waren ook hier echter gesloten tot 17u. Tijd voldoende dus om een korte wandeling te maken. Kort, want het was het warmste deel van de dag. Gelukkig waren de terrasjes niet gesloten….

Het had wel geen zin om tot 17u in het stadje rond te lummelen of een uitgebreide kroegentocht aan te vatten en daarenboven waren de gasten zeer benieuwd hoe hun logies op de boot er zou uitzien. Dus met de taxi én met alle bagage terug naar de jachthaven, naar de Arwen. Johan en ik zouden dan later, met de fietsjes, terug naar stad rijden wanneer de apotheken terug geopend zouden zijn. Voor de kids was alles nieuw en dus spectaculair. Slaapplaatsen werden goed bevonden. Duidelijk nog de regels uiteengezet: op zee altijd zwemvestjes aan, (voor alle eerlijkheid, in de loop van het verblijf en gezien de rustige zee, werd die regel minder en minder rigoureus toegepast) en zelfs op de wal, en voor zover we nog in de haven waren, moest Leo, die nog niet echt kon zwemmen, steeds zijn zwemgordel aanhouden (wat, zoals later zal blijken, wel verantwoord was). De visnetjes, die Ann voor de 2 jongens had gekocht, waren onmiddellijk een voltreffer. Vooral Leo was vanaf nu op elk moment van de dag als het maar enigszins kon, aan het vissen met zijn schepnetje. En had zelfs geregeld beet.


Leo en Sebas en hun
onafscheidelijk visnetje

Tegen 17u fietsten Johan en ik terug naar Lipari stad. De eerste, en ook de volgende apotheek had geen Augmentin in voorraad. Het begon er bedenkelijk uit te zien. Maar de derde, en laatste, pillendraaier was van het meer creatieve soort en vond na wat opzoekingen een antibioticum met dezelfde samenstelling, die hij wel in voorraad had. We namen het mee maar kregen van hem toch nog de raad om de huisarts te vragen of dit OK was en om de dosis na te checken. Wat we dus braafjes, vanop een lekker terrasje , hebben gedaan.

En dan terug naar de boot voor de eerste avond, met spaghetti, aan boord.

Woensdag, 5/7: Lipari (White Beach Lido)

Een eerste tochtje, om het te leren. Er was nogal wat wind, zoveel zelfs dat er “niet te scheef” werd geroepen, dat ik een reefje moest steken, en in plaats van naar Vulcano, wat een aandewindse koers betekende, rechtsomkeer maakte en met een ruime wind naar een strand en ankerplaats meer in het noorden koerste, de White Beach Lido.

Ons Rocna-anker deed het wonderwel, en bij de eerste poging lagen we al goed vast in de zanderige bodem. Daarvoor hadden we Johan mee, die vanaf nu bij elk voor- anker -gaan het water in dook om het anker te checken. Het was een van de vele perfecte dagen, volop zon, het water had een mooie temperatuur en was zo helder dat snorkelen een waar festijn was.

Ook de kids waren in hun sas, en bijna niet uit het water te krijgen. We konden ook vaststellen dat Sebas een echte waterrat was en nu zelfs leerde snorkelen. En met de dinghy, roeiend, naar de oever varen en daar nog wat op het strand spelen maakte het compleet.

En om het nog completer te maken: toen we terug aan boord waren, verscheen de “frisco-boot” ofte een varende ijskar. Het kon niet meer stuk.

Donderdag 6/7: Lipari (uitstapje naar Vulcano) – Salinas

Voor anker in de “Porto di Poniente”, in feite een prachtige, beschutte baai op het vulkaaneiland Vulcano, aan de kant van het schiereiland omgeven door wat restaurantjes met ligstoelen op het zwarte lavastrand. Terug weer de nodige waterpret, totdat die bedorven werd door een luid geschreeuw van Johan: hij was geneteld door een parelkwal, en iedereen moest het geweten hebben. Eens terug aan boord ( dat ging vlug) hebben we zijn stekende bovenarm rijkelijk met witte azijn ingewreven en vervolgens nog behandeld met zalf voor muggenbeten. We hadden al de vorige keer, toen we met Evelyn en Maxim ook met kwallen waren geconfronteerd, op internet al wat research gedaan. Blijkbaar was dat ook de goede behandelmethode, want na 2 dagen was de schade grotendeels hersteld.

Maar voor de rest van de dag had Johan toch geen zin meer om de boot te verlaten en zijn Ann en ik met de 2 kids dan maar met de dinghy naar het strand gevaren. We wilden hun toch eens de uit het zeewater opborrelende gassen van de vulkaan tonen, aan de andere kant van het smalle schiereiland.

Sebas tussen de opborrelende vulkaanbronnen

En hen uiteraard vergasten op een ijsje. In de late namiddag voeren we dan naar de volgende haven, Salinas. Na een korte verkennende wandeling door het dorp terug naar de boot,  waar Leo terug zijn viskunsten kon botvieren (en beet had). Sebas, de boekenwurm, hoorden we niet, verborgen achter zijn zoveelste leesboek. 

Vrijdag, 7/7: Salinas (Uitstap naar Lingua)

Lingua, een klein vissersdorpje een paar mijl ten zuiden van onze haven was onze volgende uitstap. We ankerden dicht bij het strand ( te dicht, want de kustwacht maande ons aan wat dieper in zee opnieuw te ankeren, wat we braafjes hebben gedaan) en konden dan met de dinghy naar het kleine haventje varen waar we konden zwemmen in een soort natuurbad, beschut van de open zee door rotsen. Heerlijk warm water, en nu op onze hoede voor die slijmerige ronde beestjes. Er waren er wel, maar met wat opletten (Johan werd gepromoveerd tot kwallenwachter, en was voor deze taak , gezien zijn ervaringen van gisteren, zeer gemotiveerd) was zwemmen wel mogelijk. En zo zou dat vanaf nu alle dagen zijn: we konden wel zwemmen, maar steeds die venijnige beestjes in de gaten houden. In late namiddag terug naar de haven van Salinas. s’Avonds kregen Ann-Sophie en Johan “vrij”. Samen zouden ze een avondje stappen in Salinas, wat blijkbaar heel goed meeviel, inclusief een muzikale finale op het terrrasje van een kleine kroeg naast het strand. En wij zouden “babysitten”. Sebas hoorden we niet, want die was terug verzonken in zijn leesboek. En Leo terug aan het vissen met zijn schepnetje. Superenthousiast. Zo enthousiast zelfs dat hij, door een te grote zwaai met zijn visnet, met klikken en klakken in het water belandde. en kopje onder ging. Gelukkig met zijn verplichte zwemgordel aangegespt. Ann was er onmiddellijk bij om hem vast te grijpen. En een buurman op een andere boot was er nog sneller dan ik bij om het ventje uit het water te hijsen. Nog in schock vroeg hij, huilend, om het zeker niet aan zijn mama en papa te zeggen want anders zou hij niet meer mogen vissen. We hebben het hem dan ook beloofd, zo ook zijn broertje Sebas.

Zaterdag, 8/7: Salinas (Spiaggia della Pollera).

Zoals verwacht, was het eerste wat Sebas de volgende ochtend deed,  het volledige relaas van Leo’s wedervaren aan zijn ouders vertellen. Gelukkig voor Leo konden we er allen zeer goed met lachen en werd de kleine op het hart gedrukt dat hij verder mocht vissen, mét zwemvest. Wat het ventje , superblij dat hij was dat hij verder zou mogen vissen, knikkend beaamde. Knipoog.

Spiaggia della Pollera stond vandaag op het programma. Een klein tochtje, op motor, tot aan de andere NW-zijde van het eiland. Een wondermooie baai, langs drie kanten ingesloten door hoge klippen en aan de zeezijde nog een rots die uit de zee optorende. We waren daar wel niet alleen. Maar het was een prachtige ankerplaats waar we het grootste deel van de dag zouden blijven. En terug van het zalige , bijna kwallenvrije, water k9nden genieten. Wegens instortingsgevaar van de afbrokkelende klippen konden we met onze dinghy niet aan land gaan. Maar no problem. We hadden alles aan boord om het leven aangenaam te maken.

‘s Avonds was het aan onze beurt om met zijn 2tjes uit te gaan eten. Onze keuze was snel gemaakt. Terug naar ”Nni Lausta”, waar we de vorige keer zo lekker hadden gegeten. En d3 chef herkende ons onmiddellijk, leidden ons naar het mooiste tafeltje op het mooie terras onder de bomen, gaf ons een rondleiding op de aanpalende moes- en kruidentuin waar alles vers op de borden verscheen, en werden we vervolgens supergoed bediend en smaakten de 3 door hem gesuggereerde gerechtjes overheerlijk. En op het einde werden we nog getrakteerd op een ijskoude royale limoncello. Onvergetelijk.

Zondag 9/7: Salinas – Panarea

Het was de bedoeling dat we vandaag, na onze vruchteloze poging vorige maand, het ”Saint-Tropez van Sicilië” zouden bezoeken. De tocht naar Panarea ging deels op zeil, maar vooral op motor, met een eerste stop bij Cala Junco. Terug een zeer mooie baai die terug het nodige waterplezier opleverde. En dan in de namiddag naar Panarea-“stad”, waar we naast de boeitjes (150€ per nacht, asjeblief) het anker (gratis) konden uitwerpen. Met de dinghy allen aan land op verkenning.


Panarea

OK, er zijn inderdaad wel een aantal poshy shops, wat duur ogende horeca met dito terrasjes, chique hotels en villa’s verdoken achter witte muren, maar het geheel was niet onaangenaam. Maar wel superheet. Ik kan dus geen relaas geven over het volledig stadje, want snel hebben we afgehaakt en onze wandeling beëindigd op een gezellig terrasje aan de havenkant waar we, tot onze verrassing, een frisse pint konden savoureren aan normale prijzen. Geloof toch niet alles war men jou in de gidsen wil wijsmaken.

We hebben wel aan boord gegeten, die avond. Onze sponsoring van de horeca kent ook zijn grenzen. En aan boord hadden we ook tijd om onze volgende uitstap voor te bereiden. Stromboli wordt ons volgend hoogtepunt. Volgens onze reisgidsen moesten we ’s avonds zeker gaan eten in restaurant l’Osservatorio, dat dicht bij de Sciarra del Fuoco lag, de weg langs waar, bij een grote eruptie, de lava uit de Stromboli naar zee vloeide. Dus voor morgenavond daar een tafel voor ons allen gereserveerd.

Maandag 10/7: Panarea – Stromboli

De kids waren superenthousiast: we gaan naar een vulkaan. We verlieten onze ankerplaats, intussen met een  supergeroutineerde bemanning, en zetten koers naar het eiland Stromboli. Het was een rustig (motor-) tochtje, met vooral uitzicht op megajachten die rond Panarea voor anker lagen.

Een historisch jacht voor anker bij Panarea

Het moet gezegd worden, wij, als eenvoudige zeilers, hebben nog nooit zoveel rijkdom, door boten geëtaleerd kunnen aanschouwen. Waar halen al die gasten hun rijkdom vandaan? En hebben ze er vooraf al de voorziene belastingen betaald, zoals wij dat altijd braafjes hebben gedaan? Telkens opnieuw stellen we ons die vraag als we weer een jacht van 10, 50, 100, 500 miljoen$ voorbij zien varen. 

Stromboli kwam in zicht.

Stromboli in zicht

We naderden de Sciara del Fuoco, de straat van het vuur. Op algemeen verzoek zijn we  daar meer dan een uur surplace blijven liggen. Met uitzicht op de regelmatige uitbarstingen van de Stromboli, die telkens begonnen met een rookwolk, en dan een golf van brokstukken, die vanuit de krater werden uitgespuwd en dan via de Sciara del Fuoco naar beneden denderden om uiteindelijk in zee, rechtover onze boot te belanden. Het bleef een adembenemend schouwspel, kids, en vooral Ann-Sophie werden  super excited. Het was pas na wat aandringen dat we dan toch deze spot hebben verlaten en verder koers gezet naar ons einddoel voor deze dag, het dorpje Stromboli. We hadden daar een (duur) boeitje gereserveerd waar we onze boot konden aanmeren en waar we ook konden profiteren van een watertaxi, die ons volledig gezelschap naar en van de oever naar de boot bracht.

Gisteren had ik een  tafel gereserveerd in het restaurant L’ Ossevatorio, om vandaaruit eventuele erupties van de Stromboli te kunnen aanschouwen. Maar toen ik mij wou informeren hoe we daar zouden kunnen geraken, bleek er zich wel een klein probleempje voor te doen: tengevolge van een recente uit de hand gelopen eruptie was de weg naar dit restaurant volledig vernietigd. We konden er enkel geraken na een pittige wandeling van ca 1 u……. Niet dus. Ik heb zelf geen beraadslaging moeten houden met ons reisgezelschap om onze reservatie te annuleren. En dus in de late namiddagmet de watertaxi naar het eiland (de landingsplaats lag toevallig pal aan het terras van een leuke bar palend aan het water, zodat we in eerste instantie niet verder dan daar geraakten , met excuus dat de kids nog wat in het water konden spelen terwijl wij..). En dan een nogal pittige wandeling naar het hogergelegen dorp Stromboli, waar wij een tafel in de bekendste pizzeria hadden gereserveerd. Wat eerder een pizzafabriek bleek, met eetbare pizza’s maar opgediend door compleet klantonvriendelijk personeel, die er zich zo rap mogelijk wilden van af maken. En geen zicht op de Stromboli. 

Nog wat gewandeld in het kleine , aangename, centrum van het dorpje en dan met de watertaxi terug naar “huis”. 

Dinsdag 11/7. Stromboli -Panarea

Veel valt over deze dag niet te vertellen. Op motor naar Panarea maar eerst nog opnieuw een oponthoud bij de Sciara del Fuoco, en dan naar het eiland Panarea, waar we voor anker gingen in het baaitje ten westen van het stadje.  Met een ganse dag waterpret, gelukkig quasi geen kwallen die de pret konden bederven en een aangename dolce far niente.

Woensdag 12/7. Panarea – Vulcano

Het was vandaag een bijzondere dag, want de verjaardag van Ann. 

Er is hier iemand jarig

Eerst zetten we vanuit onze ankerplaats koers naar het reeds gekende Porto di Pinente op het eiland Vulcano. Terug een mooie ankerplaats gevonden en goed gespeurd waar er zich kwallen zouden bevinden. Dan met Ann-Sophie en Leo metd3 dinghy naar het strand gevaren. Johan en waarempel ook Sebas legden die afstand al zwemmend af. Chapeau voor Sebas. Dat is een echte waterrat geworden. Zo kon de familie Jongbloet ook nog eens kennis maken met de beroemde warmtebronnen in de zee veroorzaakt door uit de bodem opborrelende vulkaangassen. En zoals ook wij tot de conclusie komen dat dit toch niet zo superspeciaal is. Maar enfin, dat hadden ze nu ook gezien, want de vorige keer had een kwal hier een stokje (of een netel) voorgestoken.

Na een lunch aan boord ( den apero vooraf waren we uiteraard niet vergeten – en het was champagne want de verjaardag van Ann) voeren we verder naar de andere kant van het eiland, naar het minihaventje Gelso. Daar konden we rustig ankeren, uiteraard opnieuw in het water duiken en dan later met de dinghy aan land gaan, waar we een tafel hadden gereserveerd in de Trattoria da Pina di kweetniewat. Want  een  fransman, die we in een vorig bezoek aan Vulcano hadden leren kennen, had ons dit als een “must do” (maar dan in het frans) aangeraden. En het was inderdaad een succes: niet alleen de setting – bijna met onze voeten in de zee, zo dicht lag het terras bij het water – maar ook de superheerlijke gerechtjes waarvan zelfs onze kieskeurige Ann-Sophie geen slecht woord kon over zeggen. Heerlijk. Een mooi verjaardagsfeest. En nog een afzakkerje van de chef daar bovenop.

en een geslaagd verjaardagsdiner

En we sliepen goed, aan boord, en voor anker. 

13/7: Vulcano – Lipari, en verjaardag van Ann-Sophie

We zijn zo lang mogelijk gebleven in het baaitje van Gelso. Er was daar een klein strandje, Asino Beach, met een strandbar die al vroeg in de ochtend geopend was. Allen daarheen voor een koffietje en een kakske.

De jarige op Asino Beach

Dan terug waterpret en in de late namiddag koersten we terug naar het ons intussen vertrouwde Lipari.

Fun on the beach

Het was onze laatste avond samen én ook de verjaarag van Ann-Sophie. We hadden nog een fles champagne koel gezet (want we zij altijd voorzien op dergelijke leuke momenten).


En dan met onze vertrouwde  taxi van Melania naar Lipari stad. Johan was echter niet zeer creatief geweest in zijn zoektocht naar een restaurant om de verjaardag van zijn wederhelft te vieren, de vermoeidheid van deze intensieve reis liet bij hem sporen na, en zo belandden we in een tourist-trap met terug niet betrokken personeel en  standaard eten. Maar we lieten dat niet aan ons hart komen en maakten er toch het beste van. 

14/7: Lipari – afscheid van de Jongbloets.

De terugreis van de Jongbloets ging niet van een leien dakje. Door weeral een staking van het luchtvaartpersoneel was hun vlucht gecancelled. Uiteindelijk hebben ze dan een vlucht kunnen boeken bij een andere maatschappij, maar dan een dag later. En zo nog een dag langer in Sicilië kunnen blijven. In een hotel dichtbij Catania, mét zwembad .

De Arwen-crew

Maar hun passage op de ferry was geboekt voor vandaag en zo moesten we , met een klein hartje, en misschien wel een opwellend traantje, afscheid nemen van die leuke bende, waarmee we toch samen wondermooie dagen hebben beleefd. Het smaakt naar nog.

En daar gaan ze

De rest van de dag, en ook de daaropvolgende dag hebben we gespendeerd aan het opruimen van de boot, en hem klaarzetten voor een stilstand van 6 weken. Want ook wij zouden op 18/7 naar huis vertrekken.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.