(vooraf: ondanks de datum in de titel, is dit laatste stuk over onze reis van 2020 pas op 18/1/2021 geschreven…… Vandaar mijn enig goed voornemen voor 2021: nooit langer dan 1 dag wachten om onze blog aan te vullen. Jullie kunnen mij hier eind van dit jaar op afrekenen).
Wij zij uiteindelijk nog tot 23 oktober in Albufeira gebleven. Zo moeilijk was het om afscheid te nemen. En telkens weer de datum voor het uit-het-water-halen in Faro uitgesteld, wellicht tot wanhoop van Luis, de manager van de scheepswerf. Nog éénmaal afscheid genomen van onze vrienden, nog een lange wandeling in het zonnetje langs de grillige kustlijn, de verborgen strandjes, de grillige roodkleurige rotspartijen die uit de zee rezen, de gesloten strandbars …… (en we hadden geen picnic mee). En toen we eindelijk een restaurant , Praia Grande, vonden, bleken die pas om 14u hun deuren te openen. Maar juist toen we, onder hoorbaar gemopper van mijn reisgenote, onze wandeling wilden voort zetten, kwam de eigenaar aangereden. En was onmiddellijk bereid om zijn restaurant vervroegd te openen. En zo konden we, na de (snelle) consumptie van een frisse pint, genieten van een heerlijke lunch en een prachtig uitzicht op de rotsen en de zee. Kwestie van onze laatste dag in Albufeira in schoonheid te eindigen.
De volgende dag op ons gemakskes naar Villamoura gevaren, op motor. Terug zo een artificiële jachthaven, gebouwd in de jaren 80: grote pontons (bestemd voor de talrijke megagrote motorjachten) omzoomd door hotels, appartementen en ontelbare horecazaken. We waren terug één van de kleinere boten op ons ponton. We zijn er 3 nachten gebleven, veel gewandeld , met als belangrijkste bezienswaardigheid de rode kliffen die zich vanaf Villamora een viertal kilometer, richting Albufeira, uitstrekten. Vanaf zee was het wel een mooier zicht. Maar de wandeling was de moeite waard, en de strandbar was nog open.
En dan, op 27/10, vroeg in de morgen vertrokken naar Faro. Niet nodig om daar een dag op voorhand aan te komen en er een nacht voor anker te liggen., zoals ons oorspronkelijk plan. We hadden ons immers goed geïnformeerd (aan informatiebronnen was er bij de ochtendlijke koffieklets in de Spar van Albufeira geen tekort). Ten eerste: het binnenvaren van de geul naar Faro kan zeer onstuimig zijn. Dus het best zo een 3 uur vóór hoogwater binnenvaren was de boodschap. En dan konden we, bij verder opkomend water, de geul verder opvaren tot aan boei nummer 23, daar voor anker gaan en wachten tot iemand van de werf met een bootje naar ons toe zou varen om ons dan te begeleiden naar de werf, waar de Arwen uit het water zou worden gehaald.
Op 27 oktober was het hoogwater om 12u30. Vandaar dat we bij opkomende zon, om 6u30 de haven van Villamoura verlieten en we dus voldoende tijd hadden om rustig, zoveel mogelijk op zeil, naar Faro te varen. De wind liet het echter weeral afweten, waardoor we dan toch verplicht waren op motor verder te varen. En dus al rond 10 uur de ingang van de geul voor ons zagen. Op een quasi spiegelgladde zee…… Fluitje van een cent, dus. En dan maar braafjes de boeien volgen. Blijkbaar toch niet zo braafjes, want twee maal raakten we toch de grond en moesten we volle kracht achteruit. Toch iets te ver van de boeien verwijderd. Enfin, nog vóór 11 u waren we al aan boei 23. Dus konden we het anker vieren (toch nog een werkpuntje: 2 gele markeringen en één rode op de ketting betekent 25 meter, en geen 15 meter. Met een diepte van nog geen 5 meter was dit toch een beetje teveel ketting). En juist toen we de ankerketting hadden vastgelegd, was daar het bootje van de werf. Het duurde dus wel effen voordat we die 25 meter weer hadden binnengehaald, maar dan konden we eindelijk de laatste mijl van dit jaar varen, naar de kleine kade van de werf. Met het nodige gedoe ( in totaal waren 4 man in de weer om onze boot in de bootlift te krijgen) ging de Arwen uit het water, werd het onderwaterschip met een hogedrukreiniger schoongespoten, haalden we een touw uit de schroef (hadden we dus toch een touw van een vissersboei meegenomen, gelukkig zonder erg), en werd de boot uiteindelijk op de staanplaats met 4 kabels aan de grond vastgeankerd. Klaar voor een veilige overwintering. We hadden nog de rest van de dag én een volle dag erna om de zeilen, bimini, buiskap, enz op te bergen en de boot winterklaar te maken. Dus relax. En tijd om nog een beetje van het zonnetje en de Portugese keuken te genieten. Of wat dachten jullie?
Op 29/10 was het dan afscheid aan het heerlijke en gastvrije Portugal en waren we klaar, na een directe vlucht van Faro naar Brussel, om corona en de lockdown te confronteren. En al snel terug uit te kijken naar onze terugkeer. Als C. het toelaat……
21/10: het einde nadert……..
Nu zijn we echt overtuigd dat aan ons Portugees paradijs een einde zal komen. Ook de natuur heeft ons een hint gegeven: de storm Barbara zorgt hier voor 2 dagen regenachtig weer. Maar de haven is hier zo beschut dat we de stormwinden zelf nauwelijks hebben gevoeld. En vanaf morgen wordt het weer zonnig met een zomerse 20 graden. Dat zou nog een bijkomende reden kunnen zijn om te blijven. Wat onze vrienden hier ook geregeld suggereren. Maar neen, we blijven bij het plan, gaan overwinteren in Faro en volgend jaar varen we minstens tot in Sardinië. En wellicht tot de Ionische eilanden, Griekenland.
Dat is echter het opzet voor volgend jaar. Nu moeten we er voor zorgen dat de Arwen treffelijk overwintert. Maar dan moeten we wel eerst aan land geraken. Het plan is als volgt: Nadat we eerst 2 dagen in Vilamoura zullen blijven, moeten we daarna de dag daarop 4 uur zeilen en dan in de lagune van Faro voor anker liggen, om de volgende dag ,onder begeleiding van het havenpersoneel naar de steiger te varen waar de Arwen uit het water zal worden gehaald. Een volle dag en nacht ankeren hebben we met de Arwen nog nooit gedaan. Dus toch een beetje spanning. En dat vergt wat voorbereiding. Morgen gaan we de volledige ankerketting uithalen, hem om de 5 meter wit schilderen, en dan met plastieken inzetstukjes markeren zodat Ann bij het neerlaten van het anker (hopelijk) kan bepalen hoeveel meter anker we al hebben neergelaten. Toch wel spannend, want als je teveel anker laat vieren, kan de boot in dit smalle kanaal te ver rond zijn as draaien en zo vastlopen in het ondiepe zand, aan de zijkanten van de geul. Wordt vervolgd