In de reisgids lazen we dat het dichtbijgelegen provinciehoofdstadje Pontevedra 1 ster had (“ interessant als u in de buurt bent”). En wij waren in de buurt, op fietsafstand ( ca 10 km).
Mooi fietstochtje, grotendeels langs de Ria, en met frisse hellingen, die ons eraan herinnerden dat we electrische fietsjes hadden. Waarvan we dankbaar gebruik maakten.
Het stadje Pontevedra was echt deze moeite waard. Oorspronkelijk was dit een drukke, rijke havenstad, maar in de 18de eeuw was die onbruikbaar geworden door verzanding van de Ria. Door het stilvallen van het belangrijkste economische leven, werd het een sluimerend stadje, dat juist hierdoor haar 18de eeuws karakter heeft behouden. Beetje hetzelfde lot als wat Brugge een paar eeuwen daarvoor is overkomen. Het was dus ook zalig ronddwalen door de nauwe straatjes, veelal onder lommerrijke arcaden, en met zicht op mooie balkons, torentjes, wapenschilden, enz. En daar boven op een lekkere betaalbare lichte lunch op het terras van de taperia Xantar, op de Praza de Lena. Het staat terecht in de Guide Michelin !
In de late namiddag dan terug naar Combarro, want ook dit stadje heeft zijn charmes. Er zijn inderdaad enkele nauwe, eeuwenoude straatjes, waar je zo kunt in verdwalen. Maar de charme verdween achter hordes (spaanse) toeristen, restaurants en bars die die toeristen wilden binnenlokken en souvenirwinkeltjes met overal dezelfde ( in China gemaakte) brol. We hielden het snel voor bekeken. De Arwen heeft ook zijn charmes.